Op deze kaart van Nicolaes van Geelkercken uit 1632 staat een merkwaardig detail: Heijdenstadt.

Meer over deze kaart.

Nederveluwe in 1634
NA 4 VTHR 4106

Hij tekent een ronde wal ten zuidoosten van De Ginckel, ten zuiden van de Michels Kuijl, die nu bekend staat als Mechelse Kuil. Daar werd heel lang geleden recht gesproken.

Elshoff heeft deze kaart gekopieerd in 1731.

GA 0409 1537

Wat is Heijdenstadt?

Is Heijdenstadt  een stad op de Heide of een stad van Heidenen? Het lijkt me niet logisch: zo staan er geen huizen ingetekend.

Heijdenstadt moet terug te vinden zijn op het AHN. Hier een reliƫfkaart van dit stukje aarde en zowaar zie ik iets wat een rondlopende wal lijkt. Het ligt in de zuidwesthoek in de uitgestoven laagte van een stuifzandei en is op het AHN een opvallende plek. Het is goed mogelijk dat het zand is uitgeblazen tot aan het grondwater. Dan volstaat een ondiepe kuil om aan water te komen. Op het AHN lijkt de kuil er nog te liggen. Het lijkt geen slechte plek voor een pleisterplaats.

Ik zit op het Ginkelse Veld. Boven van links naar rechts de Amsterdamse Weg. Linksboven de kuil naast de halfronde schapenwei bij de schaapskooi bij juffrouw Tok. Een eindje verder naar rechts de Mechelse Kuil. Rechts onder het wildviaduct over de A12. In het midden van de uitsnede ligt Heidenstad.

Opvallend is de Kromme Laan, de enige Kromme Laan en de verre omgeving, over een smalle rondlopende wal. Beschermde die Heidenstad? In elk geval is die laan ouder dan het bos, want waarom zou je een bochtige wal aanleggen die heel onhandig alle rechthoekige percelen in jouw naaldhoutplantage doorkruist? De overige paden vormen een net raster. Duidelijk is de wal te zien van de Kromme Laan, en dat lijkt me in elk geval geen duin maar een menselijke wal. En daar binnenin nog een menselijke wal, keurig parallel. En daarbinnen een gat. Wat het is, is alleen op te helderen met archeologisch onderzoek. Resten van houtvuren, een paar potscherven, een paar resten van palen, kassa! Jan zegt dat er alleen onderzoek naar de wallen is gedaan, maar niet naar de plek zelf. Jammer!

Elders lees ik dat het misschien een pleisterplaats is geweest op een hessenroute, maar dat lijkt mij onlogisch: dan had Van Geelkercken het dan niet Heijdenstadt maar Hessenstadt genoemd. Want die Hessenen waren net als hij Christenen, maar dan uit Duitsland. Jan denkt eerder aan een nederzetting dan aan een pleisterplaats. Graven moeten we!

Heidenstad staat op meer kaarten, maar die zijn wel allemaal van Elshoff en Van Geelkercken. Dit is een kaart van Van Geelkercken uit 1653. Hij schrijft Heijdenstadt ten zuidoosten van het halfronde veld (de schapenweide bij de schaapskooi). Hij tekent er geen wal omheen, maar ik zie wel vaag een blauwe vlek die op water duidt.

Ginckel in 1653
Ginkel GA 5436-1661-70

Meer over deze kaart. Van Geelkercken tekent alleen heuvels (duinen) bij Heijdenstadt, verder nergens op het Ginkelse veld.

Detail

Elshoff tekent Heidenstad in 1722 op zijn kaart van Reemst ten noorden van de Paalberg.

Meer over deze kaart.

Reemst in 1722
Reemst GA 0409-1538-0001

Goed, ik ben benieuwd naar jullie reacties. Wat zou Heidenstad kunnen zijn?

Update: ik ben deze heidenstad ook tegengekomen in de stukken van een proces over bijenkorven op de Renkumse Heide, zie boek De Renkumse Heidevelden. Een plek waar bijenkorven werden neergezet heet daar een immestede. Een bekende grote plek was de Paelberg. Een tweede was heijdenstad bij Ginckel. Een bijenstad dus.

Ik Ceelman Van Ommeren Scholtis deser tijt des Ampts van Ede, doe condt ende attestiere mitz desen wie dat voir mij luiden gecompareert binnen, Aert Gerriss ende Gerrit Wijnen, ende hebben met der waerheit verclaert dat sie luiden haere immen hebben staende gehadt int sandtclepken in die Heijstadt, alwaer omtrent die buschmeijster bij haer luiden is comen rijde ende gevraget off die beijen vet waeren, waerop sie hebben geantwoirdet dat vet dat sie hebben, dat hebben sie goet te dragen, ende wijders den boschmeester gevraget, waer dat sijn veldt scheijde, want wij hebben daer sommige staen, wairop die boschmeijster antwoirde, ick hebbe sie gemienlijck langes den Paellberch well op gehaeldt, waerop Aert Gerriss ende Gerrit Wijnen hebben gevraget, staen sie in u veldt, ende wilt gij ons vrijen, so willen wij an u betalen, waerop die boschmeister hebbe gesproken, gaet eerst bij Willem Lubberss toe Ginckell ende segget hem compt hoir dat veldt toe, dat sie mij dair bescheijt van brengen, ick en begeert niet, dan sie staen int gescheijt, wij sullen daer well omme crackeelen, mogelijck dat mij die helffte dair van compt, ende dair op oiren imme opgehalt.

In oircondt der wairheit hebben wij attestanten neffens den scholtis dese notele met onse eijgen mercken onderteickendt, unde binnen willich indien het naot doet dit selve bij eede te verclaire.

Ik denk dat je geen bijenkasten neerzet op een plek vol vagebonden en zwervers.

topboektip: De geschiedenis van Nederland in 100 oude kaarten

Alle afbeeldingen

  • Detail van kaart van Elshoff, 1722
  • Detail van kaart van Van Geelkercken, 1653
  • Detail van kaart van Elshoff, 1731
  • Reemst in 1722
  • Ginckel in 1653
  • Het Ginckelse Veld op het AHN
  • Nederveluwe in 1634