Voor mijn lezers uit Oosterbeek: een mooie kaart uit 1660. Volg de link in het onderschrift van de kaart naar het Gelders Archief en zoom in op de kleinste details.

De kaart is van Isaac van Geelkercken, zoon van Nicolaas. Ook Isaac heeft mooie kaarten gemaakt en vader en zoon hebben ook samengewerkt. In 1660 was vader net een paar jaar dood, en zoon zette de traditie voort. Oriëntatie op deze kaart is gemakkelijk: het noorden is boven. Midden onderin zie je de Oude Kerk. Bovenaan loopt van links naar rechts de Straet van Utrecht na Arnhem.
Oosterbeek is in de 19de eeuw via het Zweiersdal uitgegroeid naar het noorden en het centrum ligt nu bij de Utrechtseweg. In 1660 was de Oude Kerk het centrum van het dorp, en daar is eigenlijk niet zoveel veranderd. Ik denk dus dat je best veel op deze kaart kunt herkennen.
Eerst de Zuiderbeek en het centrale deel bij de kerk. Bij de kerk is echt niks veranderd: de bocht in de Benedendorpsweg, het omwalde kerkterrein, het kerkpad, de Zuiderbeek en de Weverstraat omhoog het Sweersdal in. Het pad de uiterwaarden in ligt er nog net zo, en de Leijdijck met de sluis ook. De Zuiderbeek ontspringt in het Sweersdal met een waterkolk die nu in de heemtuin ligt. Naast de beek loopt de Weverstraat door hetzelfde Zweiersdal omhoog. Bij de waterkolk, nu de heemtuin dus, splitst de weg in drieën. Nu ligt daar de Dam, toen lagen er een paar boerderijen en een ganzepootknooppunt van wegen. De Weverstraat loopt rechtdoor. Naar rechts gaat de Fangmanweg verder naar het noordoosten, naar links de Van Eeghenweg – bospad – Kneppelhoutweg: het ligt er allemaal nog net zo. Waar de beek in de Leijgraaf lost (bij de kerk), ligt een kleine waterplas: die is weg, maar de beek ligt daar in een betonnen goot en als we die weghalen ontstaat die waterplas vanzelf.
De Gielenbeek begint hoog op de berg: nu ligt er een droog stuk tussen de eendjesvijver en de beek, maar in 1660 was het een geheel. Het is nu prachtig wandelen daar; veel is er niet veranderd.
De Oorsprongbeek ontspringt in de diepe sprengkop net ten zuiden van de rotonde bij de Oude Herberg. Daar ontwikkelt zich een buurtschap. Er staat Hoogen Oorspronck, maar volgens mij geen Laagen maar Leegen Oorspronck. In het Arnhems dialect nu wordt de A bijna als een E uitgesproken, zou dat toen ook zo geweest zijn en Isaac de uitspraak verkeerd hebben geïnterpreteerd? Oorspronck slaat op de beek die daar ontspringt. Het ligt er allemaal nog net zo. De Koude Herberg (nu Oude Herberg, dat klinkt wat aangenamer) tekent Isaac nog niet. Nog verder naar links staat Lantschaps Hegh, met een brede rij bomen gescheiden van de Oorspronck. De Lantschaps Hegh was het communale bos, deel van het Coenenbosch (dat is een ander verhaal); de Oorsprong was ook toen al blijkbaar privébezit. Langs deze scheiding ligt nu de Italiaanseweg, en de rij beuken is indrukwekkend. Maar of ze zo oud zijn? Daar twijfel ik aan, maar je moet ze zeker bekijken: je weet niet wat je ziet. Ik zak de Oorsprongbeek af: waar hij de Wegh na den Doorenweert, nu de Benedendorpsweg, oversteekt, ligt een drassig weiland: Isaac tekent hier een waterplas.
Onderaan van links naar rechts loopt de Wegh na den Doorenweerd, nu de Benedendorpsweg. Er zijn kaarten waarop die ten zuiden van de Oude Kerk loopt, maar op deze kaart loopt hij net zoals nu. De Benedendorpsweg loopt verder bovenlangs de helling langs de uiterwaarden naar het oosten, net als nu. Op een zekere plek takt er een weg af naar het noordoosten, en ik vraag me af of die er nog is. Waar zit ik nu? De langgerekte percelen rechts geeft een aanwijzing. Ik vraag me ineens af waarom deze percelen zo langgerekt zijn: het lijkt wel een veenkolonie. Ze lopen van de Benedendorpsweg kaarsrecht tot ver ten noorden van de Utrechtsestraat (tot aan de spoorlijn lijkt het wel, alsof ze die al gepland hadden). Een van deze drie was deel van het Coenenbosch: Witteroos heeft hier een kaart van gemaakt in 1550 en tekent er een wit stenen kruis in. Nog altijd ligt hier de Stenenkruisweg. Ik kan niet anders concluderen dan dat het pad naar het noordoosten is uitgegroeid tot de Jonkheer Nedermeijer van Rosenthalweg (Oosterbeek houdt van lange straatnamen maar had dan ook veel illustere inwoners van wie velen hun eigen weg hebben gekregen. De mannen althans. Waar is de Maria Vosweg?), de route die bus 51 volgt. In Nederland verandert nooit wat: in 1660 een pad, nu de belangrijkste weg in die buurt. Waar de Jonkheer Nedermeijer van Rosenthalweg uitkomt op de Benedendorpsweg, begint nu het Unkelsepad: en ja hoor, dat lag er in 1660 ook al.
Oosterbekers: veel plezier met deze kaart.
De “Jonkheer Nedermeijer van Rosenthalweg” heette vroeger de Grindweg, dat is ergens in 1950-1970 veranderd. Een heel stuk korter 🙂 !!