Een geologische doorsnede door Noord Nederland over de lijn A – A’ levert dit mooie plaatje op, ik verzin het niet.

Wat zijn die roze ijspegels? Tunneldalen.
Een tunneldal is een smeltwaterdal dat is ingesneden in de ondergrond onder een ijskap. Het dal kan honderden meters diep zijn en tientallen kilometers lang.
Onder Friesland, Groningen, Drenthe liggen er tientallen. Ze zijn ontstaan in het Elsterien en dus meer dan 400.000 jaar oud. Ze zijn gruwelijk diep.

De diepste ligt bij Bargum in Friesland, zie de doorsnede hierboven: het dal reikt tot 275 meter -NAP.
Wie dit blog langer volgt, kan het waarschijnlijk inmiddels opdreunen: de glaciale bekkens in het midden van het land zijn opgevuld met oranje DRenthe: keileem. Maar op deze doorsnede zie je het oranje keileem bovenaan in een dun laagje liggen. Deze tunneldalen zijn opgevuld met roze PEelo. Aan de legenda rechtsboven zie je dat PEelo veel ouder is dan DRenthe. Het is uit het Elsterien, een eerdere ijstijd ongeveer 400.000 jaar geleden waarin Noord-Nederland met ijs bedekt was.
Er liggen talloze tunneldalen onder Noord-Nederland. Hier een kaartje van de diepte van die roze PEelo laag onder noord Nederland. De blauwe stukken zijn de tunneldalen en hoe donkerder blauw des te dieper het dal. Er ligt dus ook een tunneldal onder Texel. De kaart lijkt niet compleet maar dat komt omdat in Friesland veel van het roze PEelo is verdwenen. Hoewel dat ook wel raar is, want PEelo is zware klei die niet zomaar verdwijnt. Potklei. Logischer lijkt het me dat daar nooit potklei heeft gelegen.

Indrukwekkend toch? Als die dalen niet waren opgevuld, ja dan….. was Friesland, Groningen en Drenthe ravijnenland geweest. En Texel een trog in plaats van een eiland.
Tunneldalen zijn niet beperkt tot Noord-Nederland. Ik kan geen mooi kaartje vinden met alle tunneldalen in Europa, maar hier eentje waarop je in elk geval het aansluitende gebied op de Noordzee kunt zien. Ook in Noord-Duitsland liggen tunneldalen, en daar zijn ze wel tot 500 meter diep. Altijd baas boven baas, of hier onder baas.

Blijft over de vraag waarom de tunneldalen stoppen waar ze stoppen. Ik heb geen idee. Het is niet zo dat daar het water boven land kwam en verder stroomde als een beek. In de literatuur staat dat tunneldalen vaak stoppen bij eindmorenes van gletsjers. Nou, hier mooi niet dus. Om hier meer van te weten maak ik een lengtedoorsnede door het tunneldal van Texel.

Je ziet dat het met roze PEelo opgevulde tunneldal eenvoudigweg stopt. Niks eindmorene, niks te zien aan de lagen PeiZeWAalre, APpelscha en URk waar het dal zich heeft ingesneden. Ik lijkt of de tunneldalen ophouden waar het ijs ophield. Maar waarom? Waar ging het water dan heen? In Drenthe reikt de formatie van Peelo bovendien veel verder.
Ik wil wel een hypothese wagen: de ondergrond onder het ijs was diep bevroren en daarin sneed het water zich in tot een diep tunneldal. Verder naar het zuiden zakte dat water weg in de ondergrond. Het lijkt mij niet logisch, ik verwacht dat de rivier onderin het tunneldal op zijn minst het dal zou vervolgen richting een oplossing, een ander dal of zo.
Ik vraag me ook af wat er met het spul is gebeurd dat in het tunneldal lag voordat het dal werd gevormd. Zou het water dat hebben meegenomen de ondergrond in? In de literatuur die ik ken, worden deze vragen niet gesteld en niet beantwoord.
Hallo, ik ben ook gefascineerd door het ontstaan van deze tunneldalen en heb meer dan eens Dinoloket bestudeerd. Dat het niet helemaal duidelijk is hoe ze zijn ontstaan maakt het nog interessanter. Ook vind ik het bijzonder dat er zoveel verschillende tunneldalen op korte afstand van elkaar liggen. Een verklaring zou kunnen zijn dat smeltwater eerst een groot stuwmeer op de ijskap vormde en uiteindelijk in korte tijd met veel kracht een uitweg vond onder het ijs door. Omdat de druk van het water dan gelijk weg was bleef het tunneldal als een diep meer met stilstaand water achter onder de ijskap. De uitweg aan de rand van de ijskap was bovendien geblokkeerd door het meegevoerde materiaal. Een volgende keer, vele jaren later, zocht het smeltwater dan een andere weg en maakte daar weer een nieuw tunneldal. Misschien is het zo gegaan, maar misschien ook niet.
Hee dank je wel voor je reactie. Ik heb geleerd dat een hypothese overeind mag blijven tot het tegendeel bewezen is, en dan moet je hem ook los durven laten. Ik vind de dalen wel erg diep voor je hypothese. Maar het sterke is dat jij niet aan stroming denkt, dus je hebt benedenstrooms geen uitgang nodig. Ik zat zelf te denken aan heel diepe permafrost die verzadigd was met ijs. Ijs neemt meer ruimte in dan water, dus toen het weer eens een duizend jaar warmer was tussendoor, smolt dat ijs en bleven vorstscheuren over. Maar waarom dan evenwijdig en niet in een zeshoekig patroon? Nou, we denken er nog over.
Hallo, ik ben een student Landschapsgeschiedenis, ik vraag me af: hoe is dat mooie kaartje van de tunneldalen tot stand gekomen? Ik heb dinoloket al doorgeklikt maar ik krijg het niet voor elkaar!
vr gr
Ik zal een blogpost wijden aan het maken van dit kaartje, dan kun je het proces volgen.