De esker van Langeveen dus, de enige esker in Nederland. Nou, laten we zeggen de restanten van een eskertje.
Dit is een deel in onze serie waarin we de geologische geschiedenis van Twente uiteenrafelen in acht puzzels. We kijken in dit deel naar een puzzelstukje in de vierde puzzel.
Hier een mooi plaatje van een echte esker in Finland. Het lijkt op de Afsluitdijk maar dan door de Natuur zelf gemaakt.
Een tweede kandidaat om esker te worden is de Leewal bij Exloo in Drenthe. Dat is een ander verhaal.
Onze esker is te volgen van Langeveen tot Harbrinkhoek ten NO van Almelo. Nou ja te volgen, er liggen bultjes op een rij die net zo goed een stuwwal zouden kunnen zijn (als je geen boring zet en niet een boer vraagt wat de grondsoort daar is). Hier mijn tekening. De esker is de dikke lijn. Het aansluitende zuidelijke deel dat ik met bolletjes heb aangegeven is het AA-tunneldal.
Dat tunneldal zou geheel toevallig precies in het verlengde liggen van de esker. Maar ik houd niet van toeval. Volgens mij hoort het allemaal bij elkaar en in deel 13 ben ik daar uitgebreid op ingegaan.
Hier een paar van de zichtbare bultjes van deze esker van noord naar zuid:
Bij Bruinehaar en Langeveen: de genoemde zwemplas ligt in de esker. De bult bij de knik in de grens heet de Mandjesberg: ook esker. Deze Mandjesberg heet in Duitsland Moenkesberg, maar die is afgegraven. Het schijnt dat daardoor precies op de grens een steilrand is ontstaan waar we prachtig de eskerwand kunnen zien. Zegt men. Daar ga ik zomer 2024 heen.
Hier een filmpje uit 1970 van De Koele, de zwemvijver in Bruinehaar in de voormalige zand/grind afgraving in deze esker, zie kaart hierboven.
De Koele is niet alleen leuk om te zwemmen, het is ook de enige vindplaats van Canadees Hertshooi, lees ik in een verslag van de KNNV. Dat houdt van voedselarm water, dus het zal er wel gauw verdwenen zijn gezien de populariteit van de zwemvijver.
Andere bultjes van deze esker zijn de Wolfsbelt (links) en nog een dopje daar oostelijk van.
De Haamberg bij Geesteren is deels afgegraven.
Ten noorden van Harbrinkhoek zien we nog een rug plus de bult Delmar.
Dat deze esker uit het Saalien, de voorlaatste ijstijd, nog herkenbaar is, is wel uniek. Hoewel dat ook kan liggen aan de bril van onze Nederlandse geomorfologen: in Siberië is vast niet elk bultje onderzocht. Nou hier wel. Maar onze esker is dus de oudste van Europa, tot iemand een oudere vindt uiteraard.
Een frisse pasgemaakte complete esker ziet eruit als een spoordijk die door reuzen gebouwd is. Er zijn prachtige eskers van honderden kilometers lang elders in de wereld, en ik begrijp heel goed dat op Wikipedia in de rij landen met eskers, onze esker niet genoemd wordt. Maar goed, die spoordijken zijn honderdduizend jaar jonger dan de onze. Eskers worden vaak gebruikt om wegen op aan te leggen. Handig.
Een esker ontstaat onder en in een gletsjer. Water stroomt door tunnels in en onder het ijs, onderin diepe breuken en scheuren. Het water neemt stenen en puinzooi mee en dat blijft liggen op de bodem van de tunnelrivier. Na het smelten van het ijs blijft het puin en grind achter .
Nou kan het niet anders dan dat ons stukje esker ergens bij hoort. Dat het een aanhangsel is van een esker in Duitsland. Maar helaas: een prachtig nieuw boekwerk over de geografie van Neder-Saksen noemt vele details, maar geen esker bij Langeveen: de heuvels in de buurt worden beschouwd als normale stuwwal. Dat is raar.
Maar op de bodemkaart staat toch deze strook grind wel? Nee ook niet.
Of zou onze enige echte esker toch geen esker zijn? Vast wel.
Meer lezen over hoe wij Nederlanders met ons landschap omgaan? boekentip
Deze esker gaat dus over in een tunneldal. Dit tunneldal kruist het HH tunneldal uit Rossum. We gaan nog een puzzelstukje bekijken uit de vierde puzzel: het kruispunt van deze twee tunneldalen bij Haaksbergen.
Is het wel een esker? In het boekje `In de bodem van Salland en Twente’ (1993) schrijft specialist M. Rappol op blz. 137; `Vooral de grote breedte van de rug, zoals aangegeven op de Geomorfologische kaart 1:50.000 (bijna 2 km, bij een ijsdikte van misschien enkele honderden meters) maakt een ontstaansgeschiedenis in een subglaciale tunnel onwaarschijnlijk. Misschien moeten we ons de oorsprong van deze afzettingen eerder voorstellen als een smeltwatervorming ontstaan in een laagte begrensd door (dood)ijslichamen.’
