Op deze kaart van Nicolaes van Geelkercken uit 1632 staat een merkwaardig detail: Heijdenstadt.
Meer over deze kaart.

Hij tekent een ronde wal ten zuidoosten van De Ginckel, ten zuiden van de Michels Kuijl, die nu bekend staat als Mechelse Kuil. Daar werd heel lang geleden recht gesproken.
Elshoff heeft deze kaart gekopieerd in 1731.

Wat is Heijdenstadt?
Is Heijdenstadt een stad op de Heide of is het een stad van Heidenen? Het eerste lijkt me niet logisch: zo staan er geen huizen ingetekend. Ik vermoed dat Van Geelkercken, en met hem vast vele tijdgenoten, dacht dat daar een heidense stad lag. Een zigeunerkamp? Roma en Sinti woonden niet in huizen maar in wagens. Dat zou heel goed kunnen!
Heijdenstadt moet terug te vinden zijn op het AHN. Hier een reliëfkaart van dit stukje aarde en zowaar zie ik iets wat een rondlopende wal lijkt. Het ligt in de zuidwesthoek in de uitgestoven laagte van een stuifzandei en is op het AHN een opvallende plek. Het is goed mogelijk dat het zand is uitgeblazen tot aan het grondwater. Dan volstaat een ondiepe kuil om aan water te komen. Op het AHN lijkt de kuil er nog te liggen. Het lijkt geen slechte plek voor een pleisterplaats.

Ik zit op het Ginkelse Veld. Boven van links naar rechts de Amsterdamse Weg. Linksboven de halfronde schapenwei bij de schaapskooi bij juffrouw Tok. Daar naast een kuil waar je beschut in kunt picknicken. Die doet niet mee in dit verhaal. Een eindje verder naar rechts de Mechelse Kuil. Daar onder Heidenstad.
Goed, in de tijd van Van Geelkercken lag hier dus misschien een zigeunerkamp. Eromheen loopt de Kromme Laan, de enige Kromme Laan en de verre omgeving, over een smalle rondlopende wal. Misschien hoorde die wal er ook wel bij. In elk geval is die laan ouder dan het bos, want waarom zou je een bochtige wal aanleggen die heel onhandig alle rechthoekige percelen in jouw naaldhoutplantage doorkruist? De overige paden vormen een net raster. Duidelijk is de wal te zien van de Kromme Laan, en dat lijkt me in elk geval geen duin maar een menselijke wal. En daar binnenin nog een menselijke wal, keurig parallel. En daarbinnen het gat. Wat het is, is alleen op te helderen met archeologisch onderzoek. Resten van houtvuren, een paar potscherven, een paar resten van palen, kassa! Jan zegt dat er alleen onderzoek naar de wallen is gedaan, maar niet naar de plek zelf. Jammer!
Elders lees ik dat het misschien een pleisterplaats is geweest op een hessenroute, maar dat lijkt mij onlogisch: dan had Van Geelkercken het dan niet Heijdenstadt maar Hessenstadt genoemd. Want die Hessenen waren net als hij Christenen, maar dan uit Duitsland. Een kamp voor Roma of Sinti lijkt me logischer. Jan denkt eerder aan een nederzetting dan aan een pleisterplaats. Graven moeten we!
Heidenstad staat op meer kaarten, maar die zijn wel allemaal van Elshoff en Van Geelkercken. Dit is een kaart van Van Geelkercken uit 1653. Hij schrijft Heijdenstadt ten zuidoosten van het halfronde veld (de schapenweide bij de schaapskooi). Hij tekent er geen wal omheen, maar ik zie wel vaag een blauwe vlek die op water duidt.

Meer over deze kaart.

Elshoff tekent Heidenstad in 1722 op zijn kaart van Reemst ten noorden van de Paalberg. Ineens valt me op dat op alle kaarten Heidenstad bij een kruispunt van wegen ligt.
Meer over deze kaart.


