We vinden in het Gelders Archief een tekst uit de 18de eeuw over de grens tussen het Hinderkamperveld en Reemsterveld. Die grens bestaat niet meer, want beide velden horen nu bij Ede. Toen hoorde het Reemsterveld bij Rozendael en was dit dus een Grote Grens. Die grens staat prachtig ingetekend op deze kaart van Elshoff uit 1722.
Meer over deze kaart.

Ik zie dat dit al het elfde stuk is op dit blog met deze kaart. Topkaart. Het gaat dit keer over het meest westelijke puntje van het driehoekje in de noordwesthoek. Die punt is gemakkelijk te vinden:

In de tekst die we vonden in het Gelders Archief staan echter twee opvallende dingen over die hoek: ten eerste dat het na de Lettelseberg ligt en ten tweede dat de hoek een drielandenpunt is tussen de velden van Wekerom, Hindekamp en Rozendael. (Abonnees kunnen de transcriptie van de tekst vinden in onze boekenkast.)
Dat op den Hoek van den Langenberg, bij de sogenaamde Osseweg, na de kant van den Lettersen berg, een oude pol gevonden is, die opnieuw is opgehaalt, scheijdende aldaar het Reemster of Roosendaalse, Wekerumse en Hindercamper velt.
Het is inderdaad een drielandenpunt tussen Wekerom, Reemst en Hindekamp. Maar wat is de Letterseberg? Die staat op geen enkele topografische kaart.
Dan herinneren we ons dat Nicolaes van Geelkercken op zijn kaart van De Ginckel uit 1653 de Letterberg noemt:


Helemaal linksboven in het hoekje. Hij laat de gemeene weg onderlangs de Hindekamp erop raaien. Ik teken op het beworp op mijn scherm met geel de grens en met roze de Hindekamp, Gemeeneweg en doorgetrokken raailijn. [De Gemeene Weg volgens mijn hypothese]

En dan gaan we een berg zoeken in de omgeving waar de roze raailijn en de gele hoek elkaar naderen.
Dan houd ik ook nog in gedachten dat ik op zoek wil naar een kleinere berg, niet een heuvel in de stuwwal. En wel omdat ik -Tukker – denk aan luttel (klein, onbelangrijk, onbeduidend): Luttenberg in Salland, de Lutte, Lettelbert in Groningen. De Luttenberg in Salland is een kleinere heuvel die apart ligt van de Sallandse Heuvelrug. Naar zoiets ben ik op zoek.
Het blijkt niet zo moeilijk: even ten zuidwesten van de gele punt ligt een goede kandidaat. De roze lijn raait goed genoeg voor de nauwkeurigheid van Van Geelkercken.

Op het AHN:

In 1653 zag Van Geelkercken deze Letterberg dus vanaf de Gemeene Weg. Kan dat? Jazeker.

Daar ligt nu het Kreelsebos tussen. Wat zag het land er toen toch anders uit.
Ik ben tevreden. We fietsen naar de Lettelseberg en eten soep op de top.

Ik vind de argumenten voor de keuze
van de grootste van de drie heuvels daar voor Letterse berg nog niet zo duidelijk.
Temeer waar je de betekenis van luttel in de naam van de berg vermoedt.
(we praten over relatieve hoogten van 38, 41 en 46 meter, op onderlinge afstanden van honderden meters ).
Er is ook een kaart waarop juist de kleinste
van de drie bergen daar de Letterse berg wordt genoemd (op waarneming.nl).
Hoe kwam de veldnaam op die plek terecht?
Maar het argument van betere zichtbaarheid van de grootste heuvel
over een afstand van 2 km (voor de cartograaf) is best een sterk argument.
En mogelijk noemde men juist de hoogste ‘heuvel’ zo hoog als een kleine ‘berg’?
Het lijkt me raar om bij drie naamloze heuvels de kleinste een naam te geven, maar sterker vind ik nog dat Van Geelkercken de heuvel gebruikt als richtpunt voor zijn raailijn. Ik denk dat hij bij het maken van de kaart een een lokale bewoner vroeg hoe die berg daar in de verte heette, en dat was de Lettelbert. Dat de heuvel klein is, heeft niet te maken, volgens mij, met het feit dat er nog kleinere heuveltjes bestaan, maar dat hij klein is in het geweld van de stuwwal erachter.