Sommige gebiedjes komen steeds weer in mijn blikveld en andere nooit. Alweer een kaart van de middelwaard bij Rhenen, een onooglijke zandbank in mijn ogen, maar blijkbaar toch interessant genoeg om steeds weer op de kaart te zetten. Dit is de mooiste; een mooi gekleurde kaart op perkament van 350 jaar oud.

De kaart is gemaakt door D de Bayonville, van wie in het Gelders Archief maar drie kaarten liggen. Deze is van 12-15 november 1662, de tweede van 25 november 1680 en de derde van 23 november 1680. Die man was blijkbaar alleen in november landmeter.
De kaart is 36 * 54 cm en gemaakt op perkament. Het noorden is boven.
We zitten hier op aard:

Linkboven de stad Rienen (Rhenen). De huizen staan keurig op een rijtje met de kerk achter een dikke muur waarin ik nog net twee poorten herken (ik vermoed dat het archief de randen niet gescand heeft. Jammer)

Ten zuiden van Rhenen de Rhijnstroomen. Het zijn er twee: een brede en een smalle die duidelijk aan het verzanden is. De smalle is de zuidelijke. Tussen deze twee stromen ligt de middelwaard, die grotendeels met vruchtenboomen is geplant, en de staart met willigenbomen. Dat klinkt logisch.
De kop van een zandbank is stroomopwaarts, de staart is beneden. De zandbank groeit aan bij de staart; die is dus jonger dus natter. Vandaar dat de staart met wilgen was beplant en dus in gebruik was als rijswaard of, zoals we dat nu noemen, een griend.
Op de kop zie ik enkele kribben tussen de middelwaard en de zuidoever van de Rijn, de Betuwse kant dus. Men doet dus zijn best de middelwaard aan de Betuwse zijde aan te laten groeien. Ik kan jullie verklappen dat dat is gelukt.

Aan de benedenstroomse kant, de staart, heeft men ook kribben gelegd. Ook vind ik het opvallend dat hier maar liefst vier huizen langs de Marschdijk staan, waarvan eentje met hooiberg. Volgens mij is er dan geen enkele bijgekomen.

Als Bayonville nou wat wegen had ingetekend, had ik me kunnen oriënteren. Maar we zitten hier ergens. Ook het pontveer tekent hij niet in.

De kaart draait om de diverse zandbanken die met letters zijn aangegeven, maar die interesseren mij minder. Ik zie een huis op de middelwaard! Zo te zien hielden de bewoners niet van tuinieren; ik zie een kaal erf. Dat huis is er niet meer, en was er ook in 1874 niet meer. Volgens mij staat het nu in het Gat van Lienden, de havenkom van de bedrijven langs de Marsdijk.

Als ik de hele waard op de topografische kaart van 1874 zet, valt pas op hoe mooi het ‘stanleymesje’ van de middelwaard in 1662 dan nog te zien is. Tussen 1662 en 1874 is blijkbaar bovenaan bij de kop nog veel aangegroeid, de kribben waren succesvol, de Rijn boog af naar het noorden.

Bij de staart, aan de benedenstroomse kant, (boven 1874) ligt een sluis. Daarmee voldoet deze waard in 1874 helemaal aan de theorie van de ontwaterde waarden door middel van een sluis. Als je bovenstrooms een ondoorlatende dijk legt rond je waard, en zo van de waard een eigen polder maakt, dan is de waterstand in de waard horizontaal en gelijk aan het waterniveau van de Rijn bij het uitwateringspunt. Ik zal daar eens een verhaal aan wijden.

Benieuwd hoe deze middelwaard er nu uitziet? Meer over deze middelwaard, waarbij ik hem volg van de eerste vermelding tot nu. Daar staan ook andere kaarten van deze uitnemend schone en zeer plaizante weiwaard.
Ook kun je meer lezen in mijn serie Zandbanken.
Op (moet ik nu zeggen, want het blijkt een eiland) de Middelwaard gewoond van 1961 tot 1981. Mijn broer woont er nog steeds (in het ouderlijk huis). Het huis staat op een terp, op de uiterwaarden.