De Beekhuizerbeek is een echte bergbeek op de Veluwezoom. Hij ontstpringt in een grote spreng halverwege de helling van de Zijpenberg. De beklimming van de Zijpenberg is een ander verhaal. Vandaag over de afdaling via het dal van de Beekhuizerbeek met speciaal aandacht voor de waterwerkjes. Waaronder zes watervallen van minstens een meter hoog.
Hier de beek op de legger van het Waterschap Rijn en IJssel:

De beek stroomt de Zijpenberg af, stroomt naar kasteel Biljoen, en dan door de uiterwaard naar Rheden waar hij bij een gemaal de IJssel instroomt. De bodemhoogte bij de bron is volgens diezelfde legger 41,15 m+NAP, en bij de monding 6,10 m+NAP. Dat geeft een hoogteverschil van 35 meter op een geschatte lengte van 9 km, dat is ongeveer 4 meter per km. Als ik het stuk door de uiterwaard niet meetel: hoogteverschil van 30 meter op een lengte van 4 km geeft 7,5 meter per km, ongeveer dan: het hoogteverschil geeft het waterschap per cm, maar de lengte staat er niet bij. Dat is minder steil dan de kampioen Seelbeek met een verval van 22 m per km.
De loop door de uiterwaard lijkt me niet natuurlijk. Ik vermoed dat de Heren van Biljoen de beek hebben omgelegd om hun gracht van water te voorzien. De natuurlijke loop bestudeer ik op het AHN:

En ja hoor, de natuurlijke loop is dwars door Velp. Ik heb hier links de Rozendaalsebeek getekend, zodat ik dit plaatje nog eens kan gebruiken, maar het gaat nu om de beek die rechts uit het dal komt. Volgens de kleuren van het AHN loopt hij in Velp naar het zuiden, langs een paar grote vijvers in de stad, terwijl hij nu is omgeleid rond de Keienberg naar Biljoen. De vijvers in de stad zijn nu verbonden met de Rozendaalsebeek. Volg je het nog?
Goed, voor ik echt ga lopen, nog eventjes lezen wat het AW schrijft in 1841. De Beekhuizerbeek wordt niet genoemd, wel de Bilioensche beek.

Dit moet hem zijn, gezien de papiermolens en watervallen, alleen is die westelijke loop in de IJssel raar: hij stroomt juist naar het oosten. Er staat Het wordt gevormd door de Zomp (zie dat woord) maar dat woord kan ik niet vinden in deel Z.
Op Het AHN zie ik ook dat het dal van de Beekhuizerbeek hogerop de Zijpenberg begint waar ook een paar bronnen liggen. Maar dat is een ander verhaal.
Vandaag het verhaal vanaf de sprengkop, de mooiste die ik ken.

Met schop en kruiwagen gegraven, stel het je even voor terwijl je lekker op de bank dit zit te lezen.

De Beekhuizerbeek loopt vanaf hier naar beneden in een gegraven bedding, een spreng. Een eind verder wordt het dal breder, en het lijkt mij dat de beek hier is gebruikt voor irrigatie.

Dan de waterval bij het witte huis, het eerste watergeknutsel van een landgoed. Hij is wel zes meter hoog, misschien nog wel meer. ‘Papa, mag ik een waterval voor mijn verjaardag?”

Onder de waterval een wit berghuis. Waarom lijkt dit een berghuis? Omdat het aan de beekkant uit drie verdiepingen heeft, en aan de andere kant twee. Hier maken ze nu een hotel van met 18 hotelsuites die je kunt kopen. Hoe verzinnen ze het, het is nu zo’n mooi rustig plekje. Ja dan ook, maar alleen voor 18 miljonairs en niet meer voor mij. [ Inmiddels is dit een hotel – 2023]

Dan zie ik iets raars, gifgeeloranje op de bodem. Ik loop terug naar een brug, en doe heel onhandig op de andere oever omdat ik dit spul wil aanraken. En ja hoor, zijdezacht, ik voel niet dat ik iets vast heb. Zoiets als zijdetofu, of standyoghurt. Leem. Dit is löss, en nee ik ben niet in Limburg. Ook op de Veluwezoom komt löss voor, maar je moet goed zoeken. Nou, onmiskenbaar. Ik zie het op meerdere plekken onder de oever en in het water. Maar na een nachtje slapen ga ik twijfelen. Loss zo hoog op de stuwwal? Löss is door de wind afgezet en ligt ten oosten van de Veluwezoom in de luwte tegen de stuwwal aan. Als het geen löss is, is het misschien jarosiet, een ijzermineraal voordat ijzer rood kleurt.

