Op het AHN kun je heel goed oude verdwenen sterrenbossen terugvinden die je, al lopende door het bos, niet opmerkt.
Bijvoorbeeld deze bij Heuven. Een sterrenbos met 8 stralen, waarvan nu nog vier mooie bomenlanen over zijn en de rest onzichtbaar ligt te liggen onder kleine open veldjes. Dit is even ten noorden van het centrum van Natuurmonumenten ten westen van het brede dal naar het Herikhuizerveld. Het sterrenbos ligt ten westen van het caravanterrein, ten zuiden van het dal met de spreng en vijvers.

Het sterrenbos op de Carolinaberg bij Dieren, met 14 stralen, ligt er nog net zo, daar heb je het AHN niet voor nodig:


Dit sterrenbos, met 10 stralen, is voorgoed verdwenen onder de wijk Sterrenberg in Arnhem dus zelfs op het AHN onzichtbaar:

Het sterrenbos op de Keienberg bij Velp, behorende bij het landgoed Biljoen, is juist weer prachtig hersteld. Bijzonder is het wandelpad dat als een spiraal omhoog klimt. De ster heeft maar liefst 16 stralen die niet allemaal meer in gebruik zijn maar op het AHN wel degelijk zichtbaar:

De meeste landgoederen hadden in de 18 en 19de eeuw wel een sterrenbos. Ik lees dat ze werden aangelegd voor de jacht: dan kan de landheer in het midden staan en ook eens raak schieten. Een bult in het midden was dus handig. Er zijn ook sterrenbossen die zo zijn aangelegd dat je in het verlengde van een straal precies een kerktoren of iets dergelijks kon zien. Dat is echt indrukwekkend. Bij Laag-Keppel zijn drie zichtlijnen hersteld, naar de kerktoren van Laag-Keppel, het kasteel en naar twee vijvers. Prachtig!

In Wikipedia staan in hetzelfde lemma over sterrenbos twee elkaar tegensprekende verklaringen:
Een sterrenbos is een bos met een lanenstructuur dat (net als de meeste bossen in Nederland), oorspronkelijk was aangelegd als park. Het huidige Nederlandse woord ‘sterrenbos’ is een verbastering van de oorspronkelijke Oud-Nederlandse schrijfwijze ‘starre bosch’ (zie Delpher), oftewel: een beplanting van starre (stramme) (naald)bomen of hoge coniferen. Een ‘sterrenbos’ heeft dus niets te maken met sterren of met een stervormige lanenstructuur.
Niks geen ster dus, gewoon een star bos. Nou, dat kan oorspronkelijk best zo zijn geweest, maar in de 18 en 19de eeuw legde elke landheer (die niet zo goed kon jagen) een sterrenbos aan met stralen. En dus veranderde de betekenis van star bos in sterrenbos, mij lijkt het logisch. Wikipedia gaat naadloos door:
Sterrenbossen vormen een element uit de barokke tuinarchitectuur en raakten in de achttiende eeuw in zwang. Ze waren bij uitstek geschikt voor de jacht, omdat vanuit het middelpunt het overstekend wild op alle paden kon worden waargenomen. Een sterrenbos is bij voorkeur aangelegd op een glooiend terrein. Vanuit het midden kon men aan het eind van de lanen de hemel zien.
Dat zijn tenminste sterrenbossen. In Rozendaal vind ik een onvolledige bovenop de Tonberg met 6 stralen waarvan er 5 nog in gebruik zijn. Of dat een officieel erkend sterrenbos is, weet ik niet, maar het is voor de jacht handig. Er liggen bovendien mooie ijzerkuilen op. Maar dat is een ander verhaal. Die putjes die je langs de ZW straal ziet liggen (en die je langs heel veel boswegen ziet liggen als je rondwandelt) zijn moderne afwateringskuilen.

Ik zie ook veel stervormig aangelegde parken die veel te dicht bij het landhuis liggen om voor de jacht nuttig te zijn. Het is niet echt de bedoeling dat de landheer zijn eigen kinderen raakt natuurlijk. Een sterrenbos ligt in een uitgestrekt bos van een groot landgoed. De kleintjes werden dan zo nu en dan uitgenodigd voor de jacht. Het Loo zal er ook wel een hebben, zou de Koninklijke Familie ze nog gebruiken?

