Denk niet dat ik steeds hetzelfde kaartje toevoeg, nee, er komen steeds meer weteringen en dijken bij. Hier is de Slaperdijk inmiddels gelegd.

AHN, bewerking Mathilde 2020

In de 17de eeuw vochten Utrecht en Gelderlant eindeloze ruzies uit over het waterprobleem in het Binnenveld. Veenendaal had inmiddels het veen afgegraven, daarvoor de waterstand verlaagd tot onder het af te graven veen, wat inklinking tot de bodem tot gevolg had. Veenendaal, eerst een veenkussen dat prachtig fungeerde als waterscheiding, was een zompig moeras geworden. Water stroomde er wel heen, maar niet weg. In de 16de eeuw nog stroomde het water van de Grift en Kromme Eem naar de Rijn, maar in de 17de eeuw was dat voorbij, en stroomde het water nergens heen, maar als het stroomde dan naar het noorden naar Amersfoort.

Er moest wat gebeuren om de waterlossing van het Binnenveld te verbeteren, en daar hadden Utrecht en Gelderland ruzie over. Want de Geldersen wilden het water weg, en de Utrechters wilden het niet hebben. Dus werd er in de 17de eeuw heel veel vergaderd, werden een aantal prachtige kaarten gemaakt, en uiteindelijk werd in 1704 een oplossing gevonden.

Aan beide kanten van de grens werden kaarten gemaakt. Aan de Utrechtse kant heeft Justus van Broeckhuijsen in 1705 een mooie kaart afgeleverd van de Slaperdijk die nog altijd hier en daar in gemeentehuizen of waterschapshuizen aan de wand hangt.

De belangrijkste kaartenmaker aan Gelderse kant in de 17de eeuw was Nicolaes van Geelkercken. Hij maakte een serie kaarten over het Gelderse waterprobleem en keek door een Gelderse bril. Deze van de Vallei is van 1628:

1536-1 kaart 16

Volg deze link naar de kaart bij het Gelders Archief waar je kunt inzoomen op de details. De kaart is ongeveer anderhalve meter lang. Op het eerste gezicht lijkt het prutswerk vergeleken met het kunstwerk van Broekhuysen, maar dat is absoluut onjuist.

Nicolaes begon in 1628 aan deze kaart, liet hem 23 jaar liggen, en maakte hem toen af. Want die ruzie mondde uit in eindeloze geschillen en onderzoeken, en hij kon met zijn tijd en geld beter wat anders gaan doen tot de Hoge Heren eruit waren. Dat duurde tot rond 1651; toen was dan toch zijn kaart weer nodig en heeft hij hem afgemaakt.

De ruzie ging wel echt ergens over en ik, Wageninger, vind dat de Geldersen gelijk hadden. De Veenendalers waren rijk geworden van de verkoop van het veen, de Stichtsen hadden nergens last van maar de Wageningers, Bennekommers, Maners, Edenaren, Veldhuizers en Doesburgers zaten met natte gronden. Nu wilden de Stichtsen dat de Grebbedijk werd verbeterd, want oh oh, als de Rijn zou overstromen zouden zij ook natte voeten krijgen. Daar hadden de Geldersen geen zin in, want die Grebbedijk, 5 km lang, ligt voor 80% in Gelderland en dat moest de versterking van die dijk ‘dus’ betalen, terwijl de Geldersen geen last hadden van een overstroming eens in de zoveel jaar, die ook vruchtbaar slib op hun land bracht. Ze hadden elke dag last van kwelwater, regenwater, beken die ophielden in het midden van het Binnenveld. Die ruzie werd niet opgelost. Polderen was in de politiek nog niet uitgevonden.

Een fikse ruzie dus die een tachtigtal jaar heeft voortgeduurd. Nicolaes draagt in zijn kaart allemaal goede ideeën aan. De kaart is helaas beschadigd waardoor sommige tekst onleesbaar is, en dat is jammer want dat is commentaar van Nicolaes op het waterprobleem. Er staat bijvoorbeeld in t Leeg Slagh: Ao. 1628 hadde [t waeter of kwaede ?] … … naar de Haarsluijs. Wat zou daar staan? Dat boze lieden de Eemdijk hadden doorgestoken om het water af te laten lopen naar de Haarsluis? Of dat het water niet naar de Haarsluis weg kon lopen? In elk geval tekent Nicolaes heel wat onbedoelde waterstromen die eigengereid zonder zich iets van de stegen langs de polders aan te trekken de Eemdijk oversteken.

