E en ik besluiten de Gortelseberg te beklimmen. Die is 34 +NAP. Onze auto staat op 7 +NAP, dus toch nog een klimmetje van 27 meter.

Gortel, nooit eerder van gehoord, is een oeroud minidorp. Een landbouwenclave op de Veluwe, zoals er wel meer zijn. Allemaal even klein, allemaal met een even armoedig geschiedenis. Drie, Soeren, Niersen.

Dit staat over Gortel in het Aardrijkskundig Woordenboek, deel 4, 1843:

aw gortel

Gortel ligt op de grote stuwwal van de oost-Veluwe. In Hoe zijn de stuwwallen ontstaan leg ik uit hoe die gevormd is. De gletsjer in de IJsselvallei duwde de aanwezige ondergrond omhoog tot hoge heuvels. Die ondergrond bestond uit twee verschillende zanderige gronden: witte zanden die hier door de oude grote Eridanus rivier vanuit het Noord-Oosten, en bruine zanden die hier door de Rijn waren afgezet. Die bruine zanden zijn vruchtbaar, de witte zanden niet. Die zanden lagen dus eerst netjes bovenop elkaar, en zijn door de gletsjer in lange banen naast elkaar geduwd en komen dus op de hele oostelijke Veluwe in lange banden voor. Daar wisten de oude boeren wel weg mee: die maakten slim gebruik van het strepenpatroon in de grond: ze maakten akkers op de bruine zanden, en gebruikten de arme witte zanden voor hun vee, bossen en hei.

We beginnen op de Gortelse Heide. Midden daaroverheen, van west naar oost, loopt een rare langgerekte heuvelkam, de Gortelse Berg, die me nog het meest aan een esker doet denken. Als ik het s avonds thuis uitzoek, lees ik dat Echte Geografen dat ook lang hebben gedacht, maar dat dit toch niet waar is. Het is een langgerekt stuifduin bovenop de stuwwal van de voorlaatste ijstijd neergelegd tijdens de barre Siberische omstandigheden tijdens de laatste ijstijd. Of eigenlijk niet bovenop de stuwwal neergelegd, maar neergelegd op de wat lagere flanken. Nou ik vind het maar een raar ding, het lijkt wel een door giganten opgeworpen dijk. En omdat het er zo op lijkt, noemen de Echte Geografen dit een pseudo-esker of pseudo-osar, hoewel het dus helemaal anders ontstaan is. Er is maar een esker in Nederland.

We lopen verder naar het noorden en komen bij het Verscholen Dorp. Bij de gedenksteen liggen verse bloemen. Wat mooi dat hier elk jaar herdacht wordt. De nagemaakte ondergrondse hutten bekoren me minder, ik houd niet van Eftelingizering van Nederland. Kinderen rennen in en uit en maken er een spelletje van. Nou dat was het niet.

We lopen naar een kleiner heideveld, het Hendrik Mouwenveld. We zien maar een jeneverbes, en daarvan is de bast weggeschuurd. Hmm, dat gaat niet goed zo.

We lopen naar Vierhouten en rusten uit op het fantastische terras bij de Foreesten.

Dan gaan we terug door de bossen. We lopen op gegeven moment tussen twee aarden wallen; ik vermoed dat dit een voormalige schaapsdrift is. En dat kan heel goed zo zijn, want we zijn hier bij het Cornelis Mouwenbos, dat vroeger samen met het Hendrik Mouwenveld gebruikt werd voor de schapen van de familie Mouw. We klimmen een eind verder een meer heuvelachtig bos op en lopen zowaar een eindje over de kam van dezelfde langgerekte heuvel als we helemaal in het begin zagen.

Tenslotte eten we een heerlijk ijsje in de ondergaande zon.

Nou, zo moet een wandeling zijn. Alleen maar fijn en ontspanning en genieten. Wat een mooi gebied rond Gortel. Onthouden en zeker eens gaan wandelen.

Alle afbeeldingen:

  • Gortel in 1900