De Rijn komt niet meer bij Lobith ons land binnen, maar bij Spijk.
Maar er zijn zoveel Spijken…. Zie Wikipedia:

Dus Spijk moet iets zijn, maar wat? Gezien de ligging van bovenstaande Spijken heeft het met water te maken. Ik ken geen Spijk in Twente bijvoorbeeld. Wel spiekers.
Dan verzin ik nog Spijkenisse, Doornspijk, een straatje t Spijk in Wageningen, bij Leersum staat een huis ‘t Spijk, bij Gramsbergen huis Het Spijk en als ik dit allemaal kan vinden in 2 minuten kan het niet zo zijn dat dit rijtje volledig is.
Dus wat is een spijk?
In een online Fries woordenboek lees ik dit:

Er wordt verwezen naar Moerman bladzijde 217, maar net die ene bladzijde ontbreekt in de online versie van Moerman (boek over de afkomst van plaatsnamen). Maar ik twijfel aan die brug van boomstammen.
Eenvoudig googelen op ‘wat is een spijk?’ levert dit op:

Een landtong dus. Een lange smalle landtong neem ik aan.
Nou zou ik graag willen weten of de huidige Spijken nog iets hebben wat duidt op die smalle lange landtong. Hier in Wageningen niet. Ik vind mooie kaarten uit 1662 van de Rijn waar hij ons land binnenkomt, en op drie ervan staat het Spijk.
Meer over dit kaartboek uit 1662.


Onderaan het Spijck. Van land naar water: ‘Het Spijck horende onder het landt van Cleeff des Chursfursten sijn eijgen erff’. Hierlangs een duinenrij. Dan ‘Bloot sant op het Spijck’. Tenslotte in de Rijn ‘onderduickende grint’.
Spijk in Groningen dan. Op de kaart van topotijdreis 1834 is geen landtong meer te vinden. Het water rechts is de Dollard.

Spijk in Altena bij de afgedamde Maas ligt bij een oude Maasarm, en ik kan me goed voorstellen dat hier een landtong lag.

Van Spijkenisse zegt Wikipedia dat de naam afkomstig is van spijk-nesse, oftewel spitse neus, oftewel een spitse landtong in de rivier. Een spijkspijk dus.

Terug naar Gelderland, want ik ben meer vertrouwd met de oude kaarten uit het Gelders Archief. Doornspijk dus. Ik vind geen oude kaart met daarop Doornspijk en ook geen landtong, maar Doornspijk ligt op de eerste topotijdreiskaart wel aan zee. Een landtong lijkt logisch. Nu ligt het meer bij Roode Kruis.

Bij Spijk bij Gorinchem ligt wel echt een spijkerige landtong.

Terug naar het Spijk bij Lobith, want ik ken van die omgeving een hele mooie oude kaart die ik nog nooit besproken heb. Uit 1595!

Hierop zien we hetzelfde stuk Rijn als op de eerste kaart, maar dan in een wijdere omgeving (en noorden boven). Ik bespreek hem wel een andere keer, nu alleen het Spijk. Die duinenrij die op de kaart uit 1662 zo prominent staat ingetekend, is in 1595 een langwerpig bebost duin in de bocht van de Rijn bij Schenkenschans. Misschien is het wel geen duinenrij maar een stukje stuwwal. Dat kan best, want de stuwwal van Nijmegen en die van Montferland zitten onder de grond aan elkaar. Hier een doorsnede, waarbij het middelste pootje Het Spijk is. Grijs is stuwwal (ontbrekende delen liggen in Duitsland).


Ik vind het een fantastische spijk.
Hoi, Mathilde,
Er is mogelijk nog een tweede betekenis van spijk, namelijk spiek (is voorraad). Een spieker was in de Middeleeuwen een hooiberg. een voorraadschuur.
‘Bijspijkeren’ schijnt dan ook niet in de eerste plaats ‘weer stevig maken door spijkers inslaan’ te betekenen, maar eerder ‘geslonken voorraden weer op peil brengen’.
Een langwerpige zandrug zou je ook als een voorraad zand kunnen zien, door water of wind aangevoerd? Maar dat is wel wat speculatief.
Spijker (een langwerpig ding, eens); Is in sommige Germaanse talen ‘spiker’ (onze oostelijke dialecten, het Fries, het Noors) in andere is het ‘Nagel’ (Duits, Engels, Zweeds, Deens) Maar sommige van de talen kennen die beide woorden.
‘Aren’ zijn in het Engels ook ‘spikes’ (en aartjes ‘spikelets’) Daar wordt ook voorraad graan / zaden in opgelagen, maar ze zijn tegelijk ook langwerpig van vorm !!,
***** Geert *****
Dank voor deze aanvulling. In Twente gebruiken we het woord spieker nog steeds voor voorraadschuur. Ik had alleen geen verband gezien met Spijk. Ik denk niet dat het bij een spijk om een voorraad gaat, maar om de langwerpige vorm.