Al zo lang vraag ik me af hoe ze dat vroeger toch deden, stroomopwaarts varen op de Rijn (en Waal en IJssel). Op een kanaal, ja dat begrijp ik: een kanaal is recht, daarlangs liggen dijken, en daarover kun je een paard laten lopen dat je met een lijn (touw) aan de boot vast maakt en trekken maar. Bij gebrek aan een paard, kun je ook zelf trekken.
Lezer C meldt dat op zeker moment in Utrecht alleen vrouwen schepen door de grachten en kanalen mochten trekken; dit om heftige armoede te voorkomen.
Maar op een brede bochtige rivier vol zandbanken en kribben? Met de winterdijk soms een kilometer buiten de stroom in de zomer, en met lang niet overal een zomerkade? Veel kan ik er niet over vinden; normale dingen werden zelden opgeschreven. Archiefstukken gaan over ruzies en problemen.
Dat er maar aan een kant van de Rijn of kanaal een lijnpad heeft gelegen, is me bekend. En dat zal niet altijd aan dezelfde kant zijn: in een buitenbocht met een hoge steile oever en diep water is het makkelijker lijnen en varen dan in de ondiepe zanderige binnenbocht.
Eerst dacht ik nog dat dit onhandig zou zijn als paarden elkaar tegen zou komen en de lijnen in elkaar verward zouden raken. Maar lijnen werd alleen gedaan als men stroomopwaarts wilde - met de stroom mee voer de boot vanzelf wel. Hoe lastig is het om je eigen tijdsbeeld los te laten.
En dan stuit ik op een serie kaarten van de Rijn die ik tot nu toe nog nooit bekeken heb omdat ik dacht dat er niks nieuws op zou staan vergeleken met de serie van Goudriaan uit 1830 en Reuvens uit 1870. Hoe heb ik me vergist!
Dit betekent dat ik deze kaarten bij de serie Zandbanken in de Rijn ga toevoegen. Ze zijn geweldig voor mijn doel (wat is mijn doel? dingen bestuderen die ik geweldig vind).
Op deze kaarten staan lijnpaden getekend. Hier blad 12 van de Rijn bij Maurik.

Hier een voorbeeld van de bocht bovenstrooms van Maurik. Niks buitenbocht, juist daar ligt een zandbank die in 1838 vol staat met riet of wilgen zo te zien.

Waar zitten we? Hier ongeveer. Het buitendijkse huis bij Paal 20 is de Veertig Gaarden dat ook op bovenstaande kaart staat.

Alweer de Veertig Gaarden. Dat is dit huis uit 1657.

Op de kaart uit 1838 is het lijnpad rood gekleurd (en er staat lijnpad naast).
Dus komende uit het westen (links) liep het paard eerst op de noordoever en waar de grote griend begon stak het over en liep over de zuidoever verder.
Eitje. Toch? De waterdieptes staan er bij. Bij de oversteekplek was de Rijn 5.60 diep. meter? el? voet? Zelfs als het voeten zijn is het in die bocht meer dan anderhalve meter diep. Hoe kwam dat paard aan de overkant? Op de boot en dan naar de overkant roeien? Iemand een idee?
Ik ga dit lijnpad verder volgen naar het oosten en pak blad 11 uit het kaartboek van Conrad erbij:

Ons paard loopt dus ten zuiden van de Rijn. Bij het veer van Amerongen steekt het de Rijn over en trekt verder tot aan een plek zonder veerpont, ‘zwemt’ weer naar de overkant, en trekt verder op de zuidoever.
Dit is leuk!
Op blad 10 ligt het lijnpad langs de zuidoever van de Rijn.

Waarna het iets ten oosten van de veerpont naar Rhenen weer oversteekt en op de noordoever verder trekt.

En dan houdt de informatie op, want de overige kaartbladen – als die bestaan – zijn niet aanwezig in het Gelders Archief.
De oplossing?
Twee lezers komen met dezelfde theorie: was het paard dat het schip trok wellicht van iemand die voor geld met zijn eigen paard en touw boten trok langs de rivier? De schipper huurde die persoon in voor een traject langs de rivier. Waar het lijnpad ophield, werd het paard losgekoppeld, het schip naar de overkant geroeid, en daar een ander paard ingehuurd.
Hee, zou dat een tweede betekenis zijn van de familienaam De Jager? Dat zijn misschien niet allemaal jagers met geweren, maar jagers met paarden die schepen voorttrokken.
Ik vind deze theorie plausibel genoeg om hem voorlopig als hypothese aan te houden.
G stelt nog dat op deze kaartenserie weliswaar de term lijnpad staat, maar dat het wellicht nuttig is om ook op jaagpad te zoeken.
Mogelijk met twee paarden, aan elke kant van de rivier één. Je hebt dan ook twee scheepsjagers nodig. Personeel was niet zo duur toen? **********
Nee, er was maar aan een kant een lijnpad.
Op kaart GA 0875-12e blad zie ik toch duidelijk aan beide kanten een lijnpad — ik begrijp het kennelijk niet goed. Van internet begreep ik dat er wel degelijk personeel en jaagpaarden werden overgezet van de ene naar de andere kant, als dat in verband met de ligging van bochten nodig was. Maar ik lees ook, elders, dat het slepen van schepen soms wel een afzonderlijke bedrijfstak was, en dan zou een beetje groot bedrijf er voor kunnen kiezen om aan beide kanten van de rivier paarden en mensen te hebben, die dan meerdere schepen bedienen met sleepwerk aan beide zijden van de rivier, zonder paarden over te hoeven zetten. Maar zo was het denk ik in de 19e en 20 eeuw.
Het lijnpad is oranje/rood gekleurd op die kaart. Waar het aan de ene oever ophoudt, gaat het aan de andere oever verder. In een binnenbocht vol zandbanken zou je lijn soms wel honderden meters lang moeten zijn. Overigens schrijf ik hier ook over in de Zandbanken bij de bocht Eck en Wiel, naar aanleiding van een kaart waar een lijnpadprobleem wordt uitgelegd.