Gelukkig is veel wel leesbaar. In de Bennekomse Meent schrijft hij Wageningse en Bennekomse gemeent oft veen. Dat gebied was dus in gezamenlijk beheer tussen Wageningen en Bennekom, en dat klopt want dat was de uitkomst van een ruzie waarover de Bennekommers en Wageningers in 1550 ruzie maakten, wat een prachtig verhaal is maar dat heb ik al verteld.

Onderaan, langs de wetering van Doesburg die uitloopt achter de Eemwal (die de polders beschermt) naar de Grijft schrijft Nicolaes: het water moet allemaal bij de Grebsluijs uijt komen. Dat was vroeger ook zo, maar hij schrijft het niet voor niets: blijkbaar was het niet meer zo in 1628.

Hij noemt ook de Gilbert van Schonebeeckgrijft. Nicolaes lijkt het een goed idee als de Schoonebeekse Grift wordt heropend en dat is na zijn dood ook gebeurd. Hij stelt voor een kanaal te graven om Veenendaal heen, zie de stippellijntjes, en 250 jaar later is dat Omleidingskanaal volgens zijn tracé gegraven. Kortom, Nicolaes van Geelkercken zat vol goede ideeën om het waterprobleem op te lossen. Maar die ideeën werden in zijn tijd niet uitgevoerd.

Utrecht besloot om op eigen kosten een dijk leggen op de grens tussen Gelderland en Utrecht, een Slaperdijk, en dat vonden de Geldersen prima mits daar dan wel heulen in zouden komen zodat ze hun water naar het noorden zouden kunnen lossen. Dat wilden de Utrechtenaren niet. Waarom niet, is mij niet duidelijk. Waarschijnlijk omdat het hen teveel geld zou kosten om de Schoonebeekse Grift uit te baggeren. Dus drie jaar na het maken van deze kaart legde Utrecht alsnog op eigen houtje de Slaperdijk, zonder ook maar een heul waar het water uit Gelderland door kon. Daar waren de Geldersen helemaal niet blij mee. Toen heeft Nicolaes dat andere prachtige gekleurde kaartje gemaakt waar de Slaperdijk opstaat waarop hij de watergevolgen van de Slaperdijk voor de Geldersen zichtbaar maakt.

Toen de Slaperdijk was aangelegd, maar voordat de afwatering van het Binnenveld was opgelost, zag Het Binnenveld waterbeheerkundig er zo uit:

De Slaperdijk zie je linksboven in de hoek. Het zuidelijke deel ligt nog altijd tussen het Egelmeer en de Rode Haan (dat is waar de Schoonebeekse Grift kruist met de Slaperdijk) en vandaar verder naar de Emminkhuizerberg. Bij die heuvel hoef je natuurlijk geen dijk aan te leggen. Vandaar gaat hij met een hoek verder naar het noorden. Details van de Slaperdijk is een ander verhaal. Maar je snapt wel dat als je geen heulen in die dijk legt, dat Veenendaal en het achterland niet erg blij is, want daar blijft al het water uit Ede, Wageningen, Doesburg, Maanen, Veldhuizen en Achterberg staan nu het niet meer naar de Rijn stroomt. Natte voeten! Utrechts egoïsme!

Maar Veenendaal is toch ook Utrecht? Ja klopt, althans deels. Nou lees ik ergens dat rond 1630 de Pest de hele bevolking van Veenendaal heeft uitgemoord. De hele bevolking, iedereen dood; misschien dat een enkele overlevende snel wegtrok in plaats van tussen de lijken te zitten. Dus misschien kwam er niet zoveel tegenstand vanuit Veenendaal in die tijd.

Maar goed, ruzie tussen Utrecht en Gelderland dus, welke pas in 1714 is opgelost. Toen zijn er bij De Rode Haan drie heulen gemaakt met een strikte regulering wanneer die open en dicht moesten. Maar nu loop ik een eeuw vooruit.

Dus sindsdien hoort Doesburg niet meer bij het Binnenveld, want hun water gaat ergens anders heen. Ja, laten we dat als criterium houden: het Binnenveld is het gebied dat afwatert door de Rode Haan.

In mijn boek ‘Water in het Binnenveld’ beschrijf ik de geschiedenis van het waterbeheer in het Binnenveld, het gebied tussen Veenendaal, Ede, Rhenen en Wageningen. Bekijk dit boek bij bol.com.

Alle afbeeldingen

  • Waterbeheer in het Binnenveld na 1714
  • Kaart uit 1628 van Van Geelkercken van De Gelderse Vallei