In een stad worden de prachtigste stenen gebruikt voor gevels, vloeren, beelden, stoepen. Wat kun je in de binnenstad van Wageningen vinden? En sinds ik me dat afvraag loop ik dus als een malloot naar de grond en de gevels naast etalages te kijken.
Het idee om in Wageningen op zoek te gaan naar mooie steen en fossielen kreeg ik door het boek ‘Kijk waar je loopt’ van Jelle Reumer. Maar Wageningen noemt hij niet. Als je niet in Wageningen woont: lees lekker verder en ga dan eens kijken in je eigen woonplaats. De meeste van deze stenen zijn in elke plaats wel te vinden.
De oudste stenen, uit het Paleozoïcum of nog ouder, dus minstens 350 miljoen jaar oud, zie ik in de Hoogstraat. De mooiste (vind ik) is de stenen vloer bij de voordeur bij Van den Biggelaar. Het lijkt op een graniet, maar ook alsof drie kleuren vla losjes door elkaar geroerd zijn. Het is een migmatiet: een gesteente dat onder gruwelijk hoge druk en temperatuur is beginnen te vloeien.

Diezelfde of in elk geval erop lijkende migmatiet zit ook in de gevel tegenover de Hema. Links ervan een zwarte syeniet, denk ik (kan een expert even gaan kijken?) De naam Syeniet onthoud ik als zie-je-niet: je ziet geen kwarts, maar wel glimmende veldspaat.

Aan weerszijden van de ingang van de Hema zitten gevelplaten van een witte graniet met bijzonder veel wit en weinig andere kleur. Ik ken niet zo’n witte graniet. De vensterbanken in de etalage zijn juist zwart: dat zal een gabbro zijn.
Bij de Mobile House tegenover glimmen de gevelplaten je tegemoet. Ze zijn zwart met grote lichte kristallen erin die schitteren als je er langs loopt. Die kristallen zijn grote veldspaten. Het gesteente is een zwarte syeniet. Het heet in de handel ‘sterrenhemel’.

Andere winkelgevels zijn bedekt met platen van zwarte gabbro: een donker somber gesteente waarin wel kwarts is te herkennen maar geen veldspaat.
Onder langs de randen en bij de plinten van veel oude panden zit Arduin: een grijze Belgisch hardsteen uit het Carboon. Dit kun je in elke plaats wel vinden: het wordt toegepast in stoepen, trappen, vensterbanken, de bovenkanten van bakstenen zuiltjes, onderdelen van bruggen en nog veel meer. Nieuw is het donkergrijs, maar het verweert tot lichtgrijs. En gewoonlijk zit het vol witte fossielen. In Wageningen zie ik het bijvoorbeeld in de vensterbanken en stoepen in de Niemeijerstraat en Bowlespark, de trap van het stadhuis, heel wat onderkanten van gevels in de Hoogstraat. De blindengeleidestrook ook, maar door de ribbels zie je daar niets in. Nu nog mooie fossielen vinden. Het gesteente is grijs, elk wit lijntje of pukkeltje is een fossiel. Veel voorkomend is een honingraat. In de plint op de hoek Molenstraat-Hoogstraat zat een mooie, net een wespennest van 5 cm doorsnede, maar die is weggerenoveerd. Hier eentje van de vloer bij de ingang van Loburg, niet zo mooi helaas, wel ca 12 cm groot. Zie je ook de schelp linksboven?

Een prachtige honingraat zit in het pand Niemeijerstraat 5 in de Arduin vensterbank onder het kozijn. Maar nu ik twee jaar na het schrijven van deze zin een foto wil nemen, is de vensterbank grijs geschilderd. Wat zonde!

Ik ga verder op zoek, er is toch wel een mooi honingraat te vinden? Deze zitten onder een raam van het stadhuis (oude postkantoor).

Als je met je neus op een arduinen vensterbank een krasje maakt, ruik je zwavel. Soms. Dat heeft dus 350 miljoen jaar opgesloten gezeten, en dat bevrijd jij nu. Maar doe dat niet bij een mooie gevel, maar bijvoorbeeld met je neus op de onhandige blindengeleidestroken in de Hoogstraat.
Maar dan iets bijzonders: in de Arduin gevelbeplating van De Windt zitten een paar grote fraaie fossielen: twee prachtige rastroconchen van 15 cm en die zijn zeldzaam. Zie foto’s.