Dank voor je reactie. Ik heb begrepen dat de theorie van Rappol jnmiddels is verlaten. Ik heb de keuze gemaakt de nieuwste hypotheses te volgen. In de nieuwste studies wordt het gezien als een restant van een esker. Ik ben het met je eens dat het niet echt een typisch voorbeeld is.
Welke recente studie(s) baseer jij je op? Ik neem daar graag kennis van. Landschap lezen is tijdens het wandelen een mooie zowel als leerzame bezigheid.
De basis is An integrated approach to reconstruct the Saalian glaciation – Harm Jan Pierik (2010). Hij haalt natuurlijk veel aan, en bespreekt ook Rappol. Je kunt het gratis downloaden.
Ik weet niet beter dan dat de esker van Langeveen ergens ter hoogte van Almelo ophoudt. Op geologische kaarten heb ik wel een tunneldal aangegeven zien staan door de Achterhoek vanaf Rekken, achter Groenlo en Vragender langs naar Bredevoort, als insnijding in het Oost-Nederlands plateau. Daar heeft dus water onder een ijslaag gestroomd en kan er materiaal zijn afgezet. Wie heb je als bron hier? Want de verbinding over Delden en Haaksbergen benieuwt me dan wel.
Ik vermoed overigens dat de esker echt bij Langenveen begint, of daar net iets over de Duitse grens. Daarachter ligt een echte stuwwal (Eisrandlage, mooi Duits woord). Die loopt uit tot Kloosterhaar en er ligt ook een puntje bij Hardenberg. Die hele stuwwal loopt door over Itterbeck naar Ootmarsum, waarnaar ie in Nederland ook (onterecht eigenlijk, want het suggereert een veel kleinere verbreiding, en het de hoogste toppen liggen in Duitsland in de buurtschap Hesingen) vernoemd is. Het is vervelend dat de geologische interesse altijd bij grenzen ophoudt. Daardoor krijg je lastig een goed beeld van grensoverschrijdende structuren. Noordelijk daarvan ligt dan weer het Vechtdal, dat gevormd is als hoofdstroomdal voor afvoer van smeltwater aan de voet van een ijstijdgletsjer. Zowel in Itterbeck als bij Vasse zit er veel gestuwd riviergrind (Oerrijn of Eridanos) in de heuvels, dat ook aan de dag treedt.
Dank voor je reactie, jij bent echt een specialist op Twente. Zo vullen we elkaar aan. Op de kaarten loopt het tunneldal precies in het verlengde van de esker. Naadloos. Dat vind ik te toevallig om toevallig te kunnen zijn. Hoe diep is dat tunneldal? Net zo diep als in Friesland? Volgens mij horen die twee bij elkaar. Heb jij meer info over dat tunneldal? Het staat op diverse kaarten aangegeven als doorgaande lijn vanaf Almelo.
Als er een stuwwal ligt ten noorden van de esker, is dat dan een jongere dan die bovenop de esker lag? Een esker wordt gevormd in en onder het ijs, een stuwwal voor het ijsfront. Ik vraag me af wat dan de volgorde is van ontstaan en vraag me af of het mogelijk is om een stuwwal aan deze esker te koppelen.
Tenslotte je opmerking dat het nogal onhandig is dat de kaarten stoppen bij de grens tussen Nederland en Duitsland. Roerend mee eens. Ook het AHN stopt daar. Ik ben reuze benieuwd naar grensoverschrijdend materiaal waar de stuwwal van Ootmarsum in groot verband wordt getoond.
Als er een stuwwal ligt ten noorden van de esker, is dat dan een jongere dan die bovenop de esker lag? Een esker wordt gevormd in en onder het ijs, een stuwwal onder het ijsfront. Weet jij de volgorde? Kun je correleren welke stuwwal bij de esker hoort?
Dank je, maar een expert zou ik mezelf niet noemen. Het is wel aardig een blog tegen te komen waarin het landschap ietsje ruimer wordt bekeken dan je doorgaans tegenkomt. Wat betreft de esker van Langenveen weet ik niet wanneer die is neergelegd. In het werk waar ik op teruggrijp is er sprake van dat de stuwwallen in (Oost-?)Twente na hun vorming nog een keer overreden zijn door dun landijs. Dat verklaart de alom voorkomende grondmorene en mogelijk kan daaronder ook nog wel materiaalopbouw in een tunneldal hebben plaatsgevonden. Dat het tunneldal door de Achterhoek aansluit durf ik niet zo te beamen: tussen de twee tunneldalen liggen de stuwwallen van Delden en Borne. En ook in het algemeen is het daar hoger dan bij Langenveen, zelfs al is het dal door de Achterhoek lager dan de rest van het Oost-Nederlands Plateau waarin het is uitgeslepen. Ik zou denken dat daar vooral materiaal is afgevoerd. En dat de esker van Langenveen is opgebouwd uit materiaal dat is weggespoeld van het nu lager gelegen westelijke gedeelte van de stuwwal van Itterbeck.