Goed, ik ben benieuwd naar jullie reacties. Wat zou Heidenstad kunnen zijn?
topboektip: De geschiedenis van Nederland in 100 oude kaarten
en nog even dit: https://de.wikipedia.org/wiki/Pipinsburg_(Sievern)
Deze burg lig vlak bij het Heijdenstadt van Henk. Er staat een mooie tekening bij, met grafheuvels en hunebedden, dat gebied heeft
al een lange bewonersgeschiedenis zo te zien…..
Misschien nog een “Heijdenstadt”?
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hedeby
Vergelijkbare omwalling als de ander ringwallen, die we kennen.
De vertaling van de naam lijkt wel te kloppen!
Is het denkbaar dat de omwalling een verlaten ringburcht is, daterend van lang voor Van Geelkercken, en dat de lokale mensen daar allerlei spookverhalen aan koppelden: dit was vroeger een stad van de heidenen?
Hoi Patrick, deze verklaring heb ik ook wel eens geopperd. Of het een ringburg is van de tijd van Adela van Hamaland, zoals die op de Duno, Grebbeberg en Uddel, is de vraag: het is nou niet echt een strategische ligging. Maar een oude plek met ronde wallen, misschien niet voor niets vlakbij de Mechelse Kuil, waarover lokal verhalen ontstonden, en die vervolgens verscheen als ronde omwalling op de kaarten in de 17de eeuw. In elk geval levert deze puzzel veel goede reacties op waar wij mee aan de slag gaan.
Zeker wel. Daarom is het ook zo jammer dat er nooit goed archeologisch onderzoek is gedaan.
nog een Heidenstadt……..https://www.lieux-insolites.fr/basrhin/heidenstadt/heidenstadt.htm, verderop na de heksenkring.
kijk eens aan, Europa ligt vol heidensteden.
Ik wist dat er meer locaties met de naam waren. Maar ‘t blijken er meer te zijn dan verwacht, en ze liggen over een groter gebied verspreid.
In “Topographie von Helvetiën unter den Römern”, dat ik via Google vond, wordt van “Heidenstatt” gezegd: “Der Name Heidenstatt will, wie es uns vorkommt, nicht sowohl eine Stadt (“urbs” oder “oppidium”), als vielmeht eine Stätte (“locus”), einen bewohnten Ort, anzeigen.
In Noord Duitsland bij Sievern komt de naam Heidenstadt voor. Locatie is een veen gebied.Het ligt op een knooppunt van 2 belangrijke vroegere handelswegen. Er zijn veel overeenkomsten qua vorm. Zie kaarten op:
https://de.wikipedia.org/wiki/Heidenschanze_bei_Sievern.
Dank voor je reactie, wat leuk dat er zoveel binnen komt op deze puzzel. Nog een Heidenstad dus, dit is echt super interessant aan het worden.
Ik ben het helemaal eens met de analyse dat het niet om een kamp van ambulante handel en dienstverlening gaat. Ik kan me ook niet voorstellen dat het om maatschappelijke randfiguren gaat, die moeten ook op een bepaalde manier aan hun levensbehoeften komen (loonwerk, kleine criminaliteit), en dat gaat niet ver van echte nederzettingen af. De kans dat die naar de heide zouden zijn getrokken in plaats van naar de stad lijkt me onwaarschijnlijk. Vanwege de walvorm lijkt het me eerder dat er, net zoals met de Hunenborg in het Voltherbroek (dat in de middeleeuwen voor de Bisschop van Utrecht is aangelegd)(en waarvan dus de geschiedenis een tijd van vergeten is), lokale overlevering rond deze landschapsvorm is ontstaan. Ik zie Hunen en Heijden(en) an sich niet zo ver uit elkaar liggen als een aanduiding van een volk uit het verleden waar de verteller zich niet mee identificeert. Het hoeft niet daadwerkelijk een verdedigingswerk te zijn geweest om wel in de overlevering als zodanig gezien te worden, lijkt me.
De website https://www.megalithic.co.uk/article.php?sid=6333641 vermeldt een locatie in noord-oost Frankrijk , genaamd: “Heidenstadt oppidum” als een kampplaats uit de ijzertijd.
In het boek ‘Wandelingen ter opsporing van Bataafse en Romeinsche oudheden’ beschrijft O.G. Heldring een wandeltocht in ong. 1838 vanuit Hemmen over de zuid Veluwe, hij komt ook bij Heidenstad. Volgens hem woon(d)en daar ongelovige mensen, ze woonden op de heide, dus werden ze Heidenen genoemd! Tja….
Overigens een prachtig verhaal over die tocht, toen waren de raatakkers nog Romeinsche kampementen…..
Ja en ik meen dat hij ook Hoenderloo als de stad van de Hunnen beschrijft. Maar toch: ik ben dol op zijn verhalen, en zijn boek is heerlijk leesvoer.
Mathilde is weer lekker bezig geweest.Een paar opmerkingen.
