Of de beek op het landgoed Lichtenbeek ooit Lichtenbeek heeft geheten of niet, heb ik nog niet kunnen achterhalen. Op geen enkele kaart en in geen enkel stuk heb ik een naam van deze beek gelezen. De naam Lichtenbeek kan er ook op duiden dat het landgoed ligt ter beek, aan een beek dus. In een oud regest van verkoop van het landgoed wordt de beek aangeduid met ‘twee lopende vijvers’. Maar bij gebrek aan een naam, noem ik de beek gewoon Lichtenbeek.
Vandaag loop ik er langs, en zoals altijd met het water mee. Water genoeg!
Waar zijn we? De Lichtenbeek stroomt ten noordwesten van Arnhem tussen de Amsterdamseweg en Warnsborn. Voor wie het hier kent en er wel eens wandelt: voor de argeloze wandelaar lijkt het een deel van Warnsborn. Maar dat is het niet, het was een afzonderlijk landgoed dat hoorde bij het huis Lichtenbeek aan de zuidkant van de Amsterdamseweg.
De beek is vergelijkbaar met de Warnsbornsebeek. Op het AHN zien we goed dat het zusjes zijn. Op de volgende AHNuitsnede zien we de Warnsbornsebeek rechts en de Lichtenbeek links.

De Lichtenbeek is een sprengenbeek die landgoed Lichtenbeek opfleurde met watervallen, vijvers, een watertrap, gootjes en een heuze Nederlandse levada vergelijkbaar met die op Madeira. Wij noemen dat een opgeleide beek, eigenlijk hetzelfde woord maar minder wereldberoemd. In het park waren nog een paar rariteiten die niets met onze waterloop van vandaag te maken hebben zoals een kluizenaarshut.
Een leuke kaart waarop staat hoe het destijds bedacht was is deze van Jan Holwerda van groenverleden.nl. De link verwijst naar een lange lijst met boeiende artikelen.

De Lichtenbeek loopt uit in een U-vormige vijver rond een schiereiland (waarop het huis Eilandje). Daarnaast ligt er ook nog een grote vijver die gevoed wordt door twee sprengen die geen contact hebben met de Lichtenbeek. De vijver zelf zal een natuurlijke kwelplek zijn en eerlijk gezegd vermoed ik dat voordat de landgoedeigenaren begonnen te knutselen, deze vijver bij de Lichtenbeek hoorde. De vijver rond het schiereiland hoorde er volgens mij oorspronkelijk juist niet bij en is een tweede kwelplek. Op de volgende tekeningen heb ik met lichtblauw aangegeven hoe het volgens mij van nature was en met donkerblauw hoe de landgoedeigenaren dit hebben veranderd. Misschien wel omdat de oorspronkelijke benedenloop buiten hun aangekochte landgoed viel. Merkwaardig eigenlijk dat hier geen boerderij stond, water genoeg zou ik zeggen.


NB: Het dal van de Lichtenbeek is een deel in de serie Het Merckendal, ons onderzoek in 2023 voor abonnees. Je kunt je ook inschrijven alleen voor deze serie. Uiteraard bekijken we in de serie meer dan de waterloop.
In elk geval: vandaag loop ik langs deze beek en ik pak beide vijvers mee. Ik loop zoals altijd met het water mee, dus begin bij de sprengkop.


Ik kom bij een verdiept liggende brug. Deze ligt in de zichtlijn van het voormalige landhuis: blijkbaar wilden de eigenaren geen brug zien (een ha-ha brug analoog aan de ha-ha gracht). Bovenop de helling stond een obelisk. Ik watergek zou een brug veel mooier gevonden hebben. Wat moet je nou met een obelisk? Niet voor niets is die verdwenen.
De spreng eindigt in twee vijvers die vast een natuurlijke oorsprong hebben maar door de landgoedeigenaren vergroot zijn. De vijvers zijn met elkaar verbonden door een gootje waaroverheen een houten brug ligt.


