Tegenover Rhenen aan de Rijn ligt in de Betuwe de Oude Rijn. Ik wil het ontstaan van de Oude Rijn en het gebied tussen de Rijn en de Oude Rijn construeren.
Ik zoom in op het AHN.

De halve cirkel ten zuiden van de Rijn tegenover Rhenen heet deels de Leede en Oudewaard en deels de Mars. Eromheen ligt de Oude Rijn. De vorm lijkt op een waard net zoals die van Rosande en Doorwerth, alleen gaat daar de Rijn er niet achterlangs. Dat was vroeger hier ook niet zo: niet voor niets heet het water eromheen De Oude Rijn. De verlegging kan door menselijk ingrijpen zijn gebeurd, maar ik vermoed dat het natuurlijk is (dat denk ik omdat ze anders wel heel knullig bezig zijn geweest dat er een moeras is ontstaan De Marsch). Hoe kan dit zijn ontstaan? Dat vraagt wat puzzelen.
De Mars is een polder en ook zo ingericht: rechthoekige ontwatering. Maar hij heet niet voor niks Marsch: het was eens een moeras. De Leede en Oudewaard zijn waarden langs de Oude Rijn en liggen nu ver van de Rijn af.
Op school hebben we geleerd hoe een meanderbocht zichzelf steeds verder uitbuigt tot er uiteindelijk nog maar een smalle wal over is in de 'nek' . Dan hoeft het maar een beetje te stormen in de juiste richting en de wal breekt door. Dan, zo hebben we geleerd, ontstaat een hoefijzervormig meer dat geleidelijk dichtslibt. Bij de Leede en de Mars is hier geen sprake van. Niks dunne nek, die bocht had dan eerst nog veel wijder moeten uitbuigen. Dus wat dan? Een tweede wijze van doorbreken van een meanderbocht is een avulsie. De Rijn kiest dan een andere loop. Zo is bijvoorbeeld de Lek ontstaan als avulsie van de Kromme Rijn. Een avulsie kan ook ontstaan als olifantenpaadje over slechts een enkele meanderbocht, bijvoorbeeld na een strenge winter met hoog water waarbij de hele binnenbocht onder water loopt - en dus het water tijdens die winter de bocht afsnijdt - en dan in het voorjaar de Rijn niet terug zakt in zijn oude bochtige loop. Dit is hier waarschijnlijk gebeurd.
Om het verhaal duidelijk te krijgen, formuleer ik eerst een begin. Ik stel me voor hoe het was voor het begin: een stuwwal, Rhenen, daar ten zuiden van een ruime Rijnbocht – nu de Oude Rijn. Op de volgende tekening schets ik de avulsies van de Rijn tussen Wageningen en Rhenen: we richten ons nu op nummer 4.

In de vlakte het Huis ter Lede, tussen het kasteel en de Oude Rijn liggen waarden (oranje). Ik heb bij het kasteel een kwelbeek getekend, de Leede. De Kromme Eem komt uit het Binnenveld en ik weet niet waar de monding gelegen heeft in de Oude Rijn, dus ik laat hem in het niets verdwijnen, maar dat kan natuurlijk niet.

Tussen Huis ter Lede en Rhenen ligt het gebied dat wij nu De Marsch noemen, maar voor de avulsie moet dit net zo’n gebied geweest zijn als liggen tussen de stuwwal en de kastelen van Doorwerth en Rosande. Het was toen vast geen moeras.
Allerlei zaken vliegen door mijn hoofd. Lag Huis ter Lede inderdaad vroeger ten noorden van de Rijn? Hoorde dat dan bij Utrecht? Lag Rhenen niet altijd aan de Rijn? Waar kwam de Kromme Eem uit in de Rijn? Lagen Kesteren en Lienden vroeger aan de Rijn? Wat betekent Leede? Er ligt daar een loeioude boerderij de Aemschen Boomgaard (nu Ambtse), lag die aan de Kromme Eem ten noorden van de Rijn? Wanneer kan die avulsie ontstaan zijn? Kan ik iets vinden in archiefstukken? Ik begin gewoon maar ergens en hoop ergens uit te komen.
Ik begin met een eerste aanwijzing op een schets uit 1554:
De oude Oude Rijn en de nieuwe Oude Rijn

Op deze schets uit 1554 maakt de tekenaar onderscheid tussen een oude Oude Rijn en een nieuwe Oude Rijn. Op mijn volgende tekening is de oude Oude Rijn de bovenste en de nieuwe Oude Rijn de onderste blauwe lijn. Links onderin zien we Kesteren, rechts bovenin de Rijn. Meer hierover. In de drie rondjes van links naar rechts de plek van Huis ter Lede, de boerderij den Oordt en boerderij de Aemschen Boomgaard.

