Ik typ beukenhakhout in bij Google en krijg ‘59.700 resultaten voor eikenhakhout, zoek in plaats daarvan naar beukenhakhout’. 59.700 resultaten voor eikenhakhout waar ik niet naar op zoek ben. Doorklikken levert 342 resultaten op voor beukenhakhout.
Beukenhakhout is dus zeldzaam, googelen is ook een manier om dat te onderzoeken!

Beukenhakhout dus. In landgoed Doorwerth zijn grote percelen beukenhakhout en dat maakt Doorwerth en aangrenzende bossen tot een ‘sterlocatie’ op de Veluwe. Eikenhakhout zie je hier overal, maar dat is een ander verhaal. Nu over beukenhakhout. Een niet zo fraaie foto zie je hierboven: mijn mobiel begreep niet zo goed waarop hij moest scherpstellen blijkbaar. Wat je ziet zijn dunnere beukenbomen die met meerdere tegelijk uit een stoof komen. Die stoof is blijkbaar meerdere keren afgehakt waarna hij weer uitliep. Een tiental jaren later kon je dan weer hakhout oogsten. Dat kon zo tientallen tot honderden jaren doorgaan met gebruik van dezelfde steeds ouder wordende stoven, totdat de moderne mens halverwege de twintigste eeuw anders besloot en geen beukenhakhout meer nodig had. De stoven liepen uit en de telgen groeiden door tot hoge bomen. Soms zie je dat dan een telg mocht blijven staan en de rest werd weggesnoeid: dat heet een spaartelg, en een bos vol dat soort bomen een spaartelgenbos. Dit is echt goed herkenbaar: je ziet dan een dikke knoestige stoof met daarop een dunne boom.

In dit beukenhakhoutbos zijn op veel plekken alle telgen blijven staan. Geen onderhoud meer aan gepleegd, verlaten. Nu zijn we er blij mee en hebben we iets dat zelfs op Europese schaal bijzonder is. Nou ja blij mee? Het wordt niet genoemd in een wandelgidsje, er staat geen infobordje bij, er is niks over te vinden op de site van Doorwerth.
Beukenhakhout werd gebruikt om houtskool van te maken. Eikenhakhout werd ook in de leerlooierij gebruikt. Ik weet niet of dat de reden is dat er veel meer van is. Misschien was het gemakkelijker, goedkoper, lukte het vaker, gingen er minder eiken dood. Ik weet het niet; internet geeft geen informatie, alleen dat Doorwerth bijzonder is vanwege het vele beukenhakhout. Volgende keer dat je daar bent: goed rondkijken dus.
Meer lezen over de omgeving van Doorwerth? In ons boek ‘Wandelen in het Doorwerth van 1847‘ vergelijken we het Doorwerth van toen met nu.
Was niet zeker maar het zal wel de Hunnenschans heten en hier is de bodem löss. De Rijn vormde in de tijd van de Romeinen de noordelijke grens. Met diverse Romeinse legerplaatsen.
Ik ben niet overtuigd dat daar de bodem loss is. Bij Demoed lezen we dat loss gevonden wordt bij Rolandseck en De Zalmen: dat is ten noorden van het kasteel. Over De Duno wordt niet gerept. Maar ik ga er snel heen. Ik herken loss wel, alleen ligt daar op weinig plekken de bodem open en bloot.
De Rijn vormde inderdaad, in onze streken, de noordgrens van het Romeinse Rijk. Die grens noemen we de Limes, en die grens was, met name bij plekken waar de Rijn kon worden gekruist, beveiligd met castella (forten). Van Nijmegen naar Driel liep een Romeinse weg, en bij Driel kon de Rijn redelijk eenvoudig overgestoken worden (dat daar nog steeds een pontveer is is geen toeval). Maar Romeinse legerplaatsen aan de noordkant van de Rijn (Hunneschans)?
?
Nee de Hunneschans is geen Romeins kamp maar stamt uit de Middeleeuwen. Ik vraag me af of die helling uit loess bestaat, en daar ging de discussie om. Waar ligt loess bij Doorwerth? In Demoed staat dat het ligt bij Rolandseck en bij De Zalmen.
VIa Google vond ik een artikel uit 1910 van D.J. van der Ven: “Löss op de Veluwe”.
In twee delen geplaatst in “De levende natuur” nr. 15. Op pagina 14 staat: “De löss komt op de Veluwe hoofdzakelijk voor….. ……en reikt van Doorwerth tot Dieren.”
Dat wordt zoeken dus…… Ik zal het artikel opzoeken en lezen. Heb je een link?