Na de onderste vijver loopt het water verder naar beneden door een opgeleide goot:
Deze opgeleide goot mondt uit in een kommetje, en vandaar gaat het water door een glijbaan naar beneden:
Over de goot liggen enkele stenen bruggetjes die helaas door brandnetels en andere stikstofminners aan het zicht worden onttrokken. Tegenwoordig passeren wandelaars de beek over houten bruggen.



Een watertrap, zie volgende foto, was vroeger een grothuisje waar het water door een raam naar buiten stroomde. Op Hoog Oorsprong bij Oosterbeek staat ook zoiets.

Nog meer vijvers, bruggetjes, gootjes, watervalletjes en een kabouterdorp.
Dan zie ik rechts van me een tweede diepe kaarsrechte spreng liggen. Vooralsnog is me niet duidelijk wat die daar doet, dus ik maak maar een filmpje.
Een vijver heet de goudviskom, maar tegenwoordig leven er geen goudvissen meer in. De goudviskom ligt hoog, veel hoger dan de rechte spreng in elk geval.
De goudviskom watert uit in de beek die ik aan het volgen was. Ook hier weer een mooi waterpunt met stenen en een watervalletje. Waar de rechte spreng heen loopt is me nog steeds onduidelijk. In elk geval niet naar de grote mooie natuurlijke vijver. Die grote mooie vijver is volgens mij wel het oorspronkelijke natuurlijke beekdal, de lichtblauwe lijn op mijn tekeningen in het begin van dit stuk. Ik ga er straks naar toe, eerst mijn kunstmatige opgeleide beek af maken.
De opgeleide beek stroomt langs het pad verder en doet niet onder voor een levada op Madeira. Behalve dat daar 3000 kilometer van dit soort opgeleide goten zijn, en nog belangrijker: dat het daar nuttige irrigatiekanalen zijn en hier zijn ze aangelegd voor de lol van landgoedeigenaren.