We hebben dus drie Rijnen: de oude Oude Rijn (die is nu verdwenen), de nieuwe Oude Rijn (die ligt er nog) en de Rijn in zijn huidige loop. Wat mij interesseert is of ik hieruit een aanwijzing kan halen wanneer dit ontstaan is. Ja, dat het ouder is dan 1554. Dat de avulsie dus niet op een kaart staat en er waarschijnlijk ook geen archiefstuk van is dat het gebeurde.
De grens tussen Huis ter Lede en Kesteren
De Leede ende Oudewaard zien we op de volgende kadasterkaart uit 1809. De noordgrens is de leigraaf die fungeert als limietscheiding tusschen Lede – Oudewaerd en Marsch. De zuidgrens is de Oude Rijn.

De Oudewaard staat niet apart op deze kaart aangegeven. Deze lag tussen de oude Oude Rijn en de Nieuwe Oude Rijn, dus tussen de twee blauwe lijnen op mijn tekening op google maps. Op de kadasterkaart is het de pitvormige waard net rechts van het midden tegen de nieuwe Oude Rijn aan.
De Oudewaard was en is waterkundig een eigen eenheid met een eigen sluis, de Oudewaardse sluis. Ik lees dat mensen in de 13de eeuw begonnen zijn met het maken van rivierpolders langs de Rijn. Dus in de 13de eeuw stroomde de Rijn door deze loop en is deze polder gemaakt. Toen lag deze polder aan de noordoever van de Rijn, net als het Huis ter Lede.
De Oudewaard hoorde bij Huis ter Lede. Die grenzen en rechten van heerlijkheden zijn ontstaan in de tijd van de ontwikkeling van het feodale stelsel. Het feodale stelsel is in de Middeleeuwen ontwikkeld tussen 500 en 1000. De oude Oude Rijn was toen geen logische grens meer, de nieuwe Oude Rijn wel en onze huidige Rijn bestond nog niet.
Op de volgende kaart uit 1610 (noorden onder) zien we de Auden weert die hoort bij de heerlijkheid Huis ter Lede, daar boven (zuiden dus) den Ouden Rijn, daar boven dese polder gehoort under het Ampt. Dat is Ampt Kesteren.
Meer over deze schets.

Wielen bij Kesteren en Lienden
De Rijnbandijk loopt langs Kesteren en Lienden. Met name bij Kesteren liggen er nogal wat bochten in de dijk en wielen aan weerszijden ervan. Wielen en bochten zijn relicten van dijkdoorbraken. Maar zoals de Rijn nu loopt, is het niet voor te stellen dat daar doorbraken zijn. De bandijk is gelegd in de 13de eeuw, de wielen zijn dus van na die tijd: in de 13de eeuw lagen Kesteren en Lienden dus nog aan de Rijn. Ten oosten van Kesteren ligt er tussen de Oude Rijn en de bandijk een waard van Kesteren. Maar ten westen van kesteren, langs Lienden en dan verder tot aan Verhuizen waar de bandijk en de Marsdijk op elkaar uitkomen, ligt de bandijk helemaal langs de Oude Rijn. Dat heet een schaardijk en is niet veilig. Een stukje schaardijk in een buitenbocht komt bij elke bocht wel voor, en daar werd extra op gelet. Maar een schaardijk van een paar kilometer is niet normaal. Maakte de Rijn in de 13de eeuw een scherpe bocht en liep hij meer door de Mars? Maar ook bij Lienden liggen wielen, dus de bandijk is daar wel degelijk doorgebroken. Ik weet het niet, dit losse eindje blijft spoken in mijn hoofd.