Tot zover de oude gesteenten uit het Paleozoïcum of ouder, stenen die dus minstens 350 miljoen jaar oud zijn.
Ik heb niet veel stenen uit het Mesozoïcum gevonden. Geen Bontzandsteen, geen Bentheimer zandsteen. Veel oude kerken zijn hiermee gebouwd, maar die in Wageningen zijn onveranderd van baksteen. Voor een Tukker als ik is dat onverwacht: Twente ligt vol Bentheimer en Gildehauser zandsteen. Elk huis dat landelijk wil zijn, heeft wel een plantenbak van Bentheimer zandsteen.
De gevel van Bakkerij Bart is beplaat met travertijn uit het Tertiair, denk ik. Dit lijkt op marmer, maar zit vol putten. Het verweert sneller dan marmer en de putjes worden vuil. Travertijn kan heel oud en heel jong zijn. In een warme bron zie je wel eens een witte rand waar zouten zich hebben uitgekristalliseerd. Dat is Travertijn. Links ervan een zwarte gabbro.

Wageningen zit vol stenen uit het Pleistoceen, maar allemaal hetzelfde. De huizen op de Markt, Hoogstraat en Emmapark uit de Tweede Wereldoorlog zijn van baksteen met daartussen langs deuren en rond ramen beige stenen met daarin allerlei brokjes. Ook dat komt in de meeste steden en dorpen van Nederland wel voor bij oude mooie huizen of een kerk. Het is tufsteen uit de Eifel. Tufsteen is hard geworden as. Die as kan bij een heftige vulkaanuitbarsting naar buiten worden gespoten als het magma onder hoge druk staat en als het ware ontploft. Deze tufsteen is 13.000 jaar geleden ontstaan bij de grote vulkaanuitbarsting waarbij de Laacher See is ontstaan. Helaas schilderen veel winkeliers deze stenen beige, shame shame.

Verder ben ik nog niet. Nogmaals, ik ben geen specialist in het herkennen van stenen en houd me aanbevolen voor tips.
Ooh, denk ik ineens nu ik dit zit te typen: de sokkel onder blote Jan is vast van graniet. Ach en er liggen veel meer stenen, ook op het Salverdaplein bijvoorbeeld. Maar zulke ronde brokken zijn meestal niet zo interessant om te zien. Dan moet je ze eerst doorhakken. Juist in gevelplaten kun je alles mooi zien.
Van het boek van Jelle Reumer bestaat inmiddels een nieuwe versie: Stadsfossielen. Heb ik ook, maar het is niet nodig beide drukken te hebben.
Ook leuk (vind ik) is Steengoeie wandelingen met wandelingen langs stadsfossielen, groeves, gevelbeplatingen en nog veel meer. Van uitgever Gegarandeerdonregelmatig
Alle afbeeldingen
Als energiecoach bezocht ik iemand.
Boven de radiatoren waren marmeren vensterbanken gemonteerd. De luchtcirculatie wordt hierdoor geremd. En de beschikbare warmte wordt eerst verbruikt om het marmer te verwarmen.
Weinig duurzaam! En vooral energieverslindend …..
Jazeker, mooie gesteenten zijn overal te vinden en te bewonderen.
Stille groet,
Ja die vensterbanken had mijn moeder ook. Maar zij had travertijn, geen marmer. Voor een leek lijkt dat erg op elkaar, maar travertijn zit vol putjes en zonder schelpen. Inderdaad, voor de gasrekening is het niet de slimste oplossing.
Salomon Kroonenberg hield als hoogleraar geologie en mineralogie aan de Landbouwuniversiteit Wageningen destijds ook “geologische wandelingen” door de binnenstad van Wageningen.
p.s. altijd vochtig sponsje meenemen
Ik heb ook nog met hem door de stad gelopen. Dat vochtige sponsje is een goede tip!
Het boek van Jelle Reumer heb ik. Welk van de twee moet ik nakijken.
In Amsterdam verwacht ik weinig van de goedkope toeristen. Onder invloed lopen zij op of langs deze gesteenten. Ik ontloop daardoor het oude Amsterdam.
Mooi, dat jij een overzicht voor Wageningen hebt gemaakt.
Vriendelijke groet,
Je hoeft vast niet naar het centrum van Amsterdam om gevelplaten en vloeren met mooie stenen te vinden, ook Arduin en tufsteen wordt veel gebruikt. Bankgebouwen, notariskantoren, kerken, gemeentehuizen, molens, sluizen en stuwen, bruggen.