Op de volgende kaart van de Achterhoek (bron AHN) lijkt tussen de heuvels wel een oud droog rivierstelsel te liggen. Dit dal loopt af naar het zuidwesten, terwijl de huidige beken aflopen naar het noordwesten. Hoe zit dit?

Op Dinoloket maak ik een doorsnede door dit dal bij Aalten:

Wow, indrukwekkend. Links de hoogteschaal tov NAP: het dal is bijna 100 meter diep. Rechts op het kleine kaartje zie je waar ik de doorsnede heb gemaakt. De dikke stippen op het kaartje komen overeen met de dikke zwarte lijnen in de doorsnede.
De doorsnede vertelt het verhaal van het ontstaan van het dal: rechts zie je de uitleg van de kleuren zoals ze op elkaar gestapeld zijn, dus de oudste onderaan. Eerst lag er roze DOngen en paars RUpel, daarop groen BReda en OOsterhout en daarop rood STerksel. Dan snijdt het dal zich in. Het dal is bekleed met oranje DRenthe: keileem dat achterbleef nadat het ijs na het Saalien was gesmolten. Vervolgens is het dal opgevuld met roodbruin KReftenheye: afzettingen van de Rijn uit de laatste ijstijd. Tenslotte wordt de hele boel afgedekt met geel BoXtel: het dekzand waarmee Oost-Nederland is bedekt in de laatste ijstijd.
Het dal stamt dus uit de ijstijd van het Saalien toen hier ijs lag. Dan kan het een glaciaal bekken zijn of een tunneldal. Bij een glaciaal bekken duwt het ijs de ondergrond in elkaar en drukt die opzij. Hier in de Achterhoek is het dal juist ingesneden en is geen enkele sprake van druk opzij. Kortom het is een tunneldal.
Een tunneldal vormt zich onder een ijsveld: water onder het ijs vormt een rivier en die snijdt zich in de ondergrond in. Eerder heb ik iets dergelijks besproken bij de esker van Langeveen: ook een esker vormt zich onder een ijsveld, waarbij het water zich niet in de ondergrond insnijdt maar een holte in de gletsjer uitslijpt.

Dit tunneldal ligt precies in het verlengde van de esker van Langeveen, en samen zijn ze het restant van een 80 km lange ijsrivier die stroomde onder het ijs. Het noordelijke deel van deze ijsrivier, de esker van Langeveen, herkennen we nu als een soort dijk in het landschap. Het zuidelijke deel sneed zich onder het ijs ongeveer 100 meter in de ondergrond in en stroomde ten zuiden van het ijsveld in de Rijn. Het zou handig zijn als het AHN met hetzelfde detailniveau ook de grensstreken zou gaan omvatten: wie weet is de rivier nog wel verder te volgen.
Wat zie je nu nog van het tunneldal? Het dal is opgevuld door de Rijn, en heel Oost-Nederland is met een deken van dekzand bedekt dat alle hoogteverschillen heeft gladgestreken. Maar hoogteverschil is er nog wel degelijk zoals je ziet op de eerste kaart van het AHN. Opvallend is dat het dal niet door een beek wordt gebruikt. De beken volgen het dal wel hier en daar, maar de hoofdrichting van het water is nu naar het westen of noordwesten.
Onder Twente ligt ook een tunneldal uit het Saalien, en bij Haaksbergen kruisen die twee elkaar!
NB: bij nader inzien is van het rivierstelsel op de eerste kaart alleen het hoofddal en het zijdal ‘rechtsboven’ onderdeel van het tunneldal. De andere twee zijn beekdalen. Tot het tegendeel blijkt natuurlijk.
Het hele verhaal van Oost-Nederland, van Precambrium tot en met de ijstijden bij elkaar? Dat kan! Het is bij mij als pdf te verkrijgen voor 7 euro of bij bol.com als e-boek voor 9 euro.
Na wat spelen op het Dinoloket lijkt het me dat de dikte van de laag van Boxtel een mooie indicatie is van het verloop van het tunneldal. Als ik het goed heb is Boxtel het dekzand en dat is het enige dat het dal na de vorming nog in enige mate heeft kunnen vullen en hte aanwezig relief heeft doen verdwijnen. Dan kan je het tunneldal onder Haaksbergen door volgen naar (het bekken van) Hengelo en er loopt ook een tweede tak enkele kilometers westwaarts richting Delden. Daar wordt het lastig, want daar ligt een stuwwalcomplexje (dat van Delden en Borne) precies onder de pijl op je kaartje, en ik heb me al langer zitten afvragen hoe de esker dan met het tunneldal verbonden is geweest als het door dezelfde subglaciale smeltwaterstroom gevormd is. Een van de takken van de formatie van Boxtel loopt westwaarts om de Deldense es heen, en eentje loopt door het dal van de Azeler beek.
Eigenlijk is het dan nog niet duidelijk, want ik zat me al af te vragen aan welke kant het dal nou bij Delden en Borne heeft gelopen, en de keuze was links of rechts, of misschien toch zelfs wel er tussendoor? Hier heb ik nog geen uitsluitsel.
En wat me ook nog opviel is dat er een diepe met dekzand gevulde laagte van Haaksbergen richting Zelhem loopt. Daar is ook iets aan de hand geweest.
Ik moest de Schaarsbeek even opzoeken. Die volgt het tunneldal (hij ligt aan de westelijke kant, onder het Klooster), maar is geen grote beek. De grote beken die daar lopen zijn de Aaltense en Groenlose Slinge. De Groenlose Slinge loopt door het dal naar het noordwesten en is een van de twee dalen die geen onderdeel vormen van het tunneldal, en de bovenstroom van de Aaltense Slinge komt onder Winterswijk vandaan door het andere dal dat geen deel vormt van het tunneldal. Mijn aanname is dat dat dalen zijn die gevormd zijn toen de ijskap aan het afsmelten was. Die zijn in het huidige relief diep omdat het verval ter plekke voor Nederlandse begrippen niet mals is. Er liggen bij de Aaltense buurtschappen Barlo en Dale ook diepe dalletjes met holle wegen die zo gevormd zijn omdat ze echt op een richel liggen.
Boxtel is dekzand, klopt. De Schaarsbeek ligt inderdaad ten westen van het tunneldal, waarschijnlijk verzamelt die kwel van het hoge gebied, zoals hier een strang doet die in de uiterwaarden langs de stuwwal loopt. De ‘stuwwal’ van Delden verstoort een hele boel, ik wil daar nog eens naar kijken. In dit blog leg ik sinds kort de afkortingen van de lagen uit die Dinoloket gebruikt. Van oud naar jong: DR is keileem, DT is stuwwal, KR is Krefentheye van de Rijn, BX is dekzand Boxtel, HL is Holoceen: beekdal of veen. Het wordt steeds boeiender.
Ik zou zeggen dat de Schaarsbeek mooi door dit dal loopt, toch?
En verder is op de kaart mooi te zien dat het reliëf er voor heeft gezorgd dat precies in dit dal (nog) het Korenburgerveen ligt. Het dorpje Bredevoort ligt zo strategisch in een smal deel van dit dal dat het een gefortificeerd stadje werd om de doorgang door dit moerasgebied te voorkomen (80jarige oorlog).
Klopt, de Schaarsbeek stroomt door een deel van het dal. Maar ik vind het wel een klein beekje in een groot stelsel. Inderdaad is het dal nat en zijn de grote veengebieden eraan gelieerd.