De Mechelse Kuil zoals we hem nu kennen heeft zijn vorm gekregen als onderdeel van een werkverschaffingsproject in de 30-er jaren van de vorige eeuw. Op oude kaarte komt hij voor als Michels Kuil. Ditlijkt mij een aanduiding van de naam van de eigenaar. Vroeger, toen het grondwater veel hogers stond, zal de kuil niet zo diep geweest zijn als tegenwoordig, en mogelijk dienst gedaan hebben als drenk- en/of wasplaats voor schapen- (van Reemst?).
Het fabeltje van “gerechtsplaats” slaat nergens op. Elders is ook sprake van “dingplaats”. Maar dan zouden we het over de Germanen hebben. En die kenden inderdaad rechtspraak op dingplaatsen. Maar dat waren nooit kuilen, maar (doorgaans) heuvels, met de bijbehorende bomen. En dingplaatsen lagen nooit zo afgelegen.
Een heiden is, in de oorspronkelijke betekenis van het woord, een bewoner van de heide. En het Duitse “Statt” betekent eigenlijk : verblijfplaats. “Ons”Heidenstadt” lijkt mij daarom een plek waar heidebewoners zich hadden gevestigd. De plekleende zich daarvoor: aan doorgaande wegen, met water in de nabijheid. ‘t Is niet toevallig dat er vlakbij de nodige grafheuvels te vinden zijn.
Die heidenen hadden zich kennelijk permanent gevestigd. En waren dus niet, zoals
Roma en Sinti, rondtrekkende woonwagenbewoners. Die hadden daar ook niets te zoeken. Want rondtrekkende personen deden niet aan sedentaire landbouw, maar aan ambulante handel (marskramers) of dienstverlening. En hun klanten woonden niet op de heide, maar in (of in de buurt van) dorpen en steden.
Denk ik……
hoi Jan,
Ik heb de zin over de Mechelse kuil weggehaald uit dit stuk. Dat komt uit een ander stuk op dit blog, en daarop had je al hetzelfde gereageerd. Ik zal in deze puzzel uitsluitend Heidenstad noemen.
Heiden als bewoner van heide? Dat is nieuw voor me. Je verhaal klinkt aannemelijk; stad als plaats (en niet als stad) had je me al eerder verteld. Maar noch Elshoff noch Geelkercken tekent een huisje, of een landbouwveld. alleen een cirkel, een wal, een stippellijn, en misschien in 1653 een vage blauwe vlek als waterkolk. Ken je meer kaarten waar de stad op staat? Of stukken waarin het staat beschreven?
Het Woordenboek der Nederlandse Taal – http://gtb.inl.nl/ levert de verklaring voor “heiden” als bewoner van de heide,
Mijn oma vertelde dat er vroeger een plek op de hei was voor mensen die buiten de maatschappij vielen. De dronkaards, de wanbetalers, het uitschot, alleenstaande moeders. Volgens haar in het oude Belgenkamp…maar misschien was er eerder ook wel zo’n plek. We zouden het nu Skeavehusen noemen. Ik kan het haar niet meer navragen helaas, ze leeft niet meer.
Dank je wel! Ja dit klinkt best logisch, je oma kende vast zulke plekken. Ik vraag me wel af of die dronkaards en wanbetalers een wal rond hun oord zouden hebben opgeworpen.
De oma van Greet had het mis. Het Belgenkamp, betr als Vluchtoorg Ede bekend, werd gebouwd èn gesloopt tijdens de Eerste Wereldoorlog. Wel werd in de Tweede Wereldoorlog het joodse Rijkswerkkamp ‘t Schut gebouwd. Daar werden na de oorlog wèl “probleemgezinnen” gehuisvest. maar dat kamp lag niet op de hei ,aar aan de Schuttersteeg in de Maanderbuurt, halverwege Veenendaal.
Volgens mij bedoelt Greet dat er daarvoor en elders vast meer van dergelijke plekken te vinden waren.
Ik weet ook niet alles. Maar dat er enige grootschalige opvang op “een plek op de hei was voor mensen die buiten de maatschappij vielen” in de gemeente Ede is mij niets bekend.
Juist omdat niemand alles kan weten, ben ik deze rubriek ‘puzzel mee’ begonnen: wie weet heeft een lezer zich erin vastgebeten, een scriptie erover geschreven, een spreekbeurt gehouden, of had een oma die verhalen van vroeger vertelde. Ik krijg net een reactie binnen dat in noord-oost Frankrijk een ‘Heidenstadt oppidum’ ligt als een kampplaats uit de ijzertijd.
Jazeker, ook oma’s verhalen kunnen een bron zijn. Maar juist bij dat soort verhalen moet je voorzichtig zijn.
“Heidenstadt”, of varianten daarvan, kom je vaker tegen. En een datering in de steentijd is niet onlogisch
“Ons” Heijdestadt” zou zeker archeologisch nader onderzoek verdienen. De AWN is er wel mee bezig geweest, de gemeente Ede had er Eric Norde van Raap wat tijd en budget voor gegeven. Maar dat is doodgebloed.
Ja super jammer dat dat onderzoek niet is doorgezet.