De Kromme Eem en de Oude Rijn
In het Binnenveld ligt nu een kanaal dat het waterschap het Valleikanaal noemt maar Binnenvelders de Grift. Die grift is gegraven in de 15de eeuw in de loop van de Kromme Eem. Tot die tijd stroomde de Kromme Eem vanuit het Binnenveld naar de Rijn en kwam onder de Grebbeberg in de Rijn uit. Zou de grens tussen Utrecht en Gelderland in de Nude deze oude loop van de Kromme Eem weergeven van voor de avulsie? Op de volgende AHN-uitsnede teken ik de grens tussen Utrecht en Gelderland in met groen: ik zie grensoverschrijdende strangen, daar heeft de Kromme Eem niet dwars doorheen gelopen, die moet zo’n strang hebben gevolgd. Ik laat dit wilde idee vallen.

Maar als eeuwen eerder de Rijn verder naar het zuiden stroomde langs Kesteren en Lienden, waar mondde toen de Kromme Eem dan in de Oude Rijn? Lag de Aemse Boomgaard aan de Kromme Eem?
Lag Rhenen wel zo dicht aan de Rijn? Of lag het aan een kwelbeek – een strang - onder de stuwwal? Dat is helemaal geen gekke gedachte: Arnhem lag ook niet aan de Rijn maar aan de St Jansbeek, Oosterbeek aan de Zuiderbeek, Renkum aan de Hartensebeek. Zo’n grote Rijn is te griezelig om je drinkwater uit te halen, te badderen en de was in te doen. In de winter was het nog enger. Een kalm kabbelend beekje is veiliger. Dan keek Rhenen dus oorspronkelijk net zo uit over waarden als Oosterbeek. Deze kaart van Rhenen van Van Deventer is van 1561, toen was de avulsie al lang verleden tijd. Wel is de strang onder de stuwwal goed te zien.

En dan liep er nog een beek in de kronkelwaard zelf langs Huis ter Lede. Een leede is immers een riviertje. Dat kan de Oude Oude Rijn zijn, de hank van de Rijn, die langzamerhand verlandde maar wel als kwelbeek fungeerde.
Een hank is een oude rivierloop die geleidelijk dichtgroeit en verlandt, een strang is een kwelgeul die niet verlandt, want kwelwater blijft aangevoerd worden.
In elk geval moeten er drie beken geweest zijn: de Kromme Eem die ergens in de Oude Rijn uitmondde, een strang onder de stuwwal van de Utrechtse Heuvelrug die kwelwater van de stuwwal verzamelde en bij Rhenen uitmondde in de Rijn, en de hank de Leede in de grote kronkelwaard waar Huis ter Lede aan gebouwd werd.
Hoe oud is Tollenburg?
Ten oosten van Lienden lag aan de overkant van de Oude Rijn kasteel Tollenburg. Dat is gebouwd in de 12de eeuw door de Utrechtse Bisschop en nog eens herbouwd in 1309. Het kasteel lag aan de Oude Rijn, hoorde bij Utrecht en daar moest men tol betalen bij binnenkomst in Utrecht vanuit Gelderland. Een echte grenspost dus. Rond 1500 werd het afgebroken: de Rijn was inmiddels verhuisd. Nu ligt op dezelfde plek boerderij Tollenburg. Dus in 1309 was de Oude Rijn nog de hoofdstroom en rond 1500 niet meer. Op de volgende uitsnede in geel-zwart de grens, nu tussen Buren en Nederbetuwe, toen was de Leigraaf de grens tussen Gelderland en Utrecht. De grens bij de rivier werd aan weerszijden goed in de gaten gehouden.

