Nou over een in 1722 ingestorte brug in Oosterbeek.
In 1722 stort door de harde stortregen de brug in Oosterbeek in en die wordt gerepareerd. Heel toevallig vind ik daar een rekening van in het Gelders Archief. Ik deel dat even met jullie, want anders ben ik het natuurlijk morgen alweer kwijt en vind ik het nooit meer terug in die miljoenen scans. Ik was naar iets anders op zoek, en dat heb ik niet gevonden, dus wie weet kom ik nog meer leuks tegen de komende week.
Voor het herstel van de brug wordt in rekening gebracht: sement, een oxhooft, planken, een metselaer en kalk.
Dus geen stenen! Dat is dus duurzaam bouwen van cradle to cradle zonder dat ze die term kenden, want waarschijnlijk gebruikten ze de oude bakstenen gewoon weer. Dat zijn wij een beetje verleerd, en nu vinden we het juist modern als we dat doen. Het is natuurlijk superouderwets.
Het herstel van de brug kostte 15 gulden en 11 stuivers.

Even narekenen:
- sement 1-10-
- oxhooft 1-0-
- planken 1-1-
- metselaer 9-10-
- kalk 2-10-
Dat tel ik op tot 14 gulden en 31 stuivers. Er gaan 20 stuivers in een gulden, dus inderdaad 15 gulden en 11 stuivers.
Hee, ook toen al was arbeidsloon duurder dan materiaal.
Wat valt nog meer op? Ze gebruikten een schepel sement van Roelewijn die op reekening was gekocht. Cement was in die tijd tras, gemalen tufsteen vermengd met kalk. Op die manier werd de mortel hydraulisch, wat wil zeggen dat het onder invloed van water uithardt. Dat is nog steeds zo, en daarom moet je een nieuw cementen vloertje nat houden, anders gaat het stuiven en scheuren. Cement moet niet drogen, maar uitharden, waar beginnende klussers vaak te laat achter komen.
Maar de Romeinen wisten dat al, en in de 17de eeuw de Nederlanders ook. Dordrecht was het centrum van de Nederlandse trashandel. Het dure cement werd met name gebruikt voor muren die nat konden worden, zoals deze brug in Oosterbeek dus. Roelewijn was vast een handelaar.
Dat ze de stenen konden hergebruiken wordt nu duidelijker. De oude brug was waarschijnlijk met kalkmortel gemaakt. Dat haal je zo van de te hergebruiken stenen af. Met cement lukt dat minder goed.
Welke brug zou het zijn geweest? Ik vermoed die naast de kerk over de Zuiderbeek. Immers, de kerk was het centrum van Oosterbeek en het dorp bestond uit maar een paar huizen. Dit was de belangrijkste brug, en die was vast van steen.
Hier een kaart van Oosterbeek in 1660; de rekening is van 1722, maar veel is er vast niet veranderd in die 62 jaar. De kaart is van Isaac van Geelkercken. Een brug staat er niet op, wel beken.

Linksboven, het punt waar drie wegen samenkomen, is bij de rotonde bij de Oude Herberg.
Rechtsboven, de Dreijen, is bij het station.
Middenonder zie je Oosterbeek bij de oude kerk. Het stratenpatroon is nog te volgen. De kronkelige beek rechts van de kerk is het Zweiersdal met de Zuiderbeek. Even naar het westen ligt de Gielenbeek, en nog verder, met de bron in het gebied bij de Oude Herberg, ligt de Oorsprong. Het ligt er allemaal nog net zo. Helemaal onderaan, rechtsonder van de kerk, staat een sluis, en ook die is er nog. Er verandert niet in 360 jaar.
De stenen brug die ze met duur cement repareren, is vast die naast de kerk. Eens? Ik lees graag goede argumenten voor andere bruggen hoor.
Premium abonnees kunnen het artikel hieronder lezen.
Premium abonnee worden? Dan steun je dit blog enorm, en je krijgt er ook wat voor terug.
Voordelen voor premium abonnees:
- transcripties van teksten op kaarten;
- pdf’s van onze in eigen beheer uitgegeven boeken;
- pdf’s van onze gepubliceerde artikelen;
- bij veel blogstukken transcripties van archiefstukken;
- de serie Zandbanken in de Rijn (2022);
- de serie het Merckendal (2023);
Dag Mathilde. Een leuke vondst, die rekening.
Een wat late reactie mijnerzijds.
Vóór Roelewijn staat de afkorting reek:.
Dat betekent: rekening. De overige leveringen waren à contant, tegen kwitantie.
Het cement van Roelofsen werd kennelijk op krediet geleverd.
Een vers gestort betonnen vloertje moet je inderdaad nat houden. Niet omdat het anders gaat stuiven, maar omdat voor uitharden water nodig is. Als dat bij warm weer te snel van de oppervlakte verdampt ontstaan krimpscheuren. Die voorkom je door de zaak nat te houden.
Het spannendste van die rekening is dat lege vat, een okshoofd. Waarvoor hadden ze dat nodig bij de herbouw van de brug?
Dat de rekening geen stenen vermeldt zal komen doordat ze de oude stenen van
de vorige brug hebben hergebruikt. WAnt die waren met kalkmortel opgemetseld, en in tegenstelling tot cementmortel is oude kalkmortel vrij gemakkelijk te verwijderen, ‘t is meer schrapen dan bikken.
Ja dank je wel weer. Natuurlijk, reek is reekening. Dat cement moet uitharden en niet moet drogen, daarover zijn we het eens. En dat okshoofd, klopt, die had ik overgeslagen. Wat is dat? Een ton om cement in te mengen? Over het hergebruiken van de stenen zijn we het eens, en je hebt gelijk, de oude brug hadden ze dus hoogstwaarschijnlijk met kalkmortel opgemetseld. Ze maakten daarna dus een steviger brug.