De polletjes helder grasachtig groen langs deze levada is Carex elongata - aanvulling door G.
Dan wordt de rechte spreng duidelijk: de opgeleide goot waar ik langs loop mondt uit in de rechte spreng en samen gaan ze verder.
De beek mondt uit in een grote U-vormige vijver met een schiereiland waarop een huis staat dat Eilandje heet.
Benedenstrooms van deze vijver zie ik geen water meer: blijkbaar zakt het water hier weg de bodem in.
Ik loop naar een greppel ten zuiden van deze U-vijver. Deze greppel loopt rond en staat in verbinding met dit watersysteem, maar die verbinding is verbroken. Vroeger stond hier een kluizenaarshut: dat wil zeggen een hut waarin een houten kluizenaarspop zat te lezen.
De Tweede Vijver
Ik loop terug naar de mooie grote natuurlijk aandoende vijver – ook aangelegd, maar wel onderin het dal en het kan best al een kwelplek geweest zijn. Deze wordt gevoed door twee sprengetjes en die hebben niets te maken met het systeem dat ik net heb gevolgd. Dat wil zeggen: volgens mij zou de beek van nature wel degelijk naar deze vijver stromen, maar die beek is dus omgelegd.
Ik zoek de twee sprengen ook nog even op. Die zijn zo klein dat ik me niet kan voorstellen dat die deze vijver vullen.
Aan de benedenstroomse kant wordt het leegstromen van de vijver voorkomen door een dam. Beneden die dam gaat het natuurlijke nu droge beekdal verder richting het Merckendal.
Nou tot zover. Het zou natuurlijk handig zijn als ik er een lang filmpje van zou maken en dan de redundantie eruit zou knippen, maar ik heb geen idee hoe dat moet.
Dank Mathilde. Vijverberg als naam voor het terreindeel ten oosten van de Amsterdamseweg dateert inderdaad van later datum. De naam ‘Lichtenbeek’ komt voor het eerst naar voren op een kaart uit 1650 (lees op een kopiekaart uit 1725) en een akte uit 1662 met ‘den watersprongh den Ligtenbeek’.
Een akte uit 1651 spreekt aldaar over een heideveld ‘tot aan den weg gaande naar Ede bij de watersprong’. Betreffende ‘watersprongh’ zal er van nature zijn geweest. De diep uitgegraven sprengbeek, komend uit oostelijke richting dateert van nadien.
Uit reisverslagen blijkt dat de sprengbeek van ouder datum is dan ‘t Eilandje. Dit is eigenlijk een schiereiland met twee toegangen dat twee vijvers met ieder een eigen waterniveau scheidt. Die vijver was ca. 1811 voltooid terwijl het eerste reisverslag uit 1793 al de waterloop en de hermitage noemt. De meer noordelijke ‘losstaande’ vijver dateert van 1847 en is geen natuurlijke vijver. In 1839 had de toenmalige eigenaar die gronden met schaapsdrift gekocht van de gemeente Arhem.
Daar waar nu de ‘verdiept liggende brug’ ligt lag ooit een Zwitserse brug, hoog boven beide walkanten (tekening 1838). Een foto van ca. 1900 laat juist een bug op ongeveer niveau van de walkanten zien.
In 1857 en 1858 was Europabreed sprake van grote droogte. De sprengbeken van Lichtenbeek lagen droog, enkel de vijvers kenden nog wat water. Men is toen overgegaan tot het uitdiepen van de ‘wellen’ meldde de toenmalige krant. Daarna viel de boel opnieuw droog. Denkbaar was er meermaals sprake van uitdiepen met de huidige diep gelegen sprengloop in het oosten als eindresultaat.
Hoi Jan, dank voor al deze extra verduidelijke informatie. Ik ga dit in een stuk verwerken, met verwijzing naar jouw blog uiteraard.
De kaart met KMP als ondergrond heb ik samengesteld. Dit terreindeel heet Vijverberg. Lichtenbeek (zonder spreng) ligt aan de westzijde van de Amsterdamseweg, Vijverberg (met spreng) aan de oostzijde. Beide terreinen vielen veelal onder een en dezelfde eigenaar en werden veelal als één terrein gezien. Over de door mij gereconstrueerde wandeling, door het park in vroeg landschappelijke stijl, heb ik geschreven in ‘Cascade bulletin voor tuinhistorie’, in ‘in arnhems Historisch tijdschrift’ en in ‘De Wijerd’ (grotendeels gelijke artikelen). Voor PDF(s), zoek met Vijverberg op deze webpage: https://groenverleden.nl/artikelen/
Meer recent heb ik voor dit terrein onderzoek gedaan naar de ontwikkelingsgeschiedenis door de eeuwen heen (voor GLK), met een nog veel uitgebreider verhaal als resultaat.
hoi Jan, jij hebt die kaart gemaakt! Okee, ik zet het erbij, alle eer aan de maker uiteraard.
Vijverberg en Lichtenbeek: ik las dat de naam Vijverberg vrij recent is bedacht door de kleinkinderen van de eigenaar van het geheel toen het landgoed is gesplitst in het deel ten oosten en ten westen van de weg. Ik las ook dat toen het terrein aan de westkant van de weg werd gekocht om een landgoed van te maken, dat die zelfde mensen al direct verrukt keken naar het dal met het water en dat er bij hebben gekocht. Je artikel ken ik, dat is reuze boeiend. Ik heb genoten van de verwijzingen naar Craandijk en anderen die al of niet goedkeurend schrijven over de waterwerken. Ik wou daar een ander blogstuk aan wijden – met verwijzing naar jouw artikel – want als ik langs een beekje loop, houd ik het eigenlijk altijd bij wat ik zie in het veld.
Mooie serene, idyllische reportage !