Hoe oud is Kesteren?
Kesteren is ontstaan als Romeins Castra aan de Rijn aan de grens van het Romeinse Rijk. Dus rond het jaar nul lag de Rijn daar.
Waar liep de grens tussen Utrecht en Gelderland?
Grenzen zijn vaak heel oud. Als in de 14de eeuw de Rijn zijn loop heeft verlegd, zou de grens tussen Utrecht en Gelderland niet langs de huidige Rijn kunnen liggen: je legt geen grens langs een niet-bestaande toekomstige Rijn. Hoe liep die grens bij de Marsch en de Leede en Oudewaard? Ik puzzel:
- Huis ter Lede is Gelders: het was eigendom van het kasteel Culenborg.
- Ik lees dat de Marsch in gebruik was door de bisschop van Utrecht, en dat hij ook de Marschdijk heeft aangelegd.
- Tollenburg is door de bisschop van Utrecht gebouwd: Utrechts dus. Tollenburg ligt in de Marsch precies op de grens met de Lede-Oudewaard.
- Schuilenburg daar ten zuiden van aan hoorde inderdaad bij de heerlijkheid Lede-Oudewaard. Gelders dus.
Ik vermoed dat de Rijn en de waarden aan weerszijden, dus ook de Leede ende Oudewaard, Gelders waren, en de Marsch Utrechts. Zo was de Rijn namelijk bepaald: ook de uiterwaarden aan de noordkant zijn Gelders, kijk bijvoorbeeld naar Amerongen. Het verhaal klopt als een bus.
Hoe oud is de avulsie?
Op een zeker moment verliet de Rijn de zuidelijke loop ten gunste van de noordelijke. Van al mijn puzzelstukjes hierboven is de meest preciese de bouw van Tollenburg: dat werd in 1309 tegenover Lienden na een verwoesting herbouwd als tol in de Rijn. Dus in 1309 werd daar nog gevaren. Rond 1500 werd het afgebroken want had geen functie meer. Dat plaatst de avulsie tussen 1309 en 1500.
Ik stel me voor dat in een winter tussen 1309 en 1500 de Rijn zo hoog stond dat de hele vlakte onder water stond. In die winter volgde de Rijn niet zijn laagwater bochten, maar stroomde rechtdoor over de waarden heen. In het voorjaar toen het water zakte koos de Rijn voor de kortere loop rechtdoor onder de Grebbeberg langs. Meestal gaat een avulsie niet zo snel dat de oude loop na een winter direct verzandt, het kan best tientallen of honderd jaren duren waarin beide lopen gebruikt worden. Maar op een gegeven moment verzandde er toch eentje, en dat was de Oude Rijn.
Het is toch wat, het Huis ter Lede keek de verkeerde kant op, Kesteren en Lienden verloren hun haven als ze die hadden. Verhuizen verdween. Het was een heftige overstroming waarbij het moeras de Marsch ontstond. Het klinkt als een logisch verhaal, maar ik moet me niet blind staren op mijn eigen gepuzzel en ik lees alles wat ik tegen kom.
De overstroming van 1374
Ik lees over een grote overstroming in 1374, de grootste van de afgelopen 8000 jaar. Hierover heeft W.E. van Doornik een scriptie geschreven maar dat heb ik nog niet te pakken. J. Buisman schrijft er ook over in deel 2 van zijn serie Duizend jaar weer, wind en water in de lage landen, maar ook dat heb ik niet. Shame! Waarschijnlijk staat dit hele verhaal er in, maar dan beter. Ik heb het boek net besteld, deel 2, 1300-1450.
Het archief van de heren en graven van Culemborg begint in de 15de eeuw met stukken over dit gebied. Ik lees schuin door allerlei stukken heen, maar ik kan niets vinden over een overstroming en ook niet een verwijzing in de trand van ’toen de nieuwe Rijn er nog niet was’.
In t kort
De Rijn heeft dus in de Middeleeuwen zijn oude loop verlaten en zijn huidige loop aangenomen.
Tot een rampjaar tussen 1309 en 1500 lag Huis Ter Lede en de waarden Leede ende Oudewaard ten noorden van de Rijn. Dit lijkt op dezelfde situatie als Rosande bij Oosterbeek, Doorwerth en Amerongen: vier kastelen op een rijtje in waarden ten noorden van de Rijn met de stuwwal in de rug. Plaatsen als Driel, Heteren, Maurik liggen op de oeverwal waar later de bandijk is gemaakt: zo lagen Kesteren en Lienden dus ook.

Nadat de Rijn de kronkelwaard had afgesneden, lag Huis ter Lede ineens ten zuiden van de Rijn, en lag langs de nieuwe Rijn een groot moeras De Marsch.

Ik vermoed dat daarbij ook het dorp Verhuizen is weggespoeld. De kerk staat nog op deze kaart uit 1610. De veerpont naar Rhenen vertrok daar – en doet dat nog altijd.

Ik wou dat ik al met pensioen was, dan kon ik hier verder aan puzzelen. Voor het moment stop ik met fantaseren en ga kaarten bekijken en stukken lezen. Ik lees graag je opmerkingen!

