Op deze kaart uit 1615 zien we het Wageningse havenkanaal en de uiterwaard die we nu ‘de driehoek’ noemen. Wie de link onder de kaart volgt kan inzoomen tot in het kleinste detail. De kaart is getekend door Bernard Kempinck. De kaart is 41 * 55 cm en gemaakt op papier.
Het havenkanaal heette toen het Wageningse gat en dat is het restant van een oude rijngeul die ook gebruikt is voor de nevengeulen in de Bovenste Polder. De titel van de kaart is:

Carthe van der Landtschaps weywarth beneden Wageningen aen den Rijnstroom naest boven hett Wageningense gatt gelegen, genoempt Essenveltswarth
Eerst maar eens oriƫnteren. Het noorden ligt links. In het midden loopt, van boven naar beneden, een hele brede Rijnstroom. Links daarvan komt daar het Wageningse Gatt in uit, nu het havenkanaal, toen een strang: een nevengeul door de uiterwaard. Daartussen ligt een uiterwaard die we nu De Driehoek noemen en toen Essenveltswaard. De strang stopt (of eigenlijk begint) tegen de Pabstendam waarlangs Bernard een keurig houten hek tekent. Aan de Pabstendam nog een huisje en een veldje. Er is niet veel veranderd, alleen staan de huisjes nu aan de andere kant.
Het Wageningse Gat is niet zo recht als het huidige havenkanaal. Bij de Pabstendam is de strang zelfs verland, terwijl daar nu juist de havenkom ligt. Logisch dat die plek verlandt, want dat is het hoogste punt en daar komt alleen eventueel via een duiker onder de dam door water in vanuit de Bovenste Polder. Langs het water tekent Bernard een houten hek, en opvallend genoeg kruist dat het water halverwege. Raar.
Verder staan er bijzonder weinig leuke dingetjes getekend op de kaart; wel veel tekst die vast veel interessants oplevert, maar Bernard Kempinck heeft een lastig te ontcijferen handschrift. Bernard gebruikt ook drukletters. Hoe zou hij dat gedaan hebben? Ik vermoed met losse stempels.
De tekst in de strang luidt: Den Binnen stranck den man noemt het Wageningense Gat. Langs de Pabstendam schrijft hij Wolffswertsen wey wardt.
In de oever ten westen van de Wolfswaard schrijft hij van alles kriebeligs. Ik lees [apfsijgendt] grindtigh en sandigh cleff . Dit was een klif dus, een hoge steilrand in de buitenbocht van de Rijnstroom, waar in een heftige winter meters grond kon worden weggeslagen. (Bij Kempinck is een a en een o altijd verwarrend. Dus of er opstijgend of afstijgend of iets anders staat?). Hij schrijft erbij Waerden afbraeck anno 1615 10 october. Op 10 oktober 1615 is hier blijkbaar veel grond van het klif afgebroken, maar de kaart is volgens het Gelders Archief van 1614. Dat klopt dus niet.
Hij tekent langs deze oever in de Rijn een krib. Zo te zien is die gemaakt als een serie hekken naast elkaar. Op de plek van een tweede krib die blijkbaar nog gebouwd moet worden schrijft hij in het water 4.5.8.7.6.6.6.6.6.6.6 [gepegelde] diepte opten 10 october ao 1615. Ik houd me aanbevolen voor een verklaring hiervan en een betere transcriptie. Ik vermoed dat het metingen van de waterdiepte betreft. Bij een vierkantje schrijft hij [stomp] en bij een paar bomen iets als aver boot geknotte wilgen.
Dan de overkant, de binnenbocht in de Betuwe waar grond aanslibt. Hier tekent hij gras en schrijft in het gras Wolfswaertse Rijswaerden. In het land ernaast schrijft hij, en daarvoor moet je de kaart nogmaals draaien, Wolffswertse Rijswerden ende Landerijen. Ook daar een krib, en daar schrijft hij verlengde kribbe ao 1615. Rechts daarvan tussen het gras Wolfswertse Rijswaerdt ende Aenschott. Daaronder tekent hij een breed strand dat blijkbaar aangroeit waarin hij iets schrijft als opruiend sand. Tot zover de teksten. Het kan goed zijn dat ik hier en daar een letter fout heb hoor, ik houd me aanbevolen voor betere suggesties. En een a kan dus net zo goed een o zijn.
Met mijn blik van nu zou ik denken dat de kribben de Rijn netjes in zijn geul moeten houden zodat de vaargeul op diepte blijft. Maar daar ligt een beginnende buitenbocht en zonder kribben kalft het land aan de noordkant verder af. De kribbe aan de zuidkant in de binnenbocht is waarschijnlijk gemaakt om aangroei van land te stimuleren. In een natuurlijke omgeving is afbraak en aangroei geen probleem en hoort bij een natuurlijk meanderende rivier, maar wel in Nederland met verschillende eigenaren aan weerszijden van het water. De een wint waar de ander verliest. Een bron van ruzie, rechtspraken en dus van oude interessante kaarten.
Uit de hoofdtekst blijkt dat hij in maart 1614 de Essenveltswaard had opgemeten behalve de binnenstrang en dat toen de Rijnoever nog niet was afgebroken en dat hij dat stuk nu opmeet. De kaart is dus niet van 1614, maar van 1615. Hierna tekent hij een duidelijke maatstok met een onderverdeling tot 1600 roeden.
De Essenveltswaard ligt er nog net zo maar is nu een gelijkzijdige driehoek. Er zijn plannen om er een zwemplas te maken en om het groene biljartlaken te veranderen in een groen natuurlijk vogelparadijs. Dat vind ik een geweldig idee.

Voor premium abonnees heb ik de transcriptie van de hoofdtekst, een toelichting op de maatstok en een artikel dat we hierover hebben gepubliceerd
Premium abonnee worden? Dan help je me enorm. Bovendien krijg je er wat voor terug:
Voordelen voor premium abonnees:
- transcripties van teksten op kaarten;
- pdf’s van onze in eigen beheer uitgegeven boeken;
- groeiboeken en artikelen;
- bij veel blogstukken transcripties van archiefstukken;
- de serie Zandbanken in de Rijn (2022);
- de serie het Merckendal (2023);