In Nederland komen geen drumlins voor, of toch wel? De literatuur is niet eenduidig. Het ene nieuwe boek (Jongmans) zegt van wel en het concurrerende nieuwe boek (Berendsen) zegt van niet. Ik zeg van wel. Op de geomorfologische kaart worden ze niet onderscheiden.
Een drumlin is een bult die door een gletsjer is gestroomlijnd tot een eivorm met de hoogste en steilste kant aan de kant waar het ijs vandaan kwam. De kop in de wind dus. Het woord komt uit het Iers, en inderdaad liggen in Ierland prachtige heuvels die hieraan voldoen, maar de mooiste liggen in Canada. Zulke mooie hebben we niet in Nederland. Maar er liggen hier keileembulten genoeg, dus waarom zou daar niet een drumlin tussen zitten?
Dat een bult laag en lang uitsmeert met de kop in de wind als hij wordt overwalst, is heel gewoon. Je kunt het in je tuin uitproberen met kleigrond of op tafel met pottenbakkersklei. Maak een bultje en duw er met je voet of hand overheen: het bultje blijft liggen, wordt nog steviger en smeert uit. Je eigen drumlinnetje.
De bulten in de Steenwijker Heuvelrug voldoen helemaal aan het format:

Ze zijn ontstaan als stuwwal. Daarna kwam er meer ijs uit het NO; de groep bulten is uitgesmeerd naar het ZW en de hoogste toppen van de bulten liggen aan de ijskant. Drumlins! Bij Vollenhove ligt ook een groep heuvels die lijkt op drumlins met als top het 10 meter hoge Hogeland (ernaast ligt boerderij Bergzicht).

Dat onze drumlins niet zo mooi zijn als de prototypes is logisch omdat het ijs hier 125.000 jaar geleden bulten van maakte. De drumlins op de mooie foto’s uit Canada komen ‘net’ onder het ijs vandaan.
De langgerekte heuvels bij Wierden zijn volgens mij een groep van vier drumlins. Die wallen rond deze bulten vormen een ander verhaal wat ik voorlopig nog niet ken. Ook de rug van Markelo via Stokkum naar Gelselaar en Geesteren is een drumlin.

In Canada liggen uitgestrekte drumlinvelden vol eitjes die allemaal dezelfde kant op liggen. Dat klopt dan mooi met onze drumlins die ook in groepjes liggen.
Hier nog een mooie op Texel:

De Hoge Berg op Texel is een keileembult met echte drumlinvorm als het ijs tenminste uit het oosten is gekomen. Is dat zo? Dat kan ik niet terugvinden. Het ijs kwam uit het noorden natuurlijk, maar lokaal kunnen er lobben opzij zijn gegaan een zijdal in. Ook de Hoge Berg is niet een eenzame drumlin, maar een groepje van 2, 3 of 4 die samengeklonterd zijn.
De geomorfologische kaart en DGM op het Dinoloket interpreteren deze bulten verschillend. Op de geomorfologische kaart worden de Steenwijkse en Vollenhovense bulten als stuwwallen gekarteerd omdat ze zo in eerste instantie waarschijnlijk zijn ontstaan, maar volgens de geologische doorsnedes op Dinoloket is er geen stuwing te bekennen. Jongmans noemt het drumlins met een kern van stuwwal.
Nederlandse drumlins dus: keileembulten die onder ijs zijn ontstaan, langwerpig en met de kop in de wind. De Steenwijkse en Vollenhovense drumlins, mooi toch?
Het hele verhaal van Oost-Nederland, van Precambrium tot en met de ijstijden bij elkaar? Dat kan! Het is bij mij als pdf te verkrijgen voor 7 euro of bij bol.com als e-boek voor 9 euro.
De Steenwijker bulten ziijn wel degelijk stuwwallen, aangetoond bij de ingraving van de A32.
Het dal van de Steenwijker Aa een heus tongbekken. De Steenwijkerkamp vormt de (tijdelijke) eindmorene. De Havelterberg is de andere poot van de hoefijzervormige stuwing.
En inderdaad in zijn geheel overreden door het ijs en ‘gedrumliniseerd’ (artikel in voorbereiding 🙂 ).
dank voor de aanvulling dat er wel degelijk stuwing zit in de Steenwijker bulten. Als een weg of spoor of kanaal wordt aangelegd, opent dat vaak nieuwe inzichten, geweldig is dat. Ik kijk uit naar je artikel erover.
Met interesse gelezen.
Vrolijke groet,