De Twentse Heuvelrug loopt van Uelsen via Ootmarsum, Oldenzaal, Lonneker en Enschede tot in Duitsland, met een gat bij Rossum. Velen denken dat het een stuwwal is, maar dat is maar een deel van het verhaal.

Sorry dat ik stoor. Rechts op deze site staat een doneerknop. Met 3 euro kun je deze site steunen. Voor een kop koffie onderweg voor Geert en mij. Hoeft niet, mag wel.
De rug is een combinatie van een stuwwal en een keileemrug op Tertiaire klei. Bovendien is het gat bij Rossum niet de scheiding. De heuvels van Ootmarsum en Oldenzaal zijn deel van een grotere stuwwal met als top Hesingen. Ik noem deze stuwwal de Twentse Stuwwal. De strekkingsrichting heb ik ingetekend; het ijs duwde blijkbaar vanuit het noordoosten. De stuwwal is de rand van het glaciale bekken van Nordhorn. Daar lag een grote ijstong en die perste deze stuwwal op. Helemaal volgens het boekje dus. Nu stroomt door dit bekken de Dinkel vanuit het zuiden naar de Vecht.

Het hele verhaal van Oost-Nederland, van Precambrium tot en met de ijstijden bij elkaar? Dat kan! Het is bij mij als pdf te verkrijgen voor 7 euro of bij bol.com als e-boek voor 9 euro.
Dwars door de stuwwal ligt een breed doorbraakdal, dat ik de Rossummerpoort noem. Het is een ijspoort: door de ijstong uitgeslepen toen het ijs vanuit Nordhorn verder oprukte richting Hengelo en het bekken van Hengelo uitdiepte. Het is het enige doorbraakdal in Nederland dat zo ontstaan is. De meeste poorten, zoals de Darthuizerpoort door de Utrechtse Heuvelrug, zijn door smeltwater veroorzaakt. De Gelderse Poort tussen Montferland en Nijmegen is door de Rijn gemaakt.

De heuvelrug waar Enschede en Lonneker op liggen, hoort niet bij de Twentse Stuwwal. Wie fietsend dit gebied verkent merkt geen overgang: het is allemaal mooi en glooiend en kleinschalig. Maar de Rug van Enschede is een Tertiaire hoogte waar een laagje keileem op ligt.
Bij Oldenzaal lijken de Twentse Stuwwal en de Rug van Enschede vergroeid tot een geheel en waar de grens is, is op het eerste gezicht niet zo duidelijk. Het bobbelige aspect van de Lonnekerberg en de laagte daar ten oosten van bij de golfbaan, zegt mij: ‘daar ergens’.
Het ijs vanuit Nordhorn is dus door zijn zelfgemaakte stuwwal heen gedrongen. Daarbij is het materiaal in het gat van de stuwwal weggeduwd, waarschijnlijk kon dat omdat de ondergrond bevroren en glad was. Een deel is opzij gegleden naar het noorden, en ligt nu bij Tubbergen. Een deel is naar voren geduwd en vormt nu de Deldeneres. Een deel is opzij gegleden naar het zuiden en ligt nu als de Lonnekerberg tegen de Rug van Enschede aan. Ik vermoed dat zelfs de Needseberg oorspronkelijk bij Rossum heeft gelegen, maar dit is wel een erg wilde gedachte.
Het zuiden van Twente en de Achterhoek zijn feitelijk een uitloper van Duitsland. (Dat zeggen ze in de Randstad al jaren.) In Twente en de Achterhoek komt Krijt en Tertiair aan het maaiveld: zandstenen, mergels en kleien die in groeves en beken ontsloten zijn. Daarbovenop ligt de Twentse Stuwwal van Ootmarsum en Oldenzaal en de Rug van Enschede. In de Achterhoek ligt geen stuwwal noch keileem, behalve bij de Valkeniersbult (het kleinste rondje bovenin de Achterhoek).
Het hele verhaal van Oost-Nederland, van Precambrium tot en met de ijstijden bij elkaar? Dat kan! Het is bij mij als pdf te verkrijgen voor 7 euro of bij bol.com als e-boek voor 9 euro.
Een late reactie op deze interessante post, maar beter laat dan nooit.
Je schrijft dat de heuvelrug van Enschede en Lonneker (Lonnerkerberg) een keileembult is en geen stuwwal. Mag ik daar uit opmaken dat er morfologische aanwijzingen zijn dat hier sprake is van een onverstoorde (althans niet door een volgende gletsjer verstoorde) grondmorene? Als dat zo is, is deze dan in de laatste fase van het Saalien ontstaan?
Hoi Rob. Ik begin er steeds meer in te geloven dat de Lonnekerberg geen onderdeel is van de rug waar Enschede op ligt, maar er westelijk tegenaan gekwakt is. Ik denk dat de rug van Enschede en Lonneker een tertiaire rug is die door het ijs is bedekt, dus bedekt is geraakt met keileem. Ik lees niet dat hier scheefstelling dus stuwwing plaats heeft gevonden. De Lonnekerberg is een ander verhaal, maar ik weet nog niet welk precies. Het is ook Tertiair, ook keileem, maar het is vergeleken met de rug van Enschede en Lonneker zo’n bobbelig onregelmatig geheel, dat ik niet denk dat dit bij elkaar hoort. Ik denk meer in de richting dat de Lonnekerberg een verplaatste stuwwal is die bij Rossum lag.
‘Ik lees niet dat hier scheefstelling dus stuwwing plaats heeft gevonden.’
Zijn hier dan nooit profielen gestoken of boringen verricht?
‘Ik denk meer in de richting dat de Lonnekerberg een verplaatste stuwwal is die bij Rossum lag.’
Interessant. Dat moet dan met enorme kracht zijn gebeurd. Zegt dat iets over de omvang van gletsjer die dit heeft veroorzaakt? Valt er bijvoorbeeld iets te zeggen over de diepte van de zool?
Ik heb op dit blog een serie van 6 artikelen over Twente gezet. Eerst was ik sceptisch over de ‘verschoven stuwwal’ theorie, maar inmiddels ben ik om. Het idee is dat de stuwwal die van Uelsen naar De Lutte loopt, is doorbroken door het ijs wat in het bekken van Nordhorn ligt, en dat daarbij het materiaal dat bij Rossum ligt, is verschoven. Ik dacht eerst dat de krachten die daarvoor nodig zijn, immens moeten zijn. Maar als je bedenkt dat de bevroren ondergrond als schuifvlak kan hebben gefungeerd, en dat het ijs misschien maar een paar meter per jaar is opgeschoven, denk ik dat het kan.
Dat er stuwwallen waren in Twente heb ik altijd al geweten maar de samenhang is mij nooit echt duidelijk geworden. Reuze leerzaam. Ik zie uit naar vervolg artikelen over Twente.
Groeten van een medeTukker.
Hee, dat wist ik niet! Ik kijk uit naar je reactie vanuit het veld.