Ik loop verder naar beneden. Iets verder naar beneden een natte plek met vele sprengen. Het lijkt wel broekbos. Het lijkt wel een zomp. Is dit het natuurlijke natte begin van de Beekhuizerbeek? De Zomp! Dat zou betekenen dat bovenstrooms hiervan de beek een sprengenbeek is, steeds verder naar achteren uitgegraven de helling op tot de molens voldoende water hadden. En dat hier beneden het een natuurlijk watervoerend beekdal is dat misschien is uitgediept. Ik loop wat heen en weer en dit klopt. Boven dit broekbos is de beek ingegraven, eronder is hij opgeleid.
De eerste opleiding is meteen een hele bijzondere, hij ligt hoog op een dijk, zie de volgende foto. Op de achtergrond het natte bos. In het spaans heet dit een levada, opgeleid dus.

Deze opleiding is om een echte grote waterval te maken, kijk hier zie je hem. Deze watertrap is in de verre omtrek beroemd. Jaja die landgoedeigenaars konden er wat van.

De beek loopt langs de grote vijver verder naar beneden. Aan mijn kant is de oever natuurlijk, maar aan de overkant ligt er een wal. De beek is opgeleid om hoogte te creëren voor de volgende watermolen. Op de wal zijn bomen geplant, maar die zijn verzakt. Zou dat komen omdat mensen ze wegtrappen? Geen idee. De beek loopt niet op het laagste punt in het dal, dat ligt inderdaad een tiental meters naar rechts, tussen de beek en de straat op deze foto:

Bomen langs een oever is wel een goed idee, kijk, het lijkt wel een harde oever zo goed beschermd.

Dit huis heeft een eigen waterval in de tuin, het restant van een papiermolen.

Deze papiermolen is dus de reden van die lange opleiding langs de helling, zie vorige foto’s. Na dit huis kom ik op het punt waar de beek zijn natuurlijke dal verlaat. Hier ligt een wandelbruggetje naar Velp. Maar de beek stroomt door tuinen vlak onder de Keienberg. Even later wordt hij weer hoog opgeleid op een dijk in een groot uitgevallen tuin:

en ja hoor, weer een waterval op de plek van een papiermolen. De tuineigenaars hebben er een paar keramieken ganzen en een geitje bij gezet.

Daarna gaat de beek onzichtbaar door een duiker eerst onder de weg Velp – Rheden, respectloos hoor, had dan op zijn minst een ecoduiker gemaakt en dan het spoor onderdoor met een nog eco-onvriendelijker duiker en dan zijn we in het park van Biljoen. Weer een opleiding en een waterval van zo’n drie meter: ja ook hier lag een papiermolen.

Dan stroomt hij onbereikbaar voor mij de tuin in achter Biljoen langs. Ik doe nog een poging om hem aan de andere kant op te pikken, en denk dat dat wel zou moeten kunnen, maar dat is voor een andere keer met fiets.

Daarna gaat hij op weg naar Rheden.
Er staat : “Het wordt gevormd door de Zomp (zie dat woord) maar dat woord kan ik niet vinden in deel Z.” Ok, maar in het WNT staat het dus wel. En ‘t heeft alles te maken met water. Denk aan het kinderliedje “Hannes loopt op klompen, zimpe,zampe zompe. Door de plassen dat het spat…..”
Ja klopt, eens. Ik ken het woord zomp zeker, van zompig moeras. Maar er staat dat het genoemd wordt bij de Z in het Aardrijkskundig Woordenboek als veldnaam, en daar kan ik het niet vinden.
In het Aardrijkskundig Woordenboek wordt het toponiem drie keer genoemd: De Zomp bij Twello, idem nabij Overasselt, en een half uur gaans van Ruurlo.
Het adjectief zompig gebruik ik regelmatig. Misschien normaal in Twente? Zompig gras, zompig weiland.
Het Duits kent “sumpfig” in de betekenissen drassig, moerassig. Typerend rond de oorsprong van een beek. De veenbes heet Moos- of Sumpfbeere. Het WNT levert ook veel info. Zo is “somp” doornatte turf, dat wist ik niet. Maar ja, er is veel wat ik niet weet.
Maar we leren elke dag bij.