Dat verhaal van star bos geloof ik voor geen meter. De nederlandstalige wikipedia is te klein om te voorkomen dat iemand met een stokpaardje ergens onzin in kan smokkelen.
De duitstalige wikipedia heeft het over Jagdstern. Het lijkt dus daadwerkelijk over de plattegrond te gaan.
Interessant dat sprengen geen equivalent kennen in andere landen. Geknutseld wordt er overal en een goed idee kan op meerdere plaatsen ontwikkeld worden, dus ik vraag me af of het niet met specifieke geologische en sociaal-economische en historische omstandigheden van doen heeft. Mogelijk is er Europawijd weinig hoogteverschil dat uit ongeconsolideerd materiaal bestaat, waarin zich stroomopwaarts verder laat graven? Dat er pas vanaf de 17e eeuw op die manier geknutseld werd geeft me ook de indruk dat er al een sterke exploitatie was van de beken en verder gebruik van het water misschien alleen mogelijk was door ingrepen die met de nieuw ontstane rijkdom gefinancierd konden worden?
En wat doet een spreng nou? Want de hoeveelheid water die valt en afgevoerd moet worden vanaf een hoogte verandert er niet door. Vergroot een spreng daadwerkelijk het areaal waarvanaf een beek zijn water ontvangt (en gaat dat dan niet ten koste van andere waterlopen?), of verhoogt het alleen tijdelijk het debiet doordat een grondwaterreserve die voorheen het kwelgebied voedde directer wordt aangesproken?
Interessant wat je zegt over de sprengen. Ik zat hetzelfde te bedenken: sprengen kunnen alleen gegraven worden in ongeconsolideerd materiaal. Volgens mij vergroot het graven niet het vanggebied. Het vergroot het debiet doordat een reserve direct wordt aangesproken, ik denk dat je het goed formuleert.
Omdat ik cultuurtechnieker (grond & waterbeheersing) ben, is dit mijn vakgebied. Wat zij bij de bekenstichting zeggen, heb ik mijn vraagtekens bij. Ik vergelijk ze met de Nivon. een amateurclub zonder vakkennis.
Ik ben ook cultuurtechnicus (tropisch), we zijn bijna vakgenoten. Maar ik respecteer de bekenstichting. Hoewel zij op hun site geen onderscheid maken tussen een spreng en een opgeleide molenbeek (ik noemde dat eerst een molengoot, maar daar ben ik vanaf gestapt. Nu noem ik de molengoot alleen het laatste houten deel). Ik maak dus onderscheid tussen de spreng die achterwaarts gegraven is in de helling, de molenbeek die is opgeleid, dan een paar meter molengoot, en dan benedenstrooms van de molen stroomt het water als een beek weer door het dal. Tenzij hij weer wordt opgeleid voor een volgende molen.
Nooit geweten dat er zo iets als een sterrenbos bestond. Al weer iets er bij geleerd.
Ben namelijk sprengspecialist en een spreng is een bijzonder cultuurhistorisch monument. Bij mijn weten vind je nergens anders ter wereld sprengen.
Wat leuk! Ik heb al veel over sprengen geschreven op dit blog, in de rechterkolom kun je klikken op spreng en dan komen alle stukjes tevoorschijn. Over het Renkums beekdal, Heelsums beekdal,, Slijpbeek, Seelbeek en ook hoe een spreng in elkaar zit, met zelf getekende tekeningetjes. Kijk er maar eens naar en dan lees ik graag je opmerkingen en aanvullingen
Prachtige verhalen, vooral als je de omgeving kent. Ben zelf aan het werk geweest met langdurige werkelozen van de vrijwilligerscentrale in Arnhem, aan de Heelsumse beek. Van het ontstaan tot papierfabriek Schut is dit een spreng. De eerste sprengen werden gemaakt in 1600. Wordt aan dit onderwerp later ook nog aandacht geschonken?
Dank je wel! En jazeker, ik zal weer eens over sprengen schrijven.