Nicolaes van Geelkercken heeft drie keer een magnifique kaart van het Binnenveld getekend. De eerste kaart in 1628 die hij in 1651 heeft afgemaakt. Vervolgens een kleintje in 1655, en een grote zwart-witte die ik niet digitaal kan vinden. Dat is jammer, want daar staan sommige details het allerbeste op.
Hier die van 1628 – 1651. Het noorden ligt rechtsonder, links zie je Wageningen en de Rijn. Aan de bovenkant de heuvels van de Utrechtse Heuvelrug.

Nicolaes heeft 38 jaar aan deze anderhalf meter grote eerste kaart gewerkt. Op deze versie staat de Slaperdijk nog niet, want die is rond 1653 gelegd zoals Nicolaes dat zelf beschrijft bij de kaart uit 1655. Twee kaarten met de situatie voor en na de Slaperdijk dus, unieke mogelijkheid het veranderende waterbeheer in het Binnenveld te bestuderen.
Tussen de Grebsluijs en de Rhijnstroom liggen maar liefst twee schutsluizen. Een sluis houdt de bovenstroomse vaart op vaardiepte (anders loopt hij leeg) en via een schut kan een boot het hoogteverschil overbruggen. Op dit stukje tussen de Grebbesluis en de Rijn ligt nu geen enkele sluis meer (er is ook geen scheepvaart meer): er liggen nu drie woonboten en dan nog een stukje fietsen onder de berg langs en dan ben je er al. Tussen de Grebbe en de zwaluwstaart in Veenendaal nog zes schutsluizen. Wow, scheepvaart ging toen wel bijzonder traag. Nou ja scheepvaart, trekvaart aan een touw op het jaagpad. Het moet dagen gekost hebben om van de Rijn naar Veenendaal te varen.
In mijn boek ‘Water in het Binnenveld’ beschrijf ik de geschiedenis van het waterbeheer in het Binnenveld, het open gebied tussen Veenendaal, Ede, Rhenen en Wageningen.