Nou wordt het een wild hoofdstuk, de climax is nabij. Ik heb nog een aantal puzzelstukjes over:
- de tunneldalen van Almelo – Aalten en van Rossum – Hummelo.
- het fossiele dalstelsel in de Achterhoek;
- de esker bij Langeveen.
Die krijgen nu eindelijk een plek door een inspirerende theorie: de Hondsruggletsjer.
De Hondsruggletsjer is bedacht omdat men een puzzel zocht waar de megaflutes van de Hondsrug inpaste. Wie op de hoogtekaart kijkt, valt direct de lange rechte heuvels van de Hondsrug op, en dit is nou eindelijk een Nederlands ijstijdfenomeen dat op wereldschaal bijzonder is. De richting van de heuvels komt niet overeen met al dat ijs wat ik tot nu toe getekend heb op die eerdere puzzels, dus wat is dit?

Iemand bedacht dat dit wel eens veroorzaakt zou kunnen zijn door een snelle ijsstroom, een gletsjer die door een eerder gevormd ijsveld heen dendert. Dat eerdere ijsveld, mijn grote blauwe vlak van de vorige puzzel, is inmiddels een dood ijsveld geworden, er zit geen druk meer achter en geen beweging meer in en smelt langzaam af. Daar doorheen zou dan een nieuwe smalle gletsjer zijn weg hebben gevonden. Dit schijnt op Groenland en in Canada ook hier en daar voor te komen en op Youtube staan fenomenale filmpjes.
Deze Hondsruggletsjer verklaart niet alleen de Hondsrug, ook in Twente en de Achterhoek zijn er verschillende fenomenen mee te verklaren: mijn laatste drie puzzelstukjes die nog een puzzel zoeken! En ook in Duitsland worden verschillende landvormen er goed mee verklaard, met name de richting van de waterstromen en het meer in het Bekken van Munster. Kortom: hoe absurd het ook klinkt, ik omarm de Hondsruggletsjer.
Hiermee kan ik de esker van Langeveen, tunneldalen en fossiele dalen in een keer verklaren.


Het idee is dat vanuit de Hondsruggletsjer nogal wat water richting Twente stroomde, en dat dit water terechtkwam onder het ijsveld dat er lag. Hier schuurde het een diep dal uit in de zachte ondergrond onder het ijs en stroomde naar het laagste deel van dit gebied: de IJsselvallei. Ook ergens bij Langeveen moet zo een watervloed zijn ontstaan die de esker en het aansluitende tunneldal heeft gemaakt. Ik begrijp nog niet helemaal waar dan precies dat water over de stuwwal van Uelsen is gegaan.
Deze Hondsruggletsjer maakt de vierde puzzel in deze serie extra mooi. Eerst eentje van Noord Nederland.

En nu Twente en de Achterhoek:

De Hondsruggletsjer is roze. De stuwwallen zijn rood, en zoals je ziet zijn ze in de vorige fase naar het zuiden toe versmeerd en gedrumliniseerd. Het grote blauwe veld is het doodijsveld dat allengskens aan het afsmelten is en overal keileem achterlaat. De twee smeltmeren bij Markelo en Borne, waarin kame zich afzet, heb ik lichtblauw gekleurd. De grote sandrvlaktes bij Geesteren en bij Montferland zijn oranje. Met paars heb ik de esker van Langeveen, de tunneldalen Almelo-Aalten en Rossum-Hummelo en het fossiel dalstelsel in de Achterhoek weergegeven.
Het is een mooie puzzel. Wat zou je daar nu nog van zien?
Het hele verhaal van Oost-Nederland, van Precambrium tot en met de ijstijden bij elkaar? Dat kan! Het is bij mij als pdf te verkrijgen voor 7 euro of bij bol.com als e-boek voor 9 euro.
Ik zie voor mij een soort driedimensionale animatiefilm in kleur, waarin de belangrijkste consequenties van de theorie zich voor je ogen afspelen. Globaal beginnen en steeds meer details toevoegen. Eigenlijk zoals jij je plaatjes opbouwt. Maar kennis van animatiefilms is daarbij in eerste instantie belangrijker dan kennis van computersimulatie. Mogelijk bestaan zulke filmpjes op Internet ook al wel? Maar dan moet je de geanimeerde bewegingen ook nog causaal theoretisch onderbouwen. Iets voor een volgende generatie.
Mathilde, wat een prachtige detective in afleveringen. Ik heb het allemaal gevolgd, maar nog niet allemaal begrepen. Het is waarom geomorphologie moeilijk is voor mensen als ik die maar enkele aspecten van gebeurtenissen tegelijk kunnen verwerken. Ik zou er een systeem-dynamisch computer-simulatiemodel van willen maken om er meer grip op te kunnen krijgen: Processen met verplaatsing van materie in ruimte en tijd, met verschillende invloeden, directe en indirecte relaties, lineaire en non-lineaire verbanden, oorzakelijke terugkoppelingen met verschillende snelheden en wellicht nog meer ingewikkeldheid. Dat was een hele mond vol. Ik ga al je tekeningen opnieuw bekijken. In mijn boek van Staring uit 1860 staat een hoofdstuk over “Twenthe en het Zutphense” (70 pag.). Dat zal wel goed verouderd zijn denk ik zo (de systeemdynamica kan heel goed met de dimensie tijd overweg, maar veel minder goed met de dimensie ruimte). Hoe breng je die twee, methodologisch, op evenwichtige manier samen.
Het boek van Staring is verouderd, maar dat is dit blog over 150 jaar ook en waarschijnlijk nog veel eerder. Een serie over de opeenvolgende opvattingen is ook interessant.
Dat computer-simulatiemodel lijkt me super. De afgelopen miljoen jaar van de geschiedenis van Nederland in 10 minuten. Waarschijnlijk bestaat het al, of is Utrecht er wel mee bezig.