Ik ken meerdere boerderijen, huizen en velden die een naam hebben met Ham erin. De grote stad Hamburg natuurlijk. Het kasteel Den Ham bij Vleuten. Bij Tiel lag huis Ten Ham bij de Hamse brug. Bij Vriezenveen ligt het dorp Den Ham, ten noordoosten van Zuidhorn ligt ook een Den Ham. In mijn geliefde Binnenveld ligt het Hamse Brinkje (het driehoekje oostelijk van het zwembad bij Bennekom) en een veldnaam De Ham op een hoek van de Dijkgraaf. Ten Ham, van de Ham, van der Ham en van den Ham zijn veelvoorkomende achternamen. De Gouden Ham is een recreatiegebied bij Appeltern.

Wat is een ham?

De etymologische woordenboeken leveren op dat een ham een zompig stuk grond is bij een rivier. En dat het een knik is. Zoals de S-vorm van de gewrichten in een been: daar zal varkensham vandaan komen. En inham? Dat is in een ham, het deel binnen een knik, lijkt me. Een huis op het stuk grond binnen zo’n knik wordt dan Ten Ham. Maar of dit perse zompig moet zijn? Bij de diverse huizen en dorpen die Den Ham of Ten Ham heten staat op Wikipedia dat Ham een aangeslibd stuk grond is, maar ook landtong, hoek, afgebakend stuk land.

Ik maak wat uitsnedes op topotijdreis van diverse Hammen. De eerste is Huis Den Ham ten westen van Vleuten. Daar is het nat, dat geloof ik direct. Het huis ligt in een binnenbocht van de Vleutensche Wetering.

De volgende kaart, ook uit 1925, is Huis ten Ham tussen Drumpt en Avezaath. Heet dit huis zo omdat het daar nat was, of heet het zo omdat het ligt ingesloten tussen de Linge, een brug en een weg.

Bij Bennekom ligt het Hamse Brinkje, de driehoek in het midden van de uitsnede. Dit is in het beekdal van de Hoekelumsebeek. Het driehoekje tussen de wegen zou best nat geweest kunnen zijn. Of heet het Hams omdat het ligt ingesloten?

Ik begin toch wel een lijn te zien: alle drie zijn het onmogelijke hoekjes bij water. Hoekjes die gevormd zijn doordat een beek of rivier een bocht maakt. Het kan ook alle drie best natte grond zijn uiteraard, maar ik vind de overeenkomst in ligging opvallender. Een ven midden op het Deelenseveld heet geen Ham.

Het buurschap Den Ham ten NW van Aduard in Groningen in 1843 ligt bij een S-bocht in een watertje dat als ik het goed zie, Ham heet.

Op de Website van Hamburg staat dat het woord Hammaburg uit twee delen bestaat: ham is oudsaksisch voor nat stuk grond bij een rivier, en burg is burcht.

Nou, water genoeg daar bij Hamburg. Rechts de Elbe, links de Alstersee. Maar niet overal langs een rivier liggen natte gronden. Niet in een buitenbocht bijvoorbeeld, die is steil. Wel in een binnenbocht, dus toch weer dat hoekje.

Nou vraag ik me af: ken jij nog meer Hammen?

Alle afbeeldingen