In Nederland liggen zes kameterassen. Zie de roze vlekjes op de volgende kaart. Voor wie geen vergrootglas heeft: zoek bij Garderen, Uddel, tHarde, Holten, sHeerenberg en Borne. Op wereldschaal stellen ze niets voor.

Dinoloket

Op deze geomorfologische kaart wordt de term smeltwaterterras gebruikt.

Ontstaan van een kameterras of smeltwaterterras

Zo’n 130.000 jaar geleden begon het ijspakket te smelten. Dat moet nogal wat geweest zijn: smeltwater van honderden meters dikke ijskappen zocht een uitweg naar beneden, maar rond de gletsjers lagen de pasgevormde stuwwallen. Op verschillende plekken braken die door en ontstonden doorbraakdalen zoals de Darthuizer Poort. Elders ontstond tussen het smeltende ijs en de stuwwal een randmeer, het ijsmeer.

In die ijsmeren kwam uiteraard ook puinzooi terecht. Vanaf de stuwwallen die immers intussen ook begonnen te eroderen door water en wind, zoals altijd en overal: wat boven de rest uitsteekt wordt weggeschuurd. Ook vanaf de gletsjer stroomde water met puin naar beneden het meer in. De rand tussen het ijs en de stuwwal vulde zich op met een dikke laag erosiemateriaal. Uiteindelijk brak de stuwwal toch ergens door, droogde het meer op of stroomde het water naar het noorden weg toen het ijs zo ver was weggesmolten dat het water weer een uitweg vond. Als de waterstand in het meer tijdelijk zakte, kon een tweede terras onder het eerste ontstaan: het oudste terras ligt het hoogst.

Het achtergelaten erosiemateriaal bleef liggen als een in horizontale lagen opgehoogd terras tegen de stuwwal aan. Het lijkt op een rivierterras zoals ze in Limburg langs de Maas te vinden zijn. Het kameterras of zo je wilt smeltwaterterras.

tekening kameterras

Kameterrassen in Nederland

Volgens Wikipedia zijn er 2 kameterrassen in Nederland, maar op de nieuwe geomorfologische kaart staan er dus 6 (elke keer als ik dit stuk bijwerk, moet ik er 2 toevoegen. Eerst waren het er 2, toen 4 nu 6). Omdat onze glaciale landvormen uit de voorlaatste ijstijd stammen en niet uit de laatste, is alles nogal onherkenbaar geworden, weggeërodeerd of bedekt door dekzand. Dat geldt ook voor het kameterras. Bovendien zijn Nederlands ontzettend goed in egaliseren, afgraven en volbouwen.

Op het Garderenseveld ligt het bekendste  voorbeeld, zie de oudroze vlakken aan de binnenzijde van de twee rode stuwwallen op de volgende geomorfologische kaart. Het is goed voor te stellen dat in de hoek tussen de twee stuwwallen smeltwater geen kant uit kon en een meer ontstond dat later leegliep met achterlating van terrassen op twee niveaus langs de stuwwal. Onderin de donkerpaarse doodijskuilen , in groen de Leuvenumse Beek.

geomorf uddel

Een soortgelijke plek is te vinden op de Sallandse Heuvelrug. Ook hier een  afgesloten dal tussen twee stuwwallen, of een beschutte kom in een stuwwal.

sallandse heuvelrug

Het vierde voorbeeld is bij Het Harde op een atypische plek. Waarschijnlijk moet je dit in een groter verband zien en is deze grote kom niet meer te herkennen.

dinoloket

Nummer vijf is het oudroze vlekje ten westen en doorlopend onder de bebouwde kom van Borne. Het is een kleintje dat beschut ligt in een kom in de Stuwwal van Delden. Waarschijnlijk is dit terras groter geweest, maar is het bijna-grondig opgeruimd door de Oelerbeek.

deldeneresch
dinoloket

En dan dus nog eentje bij Montferland bij ‘s Heerenberg.

Hoe herken je een kameterras?

Het is een vlakke grindrijke gordel langs een helling. Het is ontstaan tussen een gletsjer en de helling, dus waar geen ijs heeft gelegen, vind je ze niet. De helling is bij ons de door het ijsveld zelf opgeperste stuwwal, maar bij de tertiaire hoogtes in Twente en de Achterhoek zouden ze ook kunnen liggen. In theorie, want daar is er geen enkele verschenen op de laatste geomorfologische kaart.

Zes Nederlandse kameterrassen. Wat zie je daarvan in het veld? Niets eigenlijk. Graag hoor ik het als iemand een mooie plek weet waar je kunt zien dat je op een 130.000 jaar oud terras staat.

Tot slot een amateurische filmpje met een mooi zicht op een prachtig kameterras precies achter haar hoofd:

Kame en kettle

Kame en kettle horen bij elkaar. Een kettle is een doodijskuil, zie de donkerpaarse vlekjes onderaan de geomorfologische kaart hierboven. Maar alleen op het Garderenseveld zijn doodijskuilen gevonden. Dat is raar, en ik vermoed dat we bij onze kameterrassen en kameheuvels gewoon even door moeten boren. In de Borkeld bij Markelo zie ik een kandidaat liggen.

[eerste versie augustus 2018, bijgewerkt november 2021]

Alle afbeeldingen

  • kame in Nederland
  • deldeneresch
  • sallandse heuvelrug