Een van mijn favoriete middagwandelingen loopt van station Veenendaal West naar Rhenen. Dit is echt een topwandeling.


Ter voorbereiding schets ik op het beworp mijn route op de geologische kaart, geomorfologische kaart en bodemkaart. Dan weet ik waar ik naar moet uitkijken en zie ik meer. Met name het eerste stuk is afwisselend, daarna loop ik eenvoudigweg over de toppen van de stuwwal naar Rhenen. Over dit eerste stuk zal ik een ander verhaal maken.
Geologische kaart
Ik zie dat ik een heel eind van mijn route op de grens van het ijsveld loop.

Geomorfologische kaart

Bodemkaart

Ik ga met de fiets naar het station en de trein staat al klaar. Een kwartiertje later stap ik uit bij het station Veenendaal West. Vandaar is het bos een stijf kwartiertje lopen. Ik maak een dwarsdoorsnede door het begin van de tocht, waarbij ik verder naar het oosten begin ter plekke van de bult waar de oude kerk op ligt. Dit is net als de Utrechtse Heuvelrug een rest van een stuwwal. De dunne lijn op eenderde vanaf het begin is waar we de hoek naar het zuiden maken.

Dit eerste stuk door de stad lopen we door de Gelderse Vallei. Niet voor te stellen dat hier in het Saalien, de voorlaatste ijstijd een ijslaag lag van honderden meters dikte. Maar wat ook niet voor te stellen is: in het Eemien, de warme periode na het Saalien, was de bodem van de Vallei tien meter dieper dan nu. De oranje laag is keileem dat in het Saalien onder de gletsjer is blijven liggen en dit was in het Eemien het maaiveld. De gele laag erbovenop is afgezet in het Weichselien door de wind. Dus als het Weichselien er niet was geweest, was het hier heuvelachtig geweest.
We steken de Slaperdijk die in 1653 is gemaakt over. Meer over de Slaperdijk.

We lopen langs het spoor tot we linksaf gaan door een smal bos en in een zandvlakte komen. Het eerste stuk is nat: water op mijn bospad en rabatten in het bos, en links van me achter het bos zie ik water, pijpestrootje en berken. Echt drijfnat dus.
Even later gaat dit abrupt over in een zandvlakte. Wow, dit is wel heel erg abrupt. We lopen door een eikenhakhoutbos langs dit zand.

We lopen door tot het Egelmeer. Dit is geomorfologisch een interessant gebied, wat we vooral zien aan de bijzondere kleurtjes op de geomorfologische kaart. Dat is een ander verhaal. Toen ik hier vorig jaar was, stond het meer droog. Vandaag is het een echt meer.


Vanaf het Egelmeer klimmen we omhoog de Elsterberg op. Vanaf hier hebben we een fantastisch uitzicht en volgens het informatiebord moet ik de kerk van Scherpenzeel en van Amersfoort kunnen zien. Volgens mij verwar ik die van Amersfoort met een hoge spar, maar als de kerk van Scherpenzeel wit is, dan heb ik hem gezien.

roffel…………….
Nee, hij is van baksteen.
Wat zag ik dan? Het is wel heel erg precies de juiste richting,
We steken de weg van Veenendaal naar Elst over en komen bij Kwintelooijen met alweer super vergezichten. Dit is een grote zandafgraving. Behalve zand, zijn hier ook heel wat fossielen gevonden van mammoeten en zo. Wow wat kun je hier toch ver kijken over Veenendaal. Ik kijk nu in het dal waar het ijs lag, het glaciale bekken, nu de Gelderse Vallei. Dat ijs moet meer dan 300 meter dik zijn geweest, wat geologen hebben kunnen uitrekenen aan de hand van de hoogte van de stuwwallen. Het is niet voor te stellen dat hier pal voor mijn neus een gletsjer lag van 300 meter dikte.
In het kader van mijn serie bodems onderweg, een foto van een holtpodzol:

Beneden in de afgraving ligt een eenzame heuvel, een prachtig aardkundig monument, waar de opeenvolging van aardlagen mooi zijn te zien. Maar het is een hele afdaling en daarna weer een hele klim. Bovendien worden de hellingen intensief gebruikt om te spelen, mountainbiken en nog meer leuks dus veel is er niet meer te zien. Ik heb hier een keer kleine stukjes lokaal zandsteen gevonden.
De stuwwallen zijn al lang bewoond. Hier en daar zie ik een grafheuvel. Op het AHN zie ik celtic fields, een mooiere naam hiervoor is raatakkers. De veldjes hebben niets met de Kelten te maken. Het zijn complexen van kleine vierkante landbouwveldjes die van elkaar gescheiden zijn door walletjes van puin. Ik vind dit uiterst logisch: wie gaat landbouwen, gooit de vele stenen en boomstronken uit de grond aan de kant. Dat worden vanzelf walletjes. In het bos zie ik er niets van.
Ik loop verder en kom uit bij de leemkuil bij Rhenen, met trap en bankjes op de bodem. Hier werd blijkbaar klei uitgegraven. Nu is het een leuke speelplek. Hier groeit (volgens het infobord) loos blaasjeskruid, en volgens mij heb ik dat op de middelste foto gezet. Een vleesetend plantje.



droogdal
Vlak voor Rhenen steken we een droogdal over. Deze past net als die van de Seelbeek bij Heveadorp in het schoolboekje: de helling aan de westkant is flauw, die aan de oostkant is steil.

Het laatste stuk terug tot aan het station in Rhenen lopen we door de uiterwaarden. Daar heb ik eerder al foto’s van gemaakt:




Een schitterende route!
Stippenkaart

Van Veenendaal naar Rhenen:
- Slaperdijk
- Eikenhakhout
- Egelmeer
- Elsterberg
- Kwintelooijen
- Leemkuil
- Droogdal
- UIterwaard
O, dit is het landschap van mijn jeugd! Opgegroeid aan de zuidkant van Veenendaal. Waar nu het station Veenendaal West is: daar kwam ik langs als ik naar school liep, wat meer aan de noordzijde. Het bos richting Elst, Prattenburg, naar de pont, fietsen naar Rhenen…
Ik ga er weer eens lopen. Dank je wel!
Het is echt een supertocht. En zo lekker dat je dan in Rhenen weer met de trein naar Veenendaal kunt. Veel plezier met lopen daar en het ophalen van herinneringen