Nicolaes van Geelkercken heeft twee detailkaarten gemaakt van de zuidoosthoek van de Moft, het grote bos van de Hertog op de heuvelrug tussen Ede, Bennekom, Wageningen en Renkum. Aan de randen werden daar in de tijd van Van Geelkercken stukjes afgeknabbeld: rijke mensen kochten stukjes land op. Deze twee kaarten geeft het land weer dat in erfpacht was gekocht door Jr. Raesvelt, burgemeester van ‘s Hertogenbosch. Zouden de kaart van Nicolaes nu meer dan 350 jaar later echt nog herkenbaar zijn? Jazeker, kijk mee.

De detailkaart uit 1640

De eerste kaart is uit 1640 en toont het begin van zijn landgoed. Later kocht Raesvelt een stuk grond erbij en kon Nicolaes in 1650 een nieuwe versie maken. In 1649 heeft hij de gronden van Raesvelt opgenomen in zijn grote kaart van het hele Moftbos. Drie keer heeft Nicolaes dus dit gebied gekarteerd en aan de hand van al die kaarten kun je prachtig de ontwikkeling van het gebied aflezen.

De oudste is deze uit 1640.

Renkums Beekdal kaart 16
GA 0012 1409 Van Geelkercken, 1640

Linksonder tekent Nicolaes de Rhijnstroom, Rinckum, t Clooster, den Bock en de muel (molen). rechts kasteel Groensfoort. Links steekt van Renkum naar boven (naar het westen dus) de voorloper van de N225 het beekdal over en verder de berg over naar Wageningen.

Nicolaes bakent gebieden af met een dikke rode en gele lijn. De gebieden die Raesvelt van het Convent van Renkum had gekocht, bakent hij af met geel. De Landschaps Moft dat de Rekenkamer beheert, omlijnt hij met rood. Daartussen ligt de grond die Raesvelt van de Rekenkamer in erfpacht had gekocht.

Langs de rode dikke lijn schrijft hij de wiltgraeff bij Jr. Raesvelt gemaeckt. Opvallend dat hij het woord ‘bij’ gebruikt, ik zou het nu als anglicisme afkeuren.

Raesvelt moest de gronden die hij had gepacht omwallen. Delen van die wallen kunnen we op het AHN nog terugvinden, dus ik kan de kaart op het AHN intekenen.

Dat breng ik over op de topografische kaart van 2022.

De viersprong tussen de N225, het fietspad en de oprijlaan naar ONO is in 380 jaar niets veranderd. De steile helling noemt Nicolaes t Clifft. Het fietspad onderlangs noemt hij Wegh onder den Bergh. De weg die de berg beklimt, nu de N225, noemt hij de Wegh naer Uijttrecht. De oprijlaan naar het ONO die de grens tussen het beekdal en de berg volgt, noemt hij Nieuwe Alee naer Jr. Raesvelts Bouhoven. Ik tuur verder op dit punt van de kaart, want hier is nog veel meer te zien. Het beekdal noemt hij den Hongerkamp: dat betekent dat daar nou niet bepaald rijke vruchtbare landbouwgronden liggen. Hij tekent duidelijk de St.Jansheuvel in het beekdal, het meest oostelijke duin van de Langeberg, een duinenrij op de berg, in het beekdal (maar dat is een ander verhaal).

Terug naar de viersprong. Tussen het Moftbos en de Geestelijcke Goederen van het Clooster in Rinckum tekent hij een lijn met daarbij Out verlanden Graeff. Blijkbaar lag hier een oude grenssloot met een walletje erlangs, en was de boel behoorlijk vervallen, maar de geschiedenis van die grens is ook een ander verhaal. Waar de grens een hoek maakt ligt een kuijl, een bekende manier om een grens aan te geven in die tijd. De twee kuilen liggen aen t vrouwenpat, en dat is de enige weg van alle wegen op deze kaart die nu 380 jaar later is verdwenen. Aan de overkant hiervan, vlakbij het klif, begint een zijweg door het bos. Daar begint nog steeds het Bergpad, een van de mooiste wandelpaden van de omgeving met schitterende vergezichten over de Rijn. Maar dat Bergpad volgt de bochtige rand van het klif, terwijl in die tijd dit waarschijnlijk een kortere weg was naar Wageningen.

Gebied A is de Langenbergh door Raesvelt aangekoftt. Dat ‘gekoft’ zie ik nog een keer op de kaart staan: G wijst me erop dat het lijkt op het Duitse gekauft. De naam Langenberg vind ik leuk, want daar ligt een lang duin op de berg, waar de St. Jansheuvel en de Koerheuvel onderdeel van zijn, maar dat is een ander verhaal. De naam is een mooi contrast met De Kortenberg waar later het landhuis is gebouwd. Op die plek tekent Nicolaes twee huizen en schrijft Lange voor boulandt Jr. Raesvelt toustendigh. Ik weet niet precies wat ‘Lange voor’ betekent, maar blijkbaar was dat al van Raesvelt. Ernaast een perceel Boulandt gehorende onder Groensfoort. Daar is veel grond afgegraven. leem? grind?

