Op deze kaart van Nicolaes van Geelkercken uit 1632 staat een merkwaardig detail: Heijdenstadt. Al zoveel mensen hebben zich erover gebogen wat Heijdenstadt zou kunnen zijn, en ik heb ook een hypothese: een bijenstal.

Meer over deze kaart van Van Geelkercken uit 1632.

Hij tekent een ronde wal ten zuidoosten van De Ginckel ten zuiden van de Mechelse kuil. Rond de plek tekent hij duinen en een bruine baan. Precies zo’n plek tekent hij daar vlakbij ook bij de Paelbergh. Daar zien we ook nog een gele baan, maar dat is de grens van Renkum. Verder zien we nergens op de kaart een bruin omzoomde plek.

Wat is Heijdenstadt? Anderen zetten dat het een stad was van Heidenen op de Heide. Waarbij heidenen dan als vagebonden, misdadigers en zwervers gelezen moet worden. Het lijkt me niet logisch: zo staan er geen huizen ingetekend. Het lijkt me ook geen goede plek om je te verbergen, midden op de heide zichtbaar van kilometers ver van alle kanten. Vagebonden, criminelen en zwervers werden zwaar vervolgd: men wilde de wegen veilig houden. Ten derde waren deze zwervers, zigeuners, vagebonden en criminelen geen heidenen. Een pleisterplaats voor handelaars, wordt ook geopperd, maar dan had Van Geelkercken het wel Hessenstad genoemd. Een vierde argument is dat de Paelberg, even ten zuiden van Heidestad, een grote immestede was met honderden bijenkasten waar boeren tot in Lunteren in de herfst hun bijenkasten hadden staan. Dat doe je niet vlak naast een plek die berucht is vanwege de zwervers en misdadigers. Een vijfde argument leg ik verderop uit, en gaat over wat Van Geelkercken nou eigenlijk intekent.

Heijdenstadt moet terug te vinden zijn op het AHN. Hier een reliëfkaart van dit stukje aarde en zowaar zie ik iets wat een rondlopende wal lijkt. Het ligt in de zuidwesthoek in de uitgestoven laagte van een stuifzandei en is op het AHN een opvallende plek. Het is mogelijk dat het zand is uitgeblazen tot aan het grondwater.

[Ik zit op het Ginkelse Veld. Boven van links naar rechts de Amsterdamse Weg. Linksboven de kuil naast de halfronde schapenwei bij de schaapskooi bij juffrouw Tok. Een eindje verder naar rechts de Mechelse Kuil. Rechts onder het wildviaduct over de A12. In het midden van de uitsnede ligt Heidenstad.]

Opvallend is de Kromme Laan, de enige Kromme Laan en de verre omgeving, over een smalle rondlopende wal. Beschermde die Heidenstad? In elk geval is die laan ouder dan het bos, want waarom zou je een bochtige wal aanleggen die heel onhandig alle rechthoekige percelen in jouw naaldhoutplantage doorkruist? De overige paden vormen een net raster. Duidelijk is de wal te zien van de Kromme Laan, en dat lijkt me in elk geval geen duin maar een menselijke wal. En daar binnenin nog een menselijke wal, keurig parallel.

Heidenstad staat op nog een kaart van Van Geelkercken. Dit is een kaart uit 1653 van het Ginckelse veld. Hij schrijft Heijdenstadt ten zuidoosten van het halfronde veld (de schapenweide bij de schaapskooi). Hij tekent er geen wal omheen, maar wel duinen. De enige duinen op het Ginckelse veld.

Meer over deze kaart uit 1653 van Ginckel.

Elshoff tekent Heidenstad in 1722 op zijn kaart van Reemst ten noorden van de Paalberg.

Meer over deze kaart van Reemst uit 1722.

Elshoff heeft ook een kopie gemaakt van de eerste kaart van Van Geelkercken uit 1632, en daar staat Heidenstad natuurlijk ook op, want die man kon best goed kopiëren hoor.

Maar hij maakt een fout: Van Geelkercken tekent Heijdenstad op exact dezelfde manier en met dezelfde kleur als de Paelberg: duinen en een bruine baan. Elshoff doet dat op zijn kopie niet. Waarom niet? Mijn hypothese is: hij had geen idee wat Heidenstad was, en Van Geelkercken wel.

Ik ben deze heidenstad ook tegengekomen in de stukken van een proces over bijenkorven op de Renkumse Heide, zie ons boek De Renkumse heidevelden. Een plek waar bijenkorven werden neergezet noemt men in de 17de eeuw een immestede. Een bekende grote plek was de Paelberg. Een tweede was heijdenstad bij Ginckel. Een bijenstad dus. Hier de tekst.

Ik Ceelman Van Ommeren Scholtis deser tijt des Ampts van Ede, doe condt ende attestiere mitz desen wie dat voir mij luiden gecompareert binnen, Aert Gerriss ende Gerrit Wijnen, ende hebben met der waerheit verclaert dat sie luiden haere immen hebben staende gehadt int sandtclepken in die Heijstadt, alwaer omtrent die buschmeijster bij haer luiden is comen rijde ende gevraget off die beijen vet waeren, waerop sie hebben geantwoirdet dat vet dat sie hebben, dat hebben sie goet te dragen, ende wijders den boschmeester gevraget, waer dat sijn veldt scheijde, want wij hebben daer sommige staen, wairop die boschmeijster antwoirde, ick hebbe sie gemienlijck langes den Paellberch well op gehaeldt, waerop Aert Gerriss ende Gerrit Wijnen hebben gevraget, staen sie in u veldt, ende wilt gij ons vrijen, so willen wij an u betalen, waerop die boschmeister hebbe gesproken, gaet eerst bij Willem Lubberss toe Ginckell ende segget hem compt hoir dat veldt toe, dat sie mij dair bescheijt van brengen, ick en begeert niet, dan sie staen int gescheijt, wij sullen daer well omme crackeelen, mogelijck dat mij die helffte dair van compt, ende dair op oiren imme opgehalt.

In oircondt der wairheit hebben wij attestanten neffens den scholtis dese notele met onse eijgen mercken onderteickendt, unde binnen willich indien het naot doet dit selve bij eede te verclaire.

Ik denk dat heidenstad dus een immestede is op het Ginckelse veld. Ik weet wel zeker dat men geen bijenkasten neerzette op een plek vol vagebonden en zwervers. Dat Van Geelkercken heidestad net zo intekent en dezelfde kleur geeft als de Paelberg (dat is mijn vijfde argument), wat een hele grote immestede was, is ineens logisch: het is een zandklep, met duinen eromheen, nog verder geperfectioneerd door de pachter van de immestede met keurige wallen.

Goed, ik ben benieuwd naar jullie reacties.

topboektip: De geschiedenis van Nederland in 100 oude kaarten

Alle afbeeldingen

  • Detail van kaart van Elshoff, 1722
  • Detail van kaart van Van Geelkercken, 1653
  • Detail van kaart van Elshoff, 1731
  • Reemst in 1722
  • Ginckel in 1653
  • Het Ginckelse Veld op het AHN
  • Nederveluwe in 1634
  • Heidenstad en Paelbergh