In hetzelfde artikel (1910) schrijft D.J. van der Ven: “Jaren lang was de bruinroode grondsoort reeds bekend bij schilders en een zekere categorie van menschen bestempelden de löss met den naam van “Brusselse aarde”, welke zij voor schuurdoeleinden gebruiken. Men vindt daar de löss achter overbekende herberg “De Zalmen” en bij Rolandseck”. Daar ga ik eens kijken.
Ja, ik ook. Kijken en voelen: loess is geel (hier blijkbaar bruinrood) en voelt als leem aan, dus zacht en fijn als meel. Van der Ven schrijft ook over de typische bolvormige loessheuvels. Zouden de Tafelberg en Reigersberg in de Rolandseck loessheuvels zijn? In de afdaling van de Trapjes kun je misschien ook een ontsluiting vinden.
Overigens zag ik een paar weken geleden een mooie ontsluiting langs de Beekhuizerbeek, waar bij het witte huis halverwege een hotel wordt gebouwd. De ontsluiting is wel enkele meters hoog, maar ze waren er aan het werk en ik had het lef niet er te gaan kijken. Of daar loess ligt, weet ik niet, maar het zou kunnen.
‘k Heb het artikel naar me toe gehaald, en zal het je toesturen.
Dank, ik heb het binnen.
Artikel over het loss gelezen. Loss is een schuursel meegenomen door de noordelijke winden. Bij de stuwwallen aan de zuidkant werd de wind rustig en dwarrelden het loss naar beneden. Uitvoerig behandeld bij landschapskunde. Loss in Limburg is schuursel van een andere soort grond waardoor de samenstelling anders wordt.
Je schrijft: “Löss is een schuursel”? Een schuurmiddel? Met (scherp) zand, en dus ook met löss, kun je schuren, dienk maar aan “Zand, zeep en soda”. In het Engels is “schuren” dan ook “sanding”, en “schuurpapier” heet “sanding paper”. Maar om nou löss als schuurmiddel, “schuursel”, aan te duiden?
Het is een soort slijpsel net zoals de klei in de rivier.
‘k Hou het maar gewoon op löss. Een grondsoort die tussen zand en klei in zit,
Interessant! Ook de toevoegingen hier.
De reden dat er minder beukenhakhout is heeft met de grondsoort te naken. Als je een beuk ziet staan is de grond of leem of leemig zand of Löss. https://nl.wikipedia.org/wiki/L%C3%B6ss
Aan de hele zuidkant van de stuwwal vind je Löss dat is afgezet tijdens de ijstijd. Zand is voor eik, berk en naaldhout. Met deze kennis maak je een begin om het landschap te lezen.
hoi Harry, weet jij een plek in de omgeving van Doorwerth waar je de loss kunt zien?
Bij Heveadorp (Landgoed Duno) heb je een Romeinse kampplaats waar je naar Driel kan kijken. De helling naar beneden is een typische löss helling. Van Velp naar Rheden fietsen over de Arnhemsestraatweg zie je links allemaal beuken löss helling bovenaan begint het zand.
dank! Ik weet dat er loss ligt bij Rheden, en had gelezen dat er ook bij Doorwerth loess ligt, maar had het nog niet gezien. Het heeft namelijk een nogal opvallende gele kleur en dat ben ik daar nog niet tegengekomen. De volgende keer ga ik kijken (en voelen). Met de Romeinse kampplaats bedoel je neem ik aan de middeleeuwse Huneschans?
Zo duidelijk is dat onderscheid tussen klei en zand / tussen beuken- en eikenbos. geloof ik niet. Beide boomsoorten komen veel in dezelfde habitat voor. Er zijn best zandgronden met veel beuken. Maar als je van zand naar klei gaat neemt het aandeel van beuken doorgaans wel toe en dat van eiken af. Maar op beide grondsoorten neemt in de loop van de tijd het aandeel van beuken toe. In oude bossen op goed tot matig vochthoudende gronden (zand of leem of klei) blijkt beukenbos de climaxvegetatie te zijn.
Eens. Als je lang genoeg wacht hou je een bos met beuken over.
Om van huiden leer (“leder”) te maken moet je ze looien. Dat werd vroeger vrijwel uitsluitend met run gedaan. Run is gedroogde en in runmolens vermaalde bast van eikenhakhout. Run bevat looizuur en dat zorgt ervoor dat een huid, als gevolg van een chemisch proces, houdbaar wordt in de vorm van leer. De vraag naar run maakte teelt van eikenhakhout lucratief voor boseigenaren. Er is veel literatuur over dit onderwerp beschikbaar. Een goed begin is http://www.probos.nl/images/pdf/boeken/ScanboekHakhout.pdf
Beukenhout, al of niet als hakhout geoogst, is één van de betere houtsoorten om houtskool van te maken, maar in principe zijn alle houtsoorten hiervoor geschikt.