Nicolaes geeft op zijn kaart een schaal in roedes. Een Gelderse roede is 3,8 meter en daarmee kun je alles narekenen en over een nieuwe kaart of het AHN leggen, en dit klopt gewoon. Ongelooflijk dat Nederland niet meer verandert in 380 jaar.

De detailkaart uit 1650

Dan de tweede detailkaart uit 1650

De Moft in 1653. Van Geelkercken, GA 5633-1686-30

Sorry dat ik stoor. Rechts op deze site staat een doneerknop. Met 3 euro kun je deze site steunen. Voor een kop koffie onderweg voor Geert en mij. Hoeft niet, mag wel.

Het gaat om hetzelfde gebied, alleen zijn er twee percelen aan het landgoed van Raesvelt toegevoegd. Ik vul mijn eerdere tekening op het AHN aan met de nieuwe gebieden in groen.

Op een klein stukje diagonaal dwars door het nieuwe bezit na is alles herkenbaar. Ik vermoed dat het stukje wal E-M er nooit is geweest. Waarom zou iemand een wildwal aanleggen tussen twee bospercelen die beide van hem zijn? Hij heeft waarschijnlijk alleen de uitbreiding van een wal voorzien.

Ik breng de tekening over naar topotijdreis:

Waar nu het ONO ligt, stond toen Raesvelts huijs.

Een goed herkenningspunt is punt L links bovenin: dat zijn de grafheuvels bovenop de Wageningse Berg. Hoe ik dat weet? Dat komt doordat Nicolaes op zijn overzichtskaart uit 1649 bij punt L schrijft ‘seven huevels‘: dat zijn de grafheuvels op de berg, neem ik aan. Die liggen precies op de punt van de Trijangel. In 1649 noemt hij de Trijangel Den Geer, dat betekent de driehoek.

Die scherpe punt bij de grafheuvels ligt er nog net zo:

Van Geelkercken tekent bij de letter B een heuvel naast de wal van de kaart uit 1640. Deze heuvel ligt verscholen in het bos: hij ligt middenin een perceel naaldhout en valt daardoor niet op. Ik noem hem de Nicolaesheuvel, naar Nicolaes van Geelkercken die als enige deze heuvel op een kaart zet.

Hij hoort bij de Langeberg, net als de Koerheuvel en de St Jansheuvel. Samen vormen ze een duinenrij, maar dat is een ander verhaal.

De St Jansheuvel in het beekdal tekent hij op de verkeerde plek. Nicolaes moet dat thuis uit het hoofd erbij gezet hebben, vergeten op te meten waar het lag. “Oeps, het bergje, vergeten, waar lag dat, moet ik er nou nogmaals heen, nou ja, daar ongeveer” bij de Ouden Stomp: een wilg of eik vermoed ik die Witteroos in 1570 ook al intekent.

De Sint Jansheuvel in de Moft
Wageningseberg 2018

Merkwaardig is dat de Koerheuvel er niet op staat. De Koerheuvel is het kleine heuveltje met de grote beuk erop naast een klein heideveldje.

Koerheuvel
Moft 2018

Er veranderde niets in Nederland zolang met kruiwagen en schop grond verzet werd. Waarom zou je een wal effenen als je bomen wilt planten? Waarom zou je een weg verplaatsen? Pas sinds bulldozers hun alles verpletterende werk doen verdwijnen oude wallen en paden. Niet alleen onder woonwijken, wegen en industriegebieden, maar ook onder nieuwe natuur. Jammer is dat toch.

Ik teken de kaart in op een actuele topokaart en maak er een fijne wandeling van:

Routekaart met wandeling door de Moft
Topotijdreis, bewerking Mathilde 2020

Dat wordt een hoofdstuk in ons nieuwe boek met wandelingen en oude kaarten in de Moft.

Premium abonnees kunnen hier verder lezen

Voordelen voor premium abonnees:

  • transcripties van teksten op kaarten;
  • pdf’s van onze in eigen beheer uitgegeven boeken;
  • pdf’s van onze gepubliceerde artikelen;
  • bij veel blogstukken transcripties van archiefstukken;
  • de serie Zandbanken in de Rijn (2022);
  • de serie het Merckendal (2023);

Alle afbeeldingen

  • Routekaart met wandeling door de Moft
  • Nicolaesheuvel in de Moft
  • De Moft in 1650
  • De Sint Jansheuvel in de Moft
  • Koerheuvel
  • Kaart uit 1640 van de Moft