[Sorry, dit is een oud artikel. Ik kan in wordpress niet meer uitzetten dat je ook een email krijgt bij een oud artikel dat ik opnieuw publiceer met een datum in het verleden. Voorheen kon dat wel; niet elke verandering is een verbetering.]
Vanaf de achterkant van het station Arnhem loop ik park Sonsbeek in, aangelegd in het dal van de Sint-Jansbeek, (in de Arnhemse uitspraak verbasterd tot Sonsbeek, laat ik hem Jansbeek noemen, maar Sjansbeek zou een leukere naam zijn en meer recht doen aan de Arnhemse uitspraak) de beek waar Arnhem aan is gebouwd. Want denk niet dat Arnhem aan de Rijn ligt: veel te gevaarlijk en lastig om je kleren in te wassen en drinkwater uit te tappen. Nee, Arnhem is gesticht aan een rustig beekje. Deze beek is in het centrum van de stad weer opengelegd en loopt nu prachtig door de stad. Nou ik ga hem zeker eens lopen van het begin tot het eind, beeklopen, leuk!
Sonsbeek is een prachtig landschapspark op de steile hellingen langs deze beek. Je kunt twee watermolens bezoeken, en op de plaats van een derde molen is een hoge waterval gemaakt waar je achterlangs kunt lopen. T is allemaal nep, maar dat was de hele landschapsstijl uiteraard. Een voorloper van De Efteling. Maar het is zeker goed gelukt en dit hele gebied is een heerlijk zondagsuitje voor Arnhemmers. Super bijzonder is de zwanenbrug.
De Jansbeek watert de stuwwal van de Veluwezoom af richting de Rijn. Het is een korte beek, die even ten noorden van de Schelmseweg ontspringt. Alle beken die de Veluwezoom afwateren aan deze kant zijn kort, ook de Oosterbeekse beken en de beken bij Velp en Rheden zoals bij de Posbank. De toppen van de stuwwal liggen immers vlakbij de Rijn en de IJssel waar het ijs lag. De andere kant, zoals het Rozendaalse Veld en het gebied van vliegveld Terlet watert af op de Heelsumse Beek.
Landgoed Sonsbeek loopt onmerkbaar over in landgoed Zijpendaal en De Gulden Bodem. In dit park staan heel wat prachtige monumentale bomen: bijvoorbeeld een schitterende groep rode beuken en net aan de overkant van de Zijpendaalse weg een paar knoestige oeroude tamme kastanjes.
Ik steek de Schelmseweg over richting de Mentenberg. Dit is het hoogste punt van de wandeling: ik steek de stuwwal over via een pas tussen de Mentenberg en de Bakenberg. Deze pas is de waterscheiding tussen het stroomgebied van de Jansbeek en het stroomgebied van de Heelsumse Beek. De Heelsumse Beek heeft een heel groot stroomgebied dat de hele zuidelijke Veluwe afwatert. Ooit geweten? De Heelsumse Beek is vooral bekend van de Wodanseiken bij Wolfheze, maar het is een heel interessante beek ook zonder die eiken.
Ik kom nu op de Sandr van Schaarsbergen. Het laaggelegen gebied wordt ingesloten door liefst vier stuwwallen en is opgevuld met puin dat het smeltwater meenam. Een ander woord is spoelzandwaaier. Mooi woord, wel lang. Sandr dus.
Door de bossen van de Mentenberg loop ik via het Laag Erf richting het landgoed van De Warnsborn. Hier ook van die typische landgoedwatertjes: bruggetje, beekje, watervalletje, meertje. Deze watertjes stromen inderdaad af naar het noordwesten, van Arnhem weg dus, en behoren dus echt tot het uitgestrekte stroomgebied van de Heelsumse Beek. Hier loop ik langs de Warnsbornsebeek.


Ik loop over heidevelden, langs een meertje en vervolg mijn weg naar landgoed Vijverberg en de Boschlust. Ha, dit is echt landgoedgeknutsel. De rijkelui hielden van gekneuter en hebben een spreng met waterval, bruggetjes, gracht en vijver laten graven. En natuurlijk, volgens de mode van toen, een heuze nepkluizenaarshut. Veel is weg of stuk en de rest ligt als een archeologisch relict in het bos. Voor het huis ligt een eiland met een gracht eromheen, maar op dit eiland staat alleen een klein huisje dat toepasselijk Eilandje heet. Hier loop ik langs deze beek.


Ik steek de Amsterdamse Weg over en kom in het landgoed Lichtenbeek, loop door het bos langs het klooster en abdij over de natuurbegraafplaats tussen glooiiende droge velden door en kom tenslotte bij de spoorweg. Ik volg de spoorweg tot onder de A50 en ga dan een klein tunneltje door onder het spoor, de heul van Wolfheze.




Deze is gebouwd om water uit het Papendal onder het spoor te leiden. Ik volg het spoor verder tot aan het station van Wolfheze. Daar is een fijn restaurant met heerlijk terras, prima plek